Waar enkele weken geleden de derdejaars in de West-dependance van het DeLaMar hun afsluitende voorstelling speelden – een zeer geslaagde eigentijdse versie van Mahagonny – is het grote DeLaMar twee avonden het speelterrein van de vierdejaars. Onder begeleiding van regisseur Bas Groenenberg schreven ze een grappige voorstelling over een nogal bizar relatie-experiment.
In ‘Hora Est!’ wil psychologiestudent Theresa Broz (Loïs Bozac) aantonen dat liefde beïnvloedbaar is door te beweren dat zij er in slaag vier koppels te maken als zij negen willekeurige mensen bij elkaar zet. Locatie van dit experiment blijkt een huis met twee woonlagen en een huiskamerrestaurant, waar zeer verschillende types wonen en werken. Max (Kemy Hooimeijer) is de eigenaresse van het restaurant, die al een sleetse relatie heeft met tandarts Jerry (Tom Di Scala). In de keuken werkt Ellen (Nathalie van Arenthals), die enorme bonje krijgt met het nieuwe meisje in de bediening Rosalie, die haar onbeschoft en racistisch behandelt. Deze Rosalie (Josine van Soest) is een gevallen rijkeluiskind, die nog steeds wel haar attitude heeft. Dat juist de gewone, verlegen BOA Jan (Twan Bosschaart) op slag verliefd op haar wordt, kan ze dus zeker niet waarderen. Dan zijn er nog Armin (Jelmer Engelaar), een stand-up comedian zonder succes, Simone (Robin Ketelaars), een musical-actrice zonder werk en Ineke (Mayke van der Zanden), een basisschoollerares met wel erg veel ouderspreekavonden. Om de groep compleet te maken is er architect Jos (Sterre Schaasberg), die al bevriend was met Theresa en nieuwkomer en eeuwige studente Annebel (Benthe de Wijs), die Jos (en deze recensent) al bij kennismaken horendol maakt met het overmatig gebruik van afkortingen.
Dat het experiment niet van een leien dakje gaat, zal niet verbazen, dus stelt de professor voor het proces wat te beïnvloeden (de resultaten blijken al verkocht aan een commerciële partij). Met onverwachte gevolgen.
Het stuk biedt ieder van de studenten ruim de gelegenheid te stralen of schitteren, al heeft het gebruik van zo veel gelijkwaardige rollen wel het gevolg dat de eerste akte wat lang duurt. Alle karakters moeten worden geïntroduceerd, en alle lijntje gelegd die in de tweede akte opgepakt worden. En die vliegt dan ook voorbij. Wat zeker slim is gedaan is het gebruik van een telefoongesprek tussen Therese en haar prof, waarin ze het experiment beschrijft. Zo zijn wij als publiek op de hoogte (en kan daar ook weer een grap over worden gemaakt; er zitten een paar vierdewand doorbrekende grapjes in). Sommige karakters zijn karikaturaler dan andere, en zorgen regelