Enige dagen nadat in Nederland Jheronimus Bosch zijn feestelijke jaar beleeft, is in Antwerpen het première weekend van een voorstelling rond een andere schilder, Peter Paul Rubens. Centraal staat zijn tweede vrouw en muze, Hélène Fourment.
Liggend op een bank, kijkend naar haar eigen portret, waarop ze vrijwel naakt met een bontmantel (een pelsken, waar wel wat meer op is gebeurd) te zien is, vertelt zij de toehoorders haar verhaal. Het duurt even voordat ze het publiek aankijkt, een half nummer zitten we tegen haar rug aan te kijken, maar met een topvrouw als Anne Mie Gils weet het ook zo al te boeien. Want wat een verhaal: een meisje van 16 hoort dat ze gaat trouwen, net als haar zusters voor haar op deze leeftijd deden, maar dat zij in het voordeel is. Ze kent haar aanstaande al. Onkel Rubé, die haar al schetste toen ze elf was, waardoor ze model kwam te staan voor een van de engelen in een schildering in een kerk. Rubens was weduwnaar geworden toen ze 14 was, en kennelijk had de nu 53-jarige schilder toen al zijn oog op haar laten vallen. Twee jaar later is het dan wel zo ver, en trouwen ze. Een liefdevol huwelijk, waar natuurlijk ook veel over geroddeld wordt. Maar dat ene portret, een portret vol liefde, dat door buitenstaanders vast niet wordt begrepen. Een schilderij dat zij van hem nooit mocht verkopen. Dat staat steeds weer centraal. Een schilderij in een verder kale kamer, met die ligbank, en een bonbonnière vol snoep. Want van snoepen, daar hield ze van.
Net als andere musicals over schilders en schilderijen is ook ‘De Muze van Rubens’ een voorstelling die de diepte in gaat. We leren deze Hélène Fourment goed kennen, zonder dat er veel actie aan te pas komt. Soms is er even ruimte voor een glimlach, als er een kleine kwinkslag in haar vertelling zit, en voornamelijk als zij samen met medespeler Brent Pannier de vuilspuiterij van de omgeving laat horen. Pannier is voornamelijk te zien als gids (suppost) van het Weense Kunsthistorisch museum. Met focus op de schilderijen, die op de achterwand te zien zijn.
Het podiumbeeld is prachtig. De vloer lijkt daadwerkelijk met hout te zijn ingelegd, en oogt fraai. Maar de schoonheid zit toch vooral in de achterwand, waar met videoprojecties vooral het eerdergenoemde schilderij te zien is, maar ook andere locaties prachtig worden vormgegeven. Veelal statisch, maar soms ook met beweging. Een prachtig effect, wat sommigen misschien zullen herkennen van bijvoorbeeld Villa Volta in de Winterefteling. De muziek is eveneens fraai, al menen we ook wel fragmenten uit eerdere musicals van Sam Verhoeven te herkennen. Het ontbreken van een CD is evengoed een gemis.
In tegenstelling tot wat de wat vreemde poster voor de voorstelling suggereert is wordt ‘De Muze van Rubens’ door slechts twee acteurs gespeeld. Anne Mie Gils laat wederom haar grote klasse zien als Hélène Fourment, ook wel Helena, naar de prachtige Helena van Troje. Alle bijrollen worden door Brent Pannier gespeeld. Vooral als valse roddelaar is hij erg geestig, maar ook zijn rol als enthousiaste museumgids mag er zijn. Van de naakte mannen die op de poster op de rug te zien zijn , een vrij bizarre Rubens-achtige compositie (al zijn het bij de schilder doorgaans vrouwen), is op het podium geen spoor. Verwarrend, maar in deze intense vertelling is ook geen plaats voor hen.
Judas Theaterproducties heeft ons al eerder getrakteerd op een aantal wonderlijke keuzes voor een musical. Ook deze Muze van Rubens is zeker geen voor de hand liggend onderwerp. Maar wederom is de uitvoering voortreffelijk. Interessant, integer en vooral heel boeiend.