De meest recente voorstelling van Volle Zaal producties behandelt een serieus thema. Antonia, een concertpianiste en componiste, die enige jaren ervoor haar man heeft verloren, ervaart dat het allemaal wat minder gaat. Vergeetachtigheid, zoals we misschien allemaal wel eens hebben, of toch wat meer. De twee inwonende dochters zijn totaal verschillend van aard. Carice is druk bezig met haar afstuderen, de jonge Bodine is minder fanatiek met de studie, weet het allemaal niet zo, en zit nog volop in de verwerkingsfase rond de dood van haar vader. Carice bemoedert haar ook een beetje, wat als reactie dan weer oplevert dat Carice ook eens aan de man moet denken, in plaats van alleen maar de carrière. Als Carice hulp in schakelt van Ruth, levert dat in eerste instantie een felle reactie op van Antonia, maar als ze zelf doorkrijgt dat het toch echt niet goed zit, accepteert ze het om een test te doen. De diagnose, jong dementerend, blijft schokkend. Carice besluit dit nog even voor Bodine te verzwijgen, omdat zij al genoeg aan haar hoofd heeft. De spanning tussen de twee wordt ook zeker niet minder, als na verloop van tijd Carice besluit ergens anders te gaan wonen. Ze heeft een relatie, en is zwanger. En zo voelt Bodine zich verplicht haar moeder te begeleiden en te verzorgen. Natuurlijk volgen nog de nodige conflicten, bijvoorbeeld over de opname in een verzorgingshuis. Maar het is niet alleen kommer en kwel: ook bloeit de liefde op.
De personages in het stuk zijn allemaal heel geloofwaardig; mensen van vlees en bloed. De wat excentrieke, en botte Antonia is ook liefdevol als moeder, en ervaart uiteraard het nare ziektebeeld. Carice, de zorgzame oudere zus, die voor haarzelf, haar carrière en haar gezin kiest en daarom wat kil lijkt. Bodine, het kwetsbare jonge zusje, die alle zorg op zich neemt en zichzelf wegcijfert. Meneer Polak, de bewoner van het verzorgingstehuis, die zijn avonturen uit het verleden herbeleeft, en continu met zijn hand trilt. Zijn adoptiezoon Moos, die aan de ene kant een versierende macho is, maar aan de andere kant heel lief kan zijn. En tenslotte de verpleegster Ruth, die eigenaardige wijsheden combineert met de consumptie van koekjes en taart. Bijzonder laconiek en voorzien van een onbeholpen motoriek.
Qua vormgeving is er niet veel nodig. Een bank, twee rijen stoelen waar de acteurs op zitten als ze niet spelen, een metalen achterwand met gaten, waarachter zich de piano (of synthesizer) van Antonia bevindt, die met de juiste belichting zichtbaar is. De wand wordt ook gebruikt als geheugen, waar foto’s van het heden en vroeger worden opgehangen, en soms weer verwijderd. De symboliek hiervan is eenvoudig te doorzien.
Dat niets een voorstelling zo aangrijpend kan maken als juist gedoseerde humor heeft scriptschrijver (en regisseur) Jean-Paul Duijst. Hij voert met Ruth een karakter op dat het publiek ongecompliceerd kan laten lachen, en zo even de druk bij het publiek weghaalt, om het even later weer verder op te voeren. Ook die schrijnende momenten, die zowel komisch als pijnlijk zijn, zorgen voor op hetzelfde moment voor de lach en de traan. Of zowel komisch als ontroerend, als meneer Polak en Antonia tijdens een zeiltocht in hun beider belevingswereld even de bekende Titanic-boegscene wordt beleefd.
De castleden zijn stuk voor stuk uitstekend. Het beeld van de ziekte, en wat het met je kan doen wordt mooi gespeeld door Lia Schipper. André Pieters toont als meneer Polak de lichamelijke ongemakken van zijn ziekte, maar ook de geestelijke gevolgen. Merit Veldhuizen toont als Carice vooral de praktische benadering. Kai Brasdorp begint als zelfverzekerde en handtastelijke versierder, maar toont ook de andere kanten van Moos’ karakter. En Merel van Reenen mag voor de komische noot zorgen door haar uitspraken, haar motoriek en haar gedrag, met name de niet aflatende stroom van ongezonde etenswaar. Ze trakteert onze recensent zelfs op een familieverpakking slagroomtaart. Maar het personage dat ons als publiek uiteindelijk mee aan de hand neemt is toch Bodine. De vertolking van deze rol door Sabine Linschoten is meesterlijk. Haar karakterontwikkeling is grandioos, we vloeken in ons hoofd met haar mee als ze het over de ‘kutziekte’ heeft. Heeft zij tranen in haar ogen, hebben wij dat ook. Misschien willen we zelfs niet zien wat zij ook niet ziet, of wil zien.
Dat de voorstelling zo prachtig uitpakt is niet in de laatste plaats te danken aan de indrukwekkende score die Jacob de Groot ervoor maakte. Hij stond zelf in professionele voorstellingen, maar laat hier horen (al is het een geluidsband), dat hij als componist zijn mannetje staat met een serie prachtige melodieën, die een prachtig homogeen geheel vormen.
Een kleine kanttekening is er slechts. De spelers zijn continu op het podium, en dat is voor de rollen van Moos en meneer Polak wel heel lang. Het duurt namelijk wel even voordat zij een rol in het stuk hebben. Hierdoor kun je toch wat afgeleid worden, zeker als ze in je zichtlijn achter de actie zitten, in het bijzonder in zo’n kleine setting als deze.
Geheugendief is geen gezellig avondje ontspannen uit. Maar wie geïnteresseerd is of betrokken in het onderwerp, heeft wel een indrukwekkende avond. Want de ‘kutziekte’ levert wel een prachtige voorstelling op.
Tot nog toe is de enige resterende voorstelling, die zeker nog gespeeld gaat worden, op 3 juni 2017 in Theater Pantalone in IJsselstein