Producenten Ruud de Graaf en Hans Cornelissen hielden een kort praatje. Hans roemde de sfeer en het enthousiasme van iedereen die met de productie te maken heeft. Nadat onder fel geflits de taart was aangesneden was het smikkelen en smullen voor de cast, betrokkenen en genodigden.
100 voorstellingen wil natuurlijk niet automatisch zeggen dat iedereen ook daadwerkelijk alle 100 voorstellingen heeft meegespeeld. Arie Cupé deed dat wel. Het overgrote deel als alle klanten van Nel (en soms Greet), de oudere homo en nette man; en een paar voorstellingen als Sjaak en Bert.
Het verschil in gevoel tussen de eerste en de voorstellingen nu is duidelijk. Het is een stuk vertrouwder allemaal. De personages die hij speelt is hij in de loop van de voorstellingenreeks steeds beter leren kennen. En met dat gevoel is het ook wel steeds makkelijker spelen geworden; het is niet meer zo eng.
De voorstellingen dat Arie Cupé de rol van Sjaak/Bert overneemt wordt elke klant steeds door een ensemblelid overgenomen. Over deze voorstellingen:
Voor mij is dat ook heel leuk om te doen. Mijn gewone rol in Wat zien ik?! is voornamelijk spelen; als Sjaak/Bert kan ik ook weer echt lekker zingen, en dat is erg leuk om te doen. Maar die voorstellingen zijn voor heel de cast moeilijke voorstellingen. Ik kan dan op een stuk ervaring terugvallen, maar heel veel van de cast, die zo rond de 20 zijn, hebben die ervaring veel minder. Zij moeten rollen spelen die ze minder gewend zijn, en de klant-rollen zijn, zeker dan, moeilijk. Dus voor hen is het nog veel lastiger om te doen dan voor mij. Maar wel leuk.
Ellen Pieters speelde bijna 100 x de rol van Greet. Aan haar de vraag hoe diep Greet inmiddels in haarzelf is doorgedrongen.
Blonde Greet is bijna deel van mezelf geworden. Het is wel iets wat eigenlijk altijd gebeurt, als je rollen langer speelt. Maar zeker ook bij Greet. Vooral haar oprechtheid en eerlijkheid spreekt me enorm aan.
De kleine foutjes, dingetjes die mis gaan, leveren nog wel eens hilariteit op het podium op
Tuurlijk. Als je leuke collega’s hebt waarop je kan reageren en een goede interactie hebt dan is die ruimte er ook. Dan kan het ook goed. Met saaie collega’s zou je gewoon je dingetje doen, maar met Mariska en John is het zo vertrouwd, dan kan er ook wat ontstaan. En dat is het leukste wat er is.
Als Johnny er niet is (of als Arie er niet zou zijn) heb je niet 1 maar een heleboel tegenspelers als klant. Maakt dat het spelen lastiger? Wat het lastiger maakt is dat in dat geval een heleboel andere rollen ook doorschuiven. Want door het vervangen van de ene rol kun je een andere niet spelen; die moet dan weer worden opgevangen. Dan komt het voor dat mensen niet meer weten waar ze moeten zijn. Je bent op zo’n moment ook heel erg bezig met het sturen van je collega’s. Dat is wel vermoeiend, maar ook wel weer heel leuk.
Dan blijkt het 15 minuten voor aanvang… En wordt de 100e voorstelling weer net zo’n geestige, maar ook ontroerende voorstelling als de 99 ervoor. Het bosje bloemen voor de spelers… ze hebben het verdiend.
Wat zien ik?! is nog tot zaterdag 24 maart in het Nieuwe Luxor te zien en daarna in diverse plaatsen in ons land. Het slot van de serie voorstellingen is in Amsterdam. Van 8 tot en met 13 mei zal de tour gepast worden afgesloten in Koninklijk theater Carré.