In de zomer van 2004 werd de Vliegende Hollander opgevoerd als buitenvoorstelling, met o.a. Marleen van der Loo en Jeroen Phaff in belangrijke rollen. Producent Greg & Baud zag echter een grotere toekomst voor dit stuk, en met “afsplitsing” Storytellers wordt geprobeerd er een waardige theatermusical van te maken. Geschikt voor vrijwel alle zalen, dus ook diegene waar grotere producenten inmiddels de neus voor ophalen. Om belangstelling te kweken bij theaterdirecteuren en andere geïnteresseerden was er dus afgelopen weekend een tweetal voorstellingen in hun eigen “Kwadrant-theater. Oorspronkelijk met het idee een aantal van de liedjes in concertantevorm te laten horen, maar al repeterend geëvolueerd tot toch weer (een raamwerk van) een totale musical.
Grote decorstukken zoals de buitenversie had blijven uit, maar met een tribune, een hoop requisieten, wat doeken en licht leveren sommige scenes evengoed fraaie beelden op. De spookverschijning van van den Decken en de executie zijn daar twee voorbeelden van. Ook de freeze-frames, waarin alles stilstaat behalve de zanger, geven een bijzonder mooi effect. De draaischijf, die het theater heeft, wordt weer regelmatig ingezet. Tijdens een dansscene een mooie toevoeging, op andere plaatsen in de voorstelling lijkt het overbodig, en soms haalt het zelfs de vaart er een beetje uit.
De legende van de Vliegende Hollander draait om kapitein van de Decken, die op eerste Paasdag tegen de wil van God uitvaart en, met schip en bemanning wordt vervloekt. De enige die deze dans ontspringt is scheepsjongen Rook. Hij springt bij Gibraltar overboord en keer over land terug naar Terneuzen, waar het allemaal begon; in de war en doodsbenauwd voor het water. Hij wordt echter door de Heren Zeventien en zijn omgeving gedwongen mee te varen met de expeditie van kapitein van Kampen, die bedoeld is het schip te zoeken en de lading veilig te stellen. Op dit schip zitten ook een herbergeigenaar en zijn vrouw, stapelgek op elkaar maar omdat ze hun spaargeld juist in de Hollander hadden geinvesteerd was is deze missie de laatste kans wat van hun centen terug te krijgen. Als het schip vlak voor Gibraltar in een luwte terecht komt en Rook panisch iedereen waarschuwt voor een aankomende storm wordt hij weggehoond. Hij krijgt echter gelijk en met kunst- en vliegwerk en ondanks de spookverschijning van “De Vliegende Hollander” weten ze toch de haven te bereiken.
Hier wacht hen echter een verrassing. Gouverneur Van Riebeeck wijst hen op “De Hollander”, die sinds een maand in de haven ligt, uit zichzelf binnengevaren. Maar allen die er aan boord zijn gegaan zijn er zielloos weer vandaan gekomen. Niemand kan verslag doen. Wat volgt zijn een aantal dramatische gebeurtenissen, waarin van den Decken de spil blijkt te zijn.
Hoewel de avonden bedoeld zijn om het materiaal te laten horen valt er niet aan te ontkomen ook iets te zeggen over de mensen op het podium. Sommigen spelen de rol die ze al eerder speelden, anderen een andere of een nieuwe, maar op het podium staan vrijwel alle bekende “Greg & Baud”-namen. Scheepsjongen Rook, de spil van het stuk, wordt, net als destijds buiten, gespeeld door Kevin van der Leeuw. Hij heeft het schip tijdig verlaten en komt, alleen terug in zijn woonplaats Terneuzen, in de war, zijn hoofd vol spookbeelden, en angst. Met zijn stem weet hij in zowel conversatie als in de songs deze toestand van vertwijfeling goed neer te zetten. Als de theatertoer gaat lukkken en hij deze rol gaat spelen zal hij echter zeker moeten werken aan zijn lichaamstaal, die te vaak een schril contrast vormt met de rest.
Gijs Geers is kapitein van den Decken, kapitein van “De Hollander” en de slechterik van het verhaal. Een rol die je aan hem kunt overlaten; hij weet iets duivels in zijn stem te leggen maar doet dat dan toch ook weer met een sexy touch. Beoogd tegenstander, de hooghartige Van Kampen, wordt door Milan van Weelden sterk neergezet. Bemanningslid Gilles, die Rook het leven nog moeilijker maakt dan het al was, is een rol van Jeroen Verheij. Knap hoe hij zowel begrip voor zijn gedrag en tegelijkertijd antipathie weet op te wekken.
Katharina, de vrouw van kapitein van den Decken, die we bij de opening tevergeefs zien wachten op de terugkeer van haar man wordt gespeeld door Ingrid van Houweningen. Zij heeft al in meerdere G&B-producties laten zien over een fraai stemgeluid te beschikken en laat dit nu weer horen. Aangenomen dat de reactie op het gedrag van haar man, het wel erg anachronistische “niet te filmen” een slip of the tongue was; het gaf wel een komisch effect. Eva is ook al zo’n sterke vrouw en Jessica Fuchs weet het publiek ook echt aan haar rol te binden. We leven echt met haar mee, tot het bittere einde. Het zijn slechts enkele van de spelers van dit stuk, die er met elkaar een fraai geheel van weten te maken. En dat zeker niet in de laatste plaats door de snel van rol wisselende ensemble-leden.
Het mag duidelijk zijn. Het is de dames en heren van harte gegund om met de Vliegende Hollander door het land te toeren. Uiteraard zullen er dan, net als in het Buitenpark, twee ervaren/bekende namen in het gezelschap zitten. Want de ervaring leert dat dat nodig is om een productie te verkopen. Dat dat (zeker op de bedoelde rollen) voor de voorstelling niet nodig is heeft deze cast wel laten zien.