Het jeugdtheater Hofplein kent bepaalde tradities. Zo worden de voorstellingen doorgaans gespeeld door twee casts, die min of meer gelijkwaardig zijn. Vaak is er een volwassen speler of instrumentalist die alle voorstellingen speelt. De andere is dat de grootse wintervoorstelling een sprookje is. Dit jaar is het niet anders, of toch eigenlijk wel. Waar we in voorgaande jaren bewerkingen van bestaande sprookjes zagen, is er ditmaal een nieuw sprookje geschreven door Koos Meinderts. Over de achtergrond en het ontstaan kun je lezen in het interview met Koos Meinderts dat binnenkort op Musicalworld te lezen zal zijn. We zagen de premiere van cast B.
In de voorstelling wordt het sprookje ingeleid door een bende engelen; zonder vleugels maar in schattige witte wollen kleding. Ze gunnen elkaar echter het licht in de ogen niet, en elke engel komt niet verder dan een zinsdeel. Dan neemt de volgende al weer over. Een grappig effect, dat wel iets te lang duurt. Aan het begin van de tweede akte zien we het stel weer terug, voor een samenvatting en het vervolg.
De winterkoningin heeft een dochter gemaakt uit een sneeuwvlok. Maar het sneeuwmeisje leeft niet, totdat de sneeuwgeest verschijnt en haar leven schenkt. Hij wil daar op dat moment geen beloning voor, maar zijn woorden doen het ergste vrezen voor een willekeurig moment in de toekomst. Het wordt prachtig gevisualiseerd; met een zwevende sneeuwgeest. Op de aarde bereiden de ganzen zich voor op de trek naar het zuiden. Wederom vallen de prachtige kostuums op. Wel moet je vrezen voor de toekomst van deze vendel. De mannetjesganzen zijn zo komisch aangezet gay dat er van voortplanting vast niet veel meer komt. Een van de ganzen, Zilver, wil niet meer mee naar het zuiden. Hij komt terecht bij Limp, een jongen die mank is maar desondanks heel behendig, en die wordt afgebeuld door de mensen bij wie hij in dienst is. Eigenlijk heet hij Anders (een Scandinavische naam), maar vanwege de handicap is het dus Limp. Hij zou graag kunnen vliegen.
Op een dag vindt de sneeuwgeest dat de winterkoningin zijn dochter lang genoeg heeft gehad, en dat het zijn beurt is. De bewaking wordt verscherpt, maar als de winterkoningin de bewaking een kerst thuis gunt weet de sneeuwgeest zijn slag te slaan. Hij heeft echter niet gerekend op het verdedigingswapen dat de koningin haar had meegegeven; een spiegel. Hierdoor weet het sneeuwmeisje te ontsnappen aan de sneeuwgeest, maar belandt in de wereld van Limp en Zilver.
De winterkoningin, de volwassen rol, wordt gespeeld door Roos Drenth. Ze speelt de rol naar behoren, maar valt vocaal wat tegen. Vooral het bombastische “Hagel en IJs” verdient een stem met lekker veel kracht. Limp wordt fraai vertolkt door Erdem Cavlak. Hij maakt al hinkepotend een flinke snelheid op ‘t podium, en weet je echt in zijn beleving mee te trekken. Lauréanne Scholten is een mooie gans-op-leeftijd, iets wat voor een jongere toch lastig spelen is.
Dit soort voorstellingen heeft een aanzienlijke cast, en zit dus vol met bijrolletjes die voor de rode draad van het verhaal niet dringend noodzakelijk zijn, maar het wel lekker luchtig houden. Zo houdt de winterkoningin er een enorme hofhouding op na. De raadsheren en -vrouwen zorgen voor een komische noot. Ook om de stotterende bode (Nigel van der Laan) wordt veel gelachen, maar hij weet vooral enorm te vertederen. Ook bij de pianist die wil gaan zingen, maar door de winterkoningin wordt tegengehouden krijgen we een enorm aaaah-gevoel.
Deze premiere is pas de tweede voorstelling voor publiek, en dat is wel zichtbaar en hoorbaar. Componist Harrie Jekkers heeft het de cast niet makkelijk gemaakt, wat her en der wat valse noten tot gevolg heeft. Ook choreograaf Jaakko Toivonen heeft de lat hoog gelegd; de dansjes zijn nog niet echt ingesleten. We mogen aannemen dat zonder premierestress en met meer routine dit zeker zal verbeteren, wat de voorstelling er nog beter op zal maken.
Naast prachtige kostuums zorgt ook het decor voor een prachtig plaatje. Zonder wisselingen kan het moeiteloos voor de wereld van de Winterkoningin of de wereld van Zilver en Limp door. Een prachtig effect is als er met rook sneeuw wordt gesimuleerd, en deze vervolgens met een sneeuwschuiver geruimd wordt. De muziek van componist Harrie Jekkers bevat een aantal verrassingen. Waar bijvoorbeeld het finalelied Leve de lenteeen herkenbaar Harrie Jekkers-klank heeft, verbazen we ons over het al eerder aangehaalde Hagel en IJs een schitterend thema.
Koos Meinderts heeft met de Winterprinses een mooi sprookje geschreven, dat over het geheel genomen goed te volgen is. Bij de manier waarop het nu is gevisualiseerd zou ik daar wel nog een paar kanttekeningen bij maken. Het zou duidelijker zijn als Limp zijn wens tot vliegen wat vaker laat blijken tijdens de voorstelling. In de inleiding tot de tweede akte worden dingen verteld die we graag zouden zien. Tenslotte is wat Limp precies doet als hij in opstand komt niet duidelijk, maar wordt wel iets extreems gesuggereerd wat hem minder sympathiek maakt. De Winterkoningin blijft echter zeker de moeite waard om gezien te worden. Hoe warm of koud deze winter ook zal uitpakken; het kan nog tot en met 15 februari in het Hofpleintheater.