Het is negen jaar geleden dat we voor het laatst in Donkmeer waren. Toen stond er met The Story of Sacco & Vanzetti een stuk wat we nooit eerder zagen. Groots, spectaculair, maar de acteurs waren zichzelf aan het play-backen. Toen we vernamen dat dit jaar niet alleen het Disney-buitenbeentje “De Klokkenluider van de Notre Dame” zou worden gespeeld, maar dat er ook daadwerkelijk live zou worden gezongen, werd 23 augustus meteen rood omcirkeld in de agenda.
De reis vanuit Nederland is deze dag verre van voorspoedig, met drukte vanwege wegafsluitingen elders in Nederland, en ellende op de ring van Antwerpen als bonus. Dit laatste blijkt ook rond middernacht niet voorbij. Maar wat er te zien is in Donkmeer is de reis waard.
Eenmaal aangekomen bij de tribune via één van de twee ingangen (er is een route achter het gebouw langs, voorbij aan de toiletwagen naar de kant waar je minder lang hoeft te wachten) valt onmiddellijk het decor op een soort eiland. De Notre Dame in aanbouw, met op de verdieping de klokken, geplaatst aan weerszijde van een scherm waarop het bekende roosraam te zien is met een speelvlak en water ervoor. Links en rechts van het speelvlak een klein gebouw, en een aantal verbindingen met de oever waar de tribune zich bevindt. Tijdens de voorstelling zien we een optimaal gebruik van alle locaties, met her en der nog wat verrassingen.
veel Disney-tekenfilms inmiddels musicals zijn gemaakt zal vrijwel niemand zijn ontgaan. The Lion King is iconisch, en in Nederland hebben we bijvoorbeeld recent Aladdin gehad en nu Frozen. De Klokkenluider van de Notre Dame als musical is minder bekend, maar is nagenoeg net zo oud als de bekendere musical met de leeuwen. Bijzonder is ook dat deze in Duitsland voor het eerst werd opgevoerd en niet in de Verenigde Staten, en op Broadway zelfs helemaal nog niet te zien is geweest. En wie het verhaal kent weet ook dat dit veel minder de vrolijke kleurenparade is die de bekende stukken kenmerken. De titel werd eerder aangekondigd voor dit jaar door een andere Vlaamse producent en weer afgekondigd, maar krijgt met deze versie een indrukwekkende grootschaligheid die past bij de bombastische muziek die Alan Menken bij de tekenfilm heeft gecomponeerd. Bekende songs zijn bijvoorbeeld “God help the outcasts” en “Out there”.
Verhaal:
De musical is behoorlijk trouw aan de originele tekenfilm, met uiteraard de prachtige songs van Alan Menken, die hier vooral veel drama bevatten. Ook hier vertolkt de nar Clopin de rol van verteller. Hij leidt ons langs de voorgeschiedenis van de twee broers, een losbol en een serieuze, godvrezende. De tweede verraadt de eerste als hij voor hem met een ongepast cadeau – van een zigeunerin - de kerkregels overtreedt, waardoor de eerste wordt weggestuurd. Als deze broer een paar jaar sterft en diezelfde zigeunerin ook blijkt te zijn overleden, moet hij hun mismaakte baby opvangen. En zo wordt kardinaal Frollo verantwoordelijk voor Quasimodo, die hij verbergt voor de buitenwereld. De wat simpele zoon luidt de klokken, en praat met de waterspuwers en de klokken. Wat de waterspuwers bijzonder maakt, zijn praten terug, en vreemd genoeg zijn zij de enige in de voorstelling die dit met een frans accent doen. Zij zorgen voor wat comic relief in de musical, maar veroorzaken ook zijn eerste nachtmerrie.
Zij sporen Quasimodo aan om mee te doen aan het jaarlijkse gekkenfestival, omdat Frollo dit zigeunerfeest dreigt af te schaffen. Het wordt een drama, als hij wordt bekogeld en beschimpt, en zonder de zigeunerin Esmeralda had hij het misschien niet overleefd. Zij redt hem, wat er weer voor zorgt dat Quasimodo warme gevoelens voor haar krijgt. Frollo moet niets hebben van zigeuners, en verbiedt verder contact, maar ondertussen brandt in hem ook een verlangen. En dan is er de legerkapitein Phoebus in dienst van Frollo, die zijn gevoelens voor Esmeralda wel beantwoord weet. Voer dus voor genoeg drama, dat inderdaad volgt.
