Voor de derde maal presenteert Musichall voor de kinderen een heuse sprookjesmusical. De twee vorige waren gebaseerd op de sprookjesklassiekers Roodkapje en Hans en Grietje; ditmaal heeft de musical een oorspronkelijk verhaal. Nu is de omschrijving oorspronkelijk natuurlijk betrekkelijk als het om sprookjes gaat. Het ‘ze leefden nog lang en gelukkig’- einde staat doorgaans vast, zeker in theatervarianten. Deze vertelling leent allerlei elementen uit bestaande sprookjes, maar het levert toch een origineel verhaal op.
Prinses Rosanna heeft op haar kamer een toverspiegel; zij kan ermee in de toekomst kijken. Niemand weet van de bijzondere eigenschap van deze oude spiegel, behalve haar beste vriendin en kamermeisje Sophie. Zoals het in sprookjes gebruikelijk is, is er een oude wet die ervoor zorgt dat de prinses op haar 18e moet trouwen, en die dag is bijna aangebroken. Maar de prinsen die komen opdagen, blijken in de toekomst niet bepaald de vleesgeworden charme te zijn. Als ze als vroeg verjaardagscadeau een nieuwe spiegel krijgt, en de oude is verdwenen, is ze behoorlijk ontdaan. Gelukkig heeft haar oma, die haar de spiegel had nagelaten, in een brief vermeld dat er ook een toverbol is, die dezelfde eigenschappen heeft. Maar die is bij de tovenaar Yoda Dumbledeur. Dus gaat ze naar hem op zoek in het naburige land. Daar ontmoet ze Flynn, een leuke gitaar spelende knul tussen de druivenplukkers en de twee konijnen Whoppie en Floppie.
Met deze twee konijnen keert het succesnummer uit de twee eerdere musicals weer terug. Een beetje kibbelend, maar ook dol op elkaar. Whoppie, die continu een hongertje voelt opkomen, en Floppie, die probeert haar gedachten af te leiden. Niet alleen is hun aandeel in het verhaal groter, ze zijn leuker dan ooit. Charline Catrysse en Michaël Zanders zijn geweldig op elkaar ingespeeld, en ondanks dat er momenten zijn dat de ander wordt beledigd; het wordt nooit kwaadaardig. De prinses wordt mooi gespeeld door Rosanne Pits. Deed ze vorig jaar in Hans en Grietje nog ‘diverse bijrollen’, dit jaar straalt ze als het middelpunt van de voorstelling, en laat ze horen dat ze vocaal ook een hoofdrol aankan. Tussen de Vlamingen valt haar Nederlandse tongval wel op. Uit de rolodex met knappe Vlamingen werd Yanni Bourguignon gevist. Liefde op het eerste gezicht blijft een merkwaardig idee, maar met deze hunk, zoetgevooisd pingelend op zijn gitaar, zijn we samen met Rosanna meteen om. Voor de rol van tovenaar is zanger Gene Thomas aangetrokken. Hij mag de voorstelling ook inleiden. De ‘Voor haar’-zanger speelt de rol niet onverdienstelijk, al klinkt het openingsnummer verre van optimaal.
Quote
Voor de muziek is een scala aan genres opengetrokken: is het ene nummer een hoempa-polonaise, het andere regelrechte rock, en weer een ander een vrij traditionele musical ballad
“De prinses en de toverspiegel” heeft wat tijd nodig om op gang te komen. De gezongen introductie duurt wat lang, en had wel wat visuele ondersteuning kunnen gebruiken. Ook de eerste scene aan het hof oogt nogal tam. Daarna komt de vaart er langzaam maar zeker in, om met het verschijnen van de twee konijnen in de hoogste versnelling verder te gaan. Het traditionele meedoe-lied wordt echt door nagenoeg iedereen (zo goed en zo kwaad als het kan) meegedaan. Er zijn veel verwijzingen naar de actualiteit; soms subtiel, soms erg opvallend. De ene keer komt het wat geforceerd over: als bij de audiëntie van de prinsen de koning en koningin op “The Voice”-stoelen zitten, de andere keer is het heel grappig, zoals de vergelijking tussen deze tovenaar en Hans Klok, of de liedteksten die als quotes over liefde worden gebruikt. De audiëntie geeft ook om een andere reden een wat dubbel gevoel: het zelfde nummer in steeds een andere volksmuziek-stijl is leuk gedaan: dat prinsen (uit landen als Texania en Scotania) in volkse kostuums verschijnen is daarentegen erg onwaarschijnlijk. Hier bevinden zich ook een paar ondeugende grappen, die goed uitpakken. Voor het publiek dat goed oplet zal de ontknoping weinig verrassend zijn: er worden genoeg hints gegeven.
Voor de muziek is een scala aan genres opengetrokken: is het ene nummer een hoempa-polonaise, het andere regelrechte rock, en weer een ander een vrij traditionele musical ballad. De choreografieën zijn ook wisselend: aan het hof is het klassiek (passend bij de elite, maar waar we van de hofhouding toch wat meer actie verwachten), terwijl het er bij de tovenaar zeer gelikt en strak uitziet. Het decor is beperkt (er is bijvoorbeeld geen enorm paleis als decor), maar steekt ingenieus in elkaar, waardoor de scenes ook soepel in elkaar overvloeien.
In zijn totaliteit is De Prinses en de toverspiegel een geslaagde voorstelling voor de hele familie, een mooie ode aan de liefde. Na het wat trage begin is het genieten, ondanks wat eigenaardigheden in het script (waarom stuurt Flynn Rosanna naar Whoppie en Floppie om de tovenaar te zoeken en gaat hij zelf niet mee) en een wat jonge casting voor met name de ouders van Rosanna. Het feestje wordt afgerond met een megamix waarbij alle songs nog meeklapbaar langskomen. Voor de selfiek(l)ickers en foto-ouders is er nog een leuke toegift: na de voorstelling kun je in de foyer met de acteurs op de foto. Musichall heeft met Whoppie en Floppie goud in handen, dus we zijn nu al benieuwd welk bos volgend jaar aan de beurt is.
Foto’s: Luk Monsaert