Voor de zesde keer (in vijf jaar) is ook dit jaar weer de Jos Brink Genesiuspenning uitgereikt. De penning is bedoeld als aanmoediging voor een student van de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater, en is een kopie van de penning die Jos Brink ooit kreeg van de erven van Wim Sonneveld. Genesius is de patroonheilige van de podiumkunstenaars, de acteurs, de dansers en de clowns, en was een hofnar van keizer Diocletianus rond 300 na Christus, die werd onthoofd toen hij door het Christendom werd gegrepen (terwijl hij ingehuurd was hen te bespotten).
Tevens wordt deze middag voor de derde keer de Jos Brink Musicalbeurs uitgereikt. Dit gebeurt tweejaarlijks (voorheen onder de naam Musicalmakers Beurs). De beurs bestaat dit jaar uit een bedrag van 15000 euro, een speelgarantie van vijf voorstellingen in Klein Carré en productionele begeleiding ter waarde van nog eens 5000 euro.
De Pouw Foyer is afgeladen vol tijdens deze uitreikingsbijeenkomst. De middag biedt naast de daadwerkelijke uitreikingen tevens een aantal gastoptredens, en gastsprekers. Zo treedt Glennis Grace op met Listen uit Dream. Zij behoorde tot de allereerste lichting Frank Sanders’ Akademie-studenten. Ook Sabine Beens, een van de in de musicalwereld bekendste artiesten, treedt op. Ze zingt een lied uit haar vorige soloprogramma Ça Bien, een expliciet lied over haar leven van geboorte tot nu (). Traditie wil dat de winnaar van de prijs op deze dag zelf geen woord hoeft te zeggen, laat staan optreden. Dat laatste wordt een jaar later dan wel weer van je verwacht. Ditmaal treedt dus Anouk Kalter op, de winnares van vorig jaar.
In het tweede gedeelte zijn er dan nog optredens van de tweedejaars studenten, en vierdejaars Pascal van Dijk, Sandra Jonkman, Marco de Kramer en Roosmarijn Poorthuis. Tevens zijn Stan Limburg en Burt Lamaker te zien als Snip en Snap. De voorstelling, waaruit het fragment komt, werd van script voorzien door Femke Krist, en zij was weer de winnares van de eerste musicalbeurs.
Uiteraard zijn de uitreikingen het belangrijkst. Voor de uitreiking van de penning wordt altijd gezocht naar iemand die wat kan vertellen over zijn ervaringen met Jos Brink. Dit jaar was het de beurt aan André van Duin. Hij gaat er prat op één van de nog weinige levende mensen te zijn die Jos Brink eerder kende dan Frank Sanders. Ze kwamen elkaar geregeld tegen in het schnabbelcircuit, met name als voorprogramma van bekende namen van toen. Meestal namen waar de huidige generatie nooit van heeft gehoord, maar ze waren ook samen bij het beruchte Kurhaus-concert van the Rolling Stones. Bang vluchtten ze naar een kleedkamer, waar ze jaren later werden bevrijd door Frank Sanders. Met een knipoog wordt verwezen naar de moeite die Willeke Alberti vorig jaar had met de sluiting van de ketting, maar ook dit jaar blijkt het weer een hele opgave, die gelukkig uiteindelijk wel met succes wordt voltooid.
Op voorhand heeft Margot Giselle het juryrapport voorgelezen. De prijs ter aanmoediging van een uitvoeren talent in het musicaltheatervak gaat naar Christian van Eijkelenburg. Het juryrapport stelt onder meeer: Hij weet als jong musicalacteur elke seconde te boeien. Tragisch komische situaties waarin de mens tekort schiet worden door hem omgezet in theater, zowel als speler als als maker. Zijn prettige eigenwijsheid heeft hij tijdens zijn opleiding bruikbaar gemaakt.
Voor de Musicalbeurs is Fred Boot uitgenodigd. Als producent van het megasucces Soldaat van Oranje is hij natuurlijk iemand die veel kan vertellen over het neerzetten van een nieuwe voorstelling. Hij biecht op dat hij musicalfan is, of eigenlijk was, nu meer theaterfan. Dat hij nu niet alle musicals meer mooi vindt, en soms ook ronduit slecht. Hij schetst hoe hij de opkomst van de musical meemaakte, als stagiair bij Van den Ende producties, begin jaren negentig. Dit waren vooral bestaande buitenlandse producties. Mondjesmaat werd er ook wel een Nederlandse productie gemaakt, waarvan hij zich vooral Zeldzaam herinnert. Hij richt zich tot Steven Moonen: “Volgens mij speelde jij daar ook in”. Om vervolgens de hele zaal te melden: :“Ik kende het hele boekje uit mijn hoofd.Ik was daadwerkelijk musicalfan.” Het valt hem op dat de laatste jaren naast slechte ook een hoop goede musicals in Nederland werden gemaakt. Joe (niet objectief), Eindeloos, Turks Fruit, Piaf, Ramses. Vooral veel biografiemusicals, die door het onderwerp muziekgerelateerd zijn en daarmee voor de hand liggen. Maar Soldaat van Oranje, Rembrandt en Vincent, dat Albert Verlinde in voorbereiding heeft, liggen een stuk minder voor de hand en zijn daarmee een stuk moeilijker, getuige Rembrandt. Bij nieuwe titels is de voorbereidingstijd erg belangrijk. Het bepalen waar en wanneer je muziek gebruikt,
Boot leest ook het juryrapport voor van de Musicalbeurs. Een eervolle vermelding gaat naar Guus van Wolden met Julia’s Hoop. De jury vond de muziek geweldig, voor een groot orkest. Helaas waren er geen dialogen bijgevoegd en een scene lijst ontbrak. De jury hoopt dat er twee jaar wordt verder ontwikkeld, en dat er dan opnieuw wordt ingestuurd. De keus blijkt te gaan tussen Aan Tafel (Bas Bovelander) en Mea Culpa. De jury kiest bij meerderheid van stemmen voor Mea Culpa. Deze voorstelling is een intrigerend concept dat steunt op twee pijlers: een thriller, en een aanklacht tegen misbruik in de katholieke kerk. Er wordt nu nog wat geworsteld om een helder verhaal te vertellen; er gebeurt nogal veel. Maar dat is op te lossen. Goede muziek, mooie heldere songteksten en een aantal interessante dramatische lijnen. De samenhang tussen thriller en actualiteit biedt de mogelijkheid tot commercieel succes. De prijs wordt opgehaald door initiatiefneemster en schrijfster Annerie van Loenen, componist Joni van Rossum en liedtekstschrijver Wesley de Ridder.