Recensie

Grutte Jonge: persoonlijk verhaal door diverse personages

Vanavond beleeft Theun Plantinga zijn Friese premiere; wij zagen Grutte Jonge 10 mei in Hoofddorp, door de ogen van een niet-Fries.

Als iedereen in de zaal zit komt er een collega binnen.  Een raar mannetje, ene Juppe de Vries, zoekt naar zijn plek, en blijkt alvast een recensie te moeten schrijven voor het lokale krantje van Veenwouden, waar hij binnenkort zal optreden, het Dorpskompas. Hij heeft een kaartje voor de eerste rij, maar deze blijkt al vol. Hij wurmt zich er toch tussen, en praat met een bijdehante gast op deze rij, die ook nog even een foto van deze journalist in het podium mag nemen.
Dan verschijnt producente Hedwig Engels. Zij is lovend over Plantinga, die ze leerde kennen toen hij een zwijgende rol als verhuizer speelde. En later, toen hij weer verhuizer was, nu met tekst. Zo gegroeid dat hij wel in haar stal moest komen. En nu dus een soloprogramma.
Als Theun Plantinga dan eindelijk ‘zelf’ op het podium verschijnt wacht hem een onprettige verrassing. Als hij een lied wil gaan zingen, blijft de muziek uit. Als hij vervolgens een post-it ontdekt met instructies, blijkt hij er volledig alleen voor te staan. Er is een cd die hij zelf in moet starten, en ook het licht moet hij zelf doen.
In Grutte Jonge laat Theun Plantinga vooral zichzelf zien,  haalt hij inspiratie uit de directe omgeving en relativeert hij zijn 10-jaar in het vak. Dit doet hij met liedjes en verhalen, maar ook met een aantal typetjes die over Theun Plantinga vertellen.  Maar wel, zoals het theater betaamt, op een manier dat je je afvraagt waar de realiteit eindigt, en de overdrijving begint. Over de eerste showbizzstappen in de kerk, als Jozef in de kerststal, en de show met een stalen doornenkrans waarmee hij het totale restauratiebudget van de kerk heeft opgemaakt. We zien het schaap Makkie dat door hem werd gehaald, zijn maatje werd en waarmee hij het zoenen heeft geleerd. En we ontmoeten Arno, de mede-scooteraar die Theun outte, en daar meteen maar zijn beroep van maakte, de homofluisteraar. Deze Arno demonstreert zijn werk nog even met mensen uit het publiek, met een potjr complimententennis.
De anderhalf uur zonder pauze vliegen voorbij, dankzij de mooie mix van komedie, en ernst, die vooral in de liedjes zit. Van het Toon Hermans-achtige ‘Kolder in mijn kop’ aan het begin van de show tot het slotnummer in een blauw schaatspak klinken ze prima. Een nummer in het Fries weet te raken, ook zonder dat echt duidelijk is waar het nu precies over gaat. Maar ook het (bewust) valse lied van het verlegen meisje in de koekjesfabriek, ‘Jouw heftruck tilt ons naar omhoog’, op de melodie van Up where we belong ,krijgt een mooie kwetsbaarheid.
In dit programma maakt Theun Plantinga goed gebruik van de sterke punten die we van hem uit de musical kennen. De uitdaging zoeken met het publiek deed hij in Daendels, en nu als Arno.  Eerdere typetjes zagen we bijvoorbeeld in Jip en Janneke (moeder) en in Achtste Groepers Huilen niet (poes) , terwijl we hem in laatstgenoemde ook de ‘gewone jongen’ zagen vertolken. De gevoelige, emotionele kant weet hij in deze show ook goed over het zelf aangestoken voetlicht te brengen. Een gevoelige kant die mooi botst met de gemene kant, die blijkt uit de pestkop die hij aan het eind van de voorstelling speelt en waarbij je als publiek niet goed weet of je moet lachen om de pesterijen richting een aantal kinderen (goed voor een nieuw televisieseizoen van Peter van der Vorst’s Pesten), of het moet veroordelen.
Eerder spraken we uitgebreid met Theun Plantinga over deze voorstelling. Grutte Jonge is nog tot en met juni te zien in heel het land.

10 May 2012
Reguliere voorstelling
Hoofddorp
Ouwe Raadhuis
http://www.theunplantinga.nl
theun plantinga, grutte jonge, solo, musical,

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen