Hij lijkt sinds mensenheugenis te bestaan: Pipo de clown. De iconische figuur verscheen nagenoeg 60 jaar geleden voor het eerst op de televisie. Er werden tot 1980 nieuwe afleveringen gemaakt, grotendeels met Cor Witsche in de iconische rol, maar dat betekende niet het einde van de figuur. Aan het begin van deze eeuw verscheen een speelfilm, en tevens verscheen er een musical. Sinds vorig jaar is de clown weer helemaal terug: met nieuwe televisieavonturen, én een nieuwe musical, waarin de cast van de tv-afleveringen weer hun inmiddels vertrouwde rollen speelt.
In de televisieafleveringen trekt Pipo met zijn woonwagen, in het gezelschap van Mammaloe en Klukkluk steeds naar een andere plaats in Nederland om daar op te treden, met de Dikke Deur op zijn hielen. Deze circusdirecteur stelt alles in het werk Pipo terug te krijgen naar zijn circus, zodat hij kan genieten van een hoge opbrengst aan kaartverkoop, én de taartjes van Mammaloe. Uiteraard falen zijn pogingen uiteindelijk hopeloos.
Het musicalavontuur volgt dezelfde lijn, en aangezien ruim een uur theater meer ruimte geeft dan de 10 minuten van een televisieaflevering, is er een ruime inleiding, zijn er volop liedjes, en is er tijd voor enige beschouwingen. Klukkluk, die zich afvraagt waar hij vandaan komt bijvoorbeeld. Totdat de Dikke Deur zijn nieuwe plan ten uitvoer brengt: hij hangt een piratenvlag op de wagen van Pipo, en schrijft een brief alsof er iemand ontvoerd is, de piratenprinses uit de titel. Een plan, waar uiteindelijk ook iemand uit de zaal voor nodig is. Zij ontpopt zich als een uitstekend actrice.
Een voorstelling maken met een dergelijk iconisch figuur is bepaald geen sinecure. Pipo stamt uit een andere tijd, met een ander tempo. Een deel van het publiek verwacht nostalgie (de opa’s en oma’s vooral), terwijl de jeugd op een eigentijdse voorstelling zit te wachten. Dat is met deze voorstelling goed geluk. De rollen worden trouw aan het nostalgische beeld vertolkt. Klukkluk is wel wat minder de dommige indiaan, die niet eens goed Nederlands kan spreken: een dergelijk karakter past niet meer in deze tijd. Mammaloe is een kordate tante, maar nog steeds niet te beroerd taart te bakken. Pipo is de optimistische clown, met zijn wat wollige taalgebruik. En de Dikke Deur is nog steeds vol van zichzelf, al kan er altijd nog wel een taartje bij. Ook komen de bekende uitspraken van de clown en zijn entourage terug. Een feest van herkenning. Ook de liedjes zijn zodanig dat de een wat meer klassiek is (en waarschijnlijk meer het oudere, volwassen publiek aanspreekt), terwijl een aantal uptempo songs hedendaagse arrangementen hebben. Af en toe is er interactie met de zaal. Niet alleen wordt er regelmatig spontaan meegeklapt, soms wordt het publiek ook aangespoord iets te doen. Het moment dat de Dikke Deur een stand-in uit de zaal nodig heeft is een van de grappige hoogtepunten.
De cast is al een jaar bezig met hun rollen, en het is dan ook niet verwonderlijk dat het ze goed afgaat. Mitch Blaauw komt als Pipo nergens geforceerd over en is één met de overbekende figuur. Liset Vrugteveen is een kordate Mammaloe, die ook nog eens prachtig kan zingen. Joris Gootjes is een vaak blije, maar vooral een kwetsbare Klukkluk, als is de wending rond de piratenprinses niet helemaal geloofwaardig. Met zoveel goedheid is de ster-rol natuurlijk voor de slechterik. Simon Zwiers weet de zelfingenomen circusdirecteur uitstekend te vertolken: met een flinke portie fysieke slapstick — hij stoot zijn kop niet alleen figuurlijk - en wat tekstueel venijn. Dit laatste gaat onder andere ten koste van publieksparticipant Annabel (Sanne de Velde Harsenhorst).
Jonge kinderen zullen zich prima vermaken bij deze vrolijke musical. Ook wie een brokje nostalgie niet vreemd is heeft een aangenaam uur in het theater. En, zoals gebruikelijk bij Van Hoorne Theaterproducties: na de voorstelling kun je met de acteurs op de foto. Hiervan wordt gretig gebruik gemaakt. Helaas is de andere gewoonte van de producent om van nagenoeg elke voorstelling ook een CD te maken, in dit geval geen gebruik gemaakt.