De voorstelling
Visueel worden de registers flink opengetrokken. Een deel van het Notre Dame-decor kan iets naar voren schuiven, en met vuur- en vuurwerk, paarden en wagens en een enorme cast ziet het er allemaal prachtig uit. Omdat dit de eerste publieksvoorstelling met live-zang is zouden er kinderziektes kunnen optreden, maar deze blijven uit. Het geluid klinkt fantastisch, en omdat de zang nu ook daadwerkelijk past bij de actie die wordt uitgevoerd, wordt je meer in de beleving gezogen. Het nadeel van zo’n grote voorstelling buiten ten opzicht van binnen is de enorme afstand tussen acteurs en publiek. Dat maakt het overbrengen van emoties een stuk moeilijker. Maar daarvoor heeft Festivaria twee geweldige troeven.
Dat Ruben van Keer na zijn rollen in Engeland daar niet voor altijd bleef is een zegen voor Vlaanderen. Hij speelt de rol van Quasimodo en dat doet hij werkelijk fenomenaal. De tragiek van zijn personage buit hij ten volle uit: de geïsoleerd opgevoede jongen, die alleen zijn fantasie heeft als gezelschap, dus erg kinderlijk is gebleven en ineens worstelt met volwassen gevoelens. Dat hij een uitstekende vocalist is wisten we natuurlijk al, en de soms best uitdagende songs zijn bij hem in prima handen. Maar hij heeft ook een tegenspeler van formaat. Nordin de Moor zou in een musicalgezinder land hoofdrol op hoofdrol stapelen, maar bij de rol van Frollo zou ik niet meteen aan hem hebben gedacht. En precies wat hij al vaker deed: hij verrast met een buitengewoon sterke vertolking: de verbitterde man vol woede, met een ongewenst maar onbedwingbaar verlangen. Ook zijn songs klinken fantastisch. Dat mag ook gezegd worden van Pieter Casteleyn, die een kleine spelrol heeft, maar we als verteller toch heel veel horen. Hij doet dat heel goed. Leendert de Vis en Idalie Samat zingen als Phoebus en Esmeralda ook uitstekend, vertolken vooral de lichtere onderdelen van hun rol goed, maar voor hen is de afstand tot het publiek te groot om hun onderlinge gevoelens mee te voelen. De waterspuwers zijn voor mij persoonlijk bij een eerdere uitvoering ook het zwakke punt van deze musical geweest en dat is deze keer niet anders. Dat ligt aan de rol, niet de vertolking en ik wil dus geen oordeel geven over de acteurs die deze rollen speelden.
Praktisch:
We hebben weer een wisselvallige zomer, maar de tribune is gelukkig overdekt. Dus, tenzij het precies vanaf de verkeerde kant inregent, zit je als publiek droog. Dat komt deze avond ook goed uit, want helemaal zonder spatten komt de cast er deze avond niet van af, al bleven de hoosbuien uit. Nu we toch bezig zijn met het publiekscomfort nog wat verdere tips: de voorstelling is 2 uur zonder pauze, dus wees daarop voorbereid. (Ter plekke de blaas legen is mogelijk voor een halve euro, cash). De tribune bestaat uit plastic kuipstoeltjes, dus als je een wat gevoeliger zitvlak hebt is het meenemen van een kussentje geen overbodige luxe. Met een aanvangstijd van 21.00 en vallende duisternis, ideaal voor het podiumbeeld, kan het natuurlijk ook snel afkoelen, dus misschien een extra vestje of jas mee. Zelf had ik het deze avond overigens niet koud.
Festivaria heeft met de live-zang een nieuwe, belangrijke stap gezet, en met deze Klokkenluider staat er een parel in Donkmeer. Als musicalliefhebber in Vlaanderen, met relatief weinig producties, moet je vooral je zegeningen tellen en deze gaan zien. En net met al die andere eigen producties: de speelperiode is zeer beperkt, dus je moet er nog snel bij zijn ook.7 september is alweer de laatste voorstelling.
Scènefoto’s: Steven Hendrix
Overige foto’s: Musicalworld.nl