Doornroosje was oorspronkelijk een voorstelling van Van Hoorne Theaterproducties. In het verleden waren al meerdere van hun shows in een Vlaamse versie te zien (waaronder ook deze Doornroosje, zelfs met deels dezelfde cast), maar nu is het Deep Bridge die het stokje van Music Hall heeft overgenomen. Een groot voordeel is alvast dat dit betekent dat de voorstelling in Antwerpen niet in de enorme Stadsschouwburg te zien zijn, maar in het toch wat kleinere Theater Elckerlyc. De schaal is vergroot, de arrangementen van de nummers aangepast, en de teksten zijn herschreven naar het Vlaamse publiek.
De basis van het sprookje is in deze voorstelling redelijk overeind gebleven. Een koningspaar heeft Fien, een fee, niet uitgenodigd voor het geboortefeest van hun dochter Doornroosje. Dus als de goede fee (in dit geval is er maar één, haar zus) bezig is met allerlei prettige wensen, onderbreekt ze haar, en vervloekt de baby. Doornroosje zal op zich op haar achttiende prikken aan een spinnenwiel en voor eeuwig in slaap vallen, net als de rest van de mensen in het kasteel. De goede fee kan de vloek nog een beetje ombuigen, en zorgt ervoor dat Doornroosje gewekt kan worden door haar eerste liefdeskus, zo’n 100 jaar later. Niet de meest handige keuze, want nu moeten niet alleen alle spinnenwielen worden verbannen, maar moet er ook voor worden gezorgd dat Doornroosje niemand kust voor haar achttiende. En om één of andere reden hoort Doornroosje zelf niet over deze vloek. En dus is ze teleurgesteld als er niemand van buiten komt bij haar zestiende verjaardag. Natuurlijk raakt ze betoverd als ze toevallig toch een knappe prins (met een boodschap van zijn vader) tegenkomt. En natuurlijk moeten vervolgens alle zeilen worden bijgezet door de rest van het hof om deze romance niet te laten bloeien. En natuurlijk is er op de achttiende verjaardag toch een spinnenwiel in het kasteel. Die heeft Fien (met hulp van de zaal !?) betoverd en zelf meegebracht.
Zoals in vrijwel alle sprookjesvoorstellingen van Van Hoorne Theaterproducties zit het duo Titus en Fien in de voorstelling. Altijd in de kleur groen, altijd met elkaar overhoop en altijd is Titus de minst snuggere van de twee. Continu beledigen ze elkaar, vaak op uiterlijkheden. Wat in deze versie aangenaam is, is dat de kinderen van het onderlinge vitten geen voorbeeld voor pesterijen naar leeftijdsgenootjes meekrijgen. Als Titus meldt dat hij niet van spruitjes houdt, en ‘platte vijg’ om zijn oren krijgt, en hierop antwoord “die lust ik wel” dan blijkt de humor sterker dan het kwetsende gehalte.
De cast is een mengeling van bekend van TV, en bekend van theater, aangevuld met nieuwe gezichten, en de ook in dit land onvermijdelijke stagiaires. Tinne Oltmans is bekend van de muzikale televisieserie Ghost Rockers. Ze zingt haar nummers uitstekend, en speelt ook overtuigend. Een langere TV-carrière heeft Thomas van Goethem, evenals een waslijst aan prinsen die hij al heeft vertolkt in het theater. Eeuwig jong straalt hij opnieuw als prins Wijnand. Jasmine Jaspers leeft zich lekker uit als Fien, de feeks van het stuk Haar partner in crime, de onnozele Titus, wordt leuk gespeeld door Laurenz Hoorelbeke. Gekke bekken te over, heerlijk onnozel, en een klein hartje. Hoogtepunt tussen de twee is de scene op de achttiende verjaardag, waarbij Titus zich onder de wijde jurk van Fien heeft verstopt: overheerlijk kluchterig, en een tikje ondeugend. Het koningspaar wordt vertolkt door Liv van Aelst en Walter Baele. Deze laatste is de enige waarvan de zang af en toe wat ondermaats is, en ook qua dans oogt hij nogal houterig, maar desondanks steelt hij regelmatig de show in de voorstelling. De koning, die spreekwoorden verbasterd (ik licht een tipje van de luier), zich in de musical vergist (So Long Farewell….) en in het Frans mompelt heeft wel iets clownesks, maar zonder egard en charme te verliezen. Een keuze die natuurlijk refereert aan het Belgische koningshuis en dat met een vette knipoog doet. Line Ellegiers speelt charmant de goede fee. In een lastig kostuum, want we horen haar zeggen als ze Doornroosje de trap af volgt: “Niet te snel. Ik heb een hele grote jurk”.
De voorstelling heeft een duidelijk decor, waarin moeiteloos het kasteel te herkennen valt, en een hoekje waar Titus en Fien wonen. Sommige van de effecten zijn wat minder spectaculair, zoals de rozenhaag die op het decor wordt geprojecteerd, anderen worden grootser aangepakt, met de lichtwand achterin, met vuur of neerdwarrelende hartjes. Het pronkstuk is de draak, die wel duidelijk door acteurs wordt gedragen en daardoor misschien net niet zo angstaanjagend is dat de allerkleinsten ervan gaan huilen. Een fraaie kop, maar ook schitterend bewogen door de acteurs. Qua beweging valt de choreografie wat tegen, Zeker aan het begin kan het wel wat vlotter en strakker dan deze lome en simpel ogende bewegingen.
Vergeleken met de Nederlandse voorstelling is de show vergroot, de doelgroep verbreedt, maar ook de prijzen zijn in Vlaanderen een stukje hoger dan in Nederland. Fijn is dat er zowel een castalbum als een programmaboek te krijgen is. Deze zijn met 10 euro voor het programma en 15 euro voor 25 minuten muziek ook wel stevig aan de prijs.
Evengoed is Doornroosje een heerlijke voorstelling geworden voor de hele familie. Met fijne aanstekelijke liedjes, met meedoen voor de kinderen, met spanning en romantiek, met een voor de jeugd bekende Vlaamse, met slapstick en wat intelligentere humor én spectaculaire slotscène. Een aangename verrassing met voor elk wat wils.