Na drie eerdere voorspellingen dat de Vliegende Hollander in aantocht is blijken de waarschuwingen voor het spookschip dit keer (eindelijk) terecht. De Vliegende Hollander is daadwerkelijk gesignaleerd in Zoetermeer. In het CKC wordt de komende (ruim) twee weken een nieuwe versie opgevoerd van de musical, die voor het laatst in 2009 te zien is geweest als grote Buytenpark (open lucht) productie.
In deze intiemere ambiance van het theater komt de voorstelling nog steeds goed tot zijn recht, en sommige onderdelen van het verhaal zijn zelfs nog duidelijker. Het verhaal is gedeeltelijk herschreven, en telt wat minder karakters, al zijn de grote lijn en ontknoping niet anders. Het live-orkest zorgt voor extra sfeer, en ook de eenvoudige maar doeltreffende projecties voegen echt iets toe. Om er een modewoord tegenaan te gooien: het is zelfs een beetje immersive. Niet alles gebeurt namelijk recht voor je.
Maar laten we bij het verhaal van de musical beginnen. Terwijl het al een paar dagen stormt vaart kapitein Van den Decken met zijn schip ‘De Vliegende Hollander’ uit, nota bene op Paaszondag. Er wordt vervolgens niets meer van het schip vernomen, en de VOC besluit een zoektocht op te zetten: de lading is te kostbaar om zo maar op te geven. Ondertussen is er toch een teken van leven: een scheepsjongen, Rook, blijkt van boord te zijn gesprongen. Hij is te voet teruggekeerd naar Terneuzen, en spreekt van een bemanning en kapitein die hun ziel hebben verloren. Rook wordt gedwongen mee te varen met de zoekexpeditie, tot zijn eigen ongenoegen en dat van expeditieleider Van Kampen, die hem maar een laffe snotneus vindt. Aan boord zijn ook een echtpaar dat hun herberg moest verkopen en al hun spaargeld kwijt is dankzij het verdwenen schip, Maria Haartogh, een edele dame die de expeditie financiert en Eva, de vriendin van Rook. Ook bij de bemanning is Rook niet geliefd en met name Gilles pakt hem hard aan. Niemand aan boord gelooft het bizarre verhaal van Rook, en als hij bij een windstilte een storm voorspelt, omdat dat ‘toen’ ook zo ging, lachen ze hem vierkant uit. Dat blijkt heel onverstandig, want de geschiedenis herhaalt zich weldegelijk, nu inclusief het verschijnen van het spookschip. Als Kaap de Goede Hoop uiteindelijk toch wordt bereikt, wacht hun een nog grotere verrassing, en een nog groter onheil.
De voorstelling wordt door twee verschillende casts gespeeld *. Wij waren bij de allereerste voorstelling en zagen cast Blauw aan het werk. Dat dit de eerste opvoering was, was met name aan de techniek te merken. De eerste minuten bleek bij nagenoeg iedereen de microfoon te laat open te worden gezet, iets wat gelukkig al snel wel goed ging.
De rol van Rook (Roderik) wordt prachtig gespeeld door Kenneth Fens. Je voelt met hem mee, en vertolkt zijn songs uitstekend. De chemie met Emma van Waaij, die Eva speelt, is goed te zien, ook al botsen zij met enige regelmaat. Bloedmooi is de relatief kleine rol van Katharina van der Decken, de achtergebleven vrouw van de kapitein. Käthe Staallekker bezorgt je kippenvel zodra ze begint te zingen. Bart van der Meer is al sinds jaar en dag een betrouwde kracht bij de producties van Storytellers. Ook zijn vertolking van kapitein Van Kampen mag er weer zijn: loepzuiver en verstaanbaar als hij zingt en overtuigend in zijn spel. Kapitein Van Den Decken werd gespeeld door de man die bijna twee decennia geleden de rol van Rook creëerde: Kevin van der Leeuw. Waar door technische problemen zijn eerste nummer wat blikkerig klonk, is zijn tweede extra indrukwekkend, en de velen die volgen klinken ook als een klok. Geholpen door de regie is overduidelijk dat hij de loop der dingen bepaalt met een duivelse bezetenheid. Het ensemble, en zeker de samenzang. is voortreffelijk. Regelmatig denk je een twee keer zo grote cast te horen.
De nieuwe arrangementen waarin veel meer ruimte is voor samenzang werken bijzonder goed. Waar er her en der in het verhaal geschrapt is, is er op andere plekken muziek toegevoegd. Zo is het gesprek met de gouverneur van Kaap de Goede Hoop nu gezongen. Het decor werkt uitstekend, zeker als het schip wordt verbeeld met zeilen op de achtergrond, en de wanten aan de zijkant naar beneden komen, in combinatie met de projectie van de zee op de achtergrond.
Wie meteen De Vliegende Hollander voor gevorderden wil doen biedt het fraaie nummer Agnus Dei halverwege de tweede akte een extra opgave. In dit schitterende nummer worden in het Latijn de zeven hoofdzonden benoemd: zonden die slaan op de diverse hoofdrollen, deels overduidelijk, deels wat meer verstopt in de tekst. De vraag is dan dus: wie hoort er bij welke zonde.
Wie in de Kersttijd zin heeft in een ongecompliceerde, vrolijke musical of lekker met jonge kinderen weg wil moet het CKC zeker mijden. De Vliegende Hollander is een pittig drama, niet geschikt voor de jonge kinderziel. Wie wil genieten van fraaie uitstekend uitgevoerde songs in een mooi geënsceneerd verhaal moet één dezer dagen juist wel een bezoek brengen aan het CKC. De Vliegende Hollander is er nog tot en met 8 januari te zien.
* Op de website van de voorstelling kun je de rolverdeling van de beide casts terugvinden. Naast eventuele wijzigingen door ziekte is de bezetting van de rollen Maria en Katharina echter niet volledig volgens dit schema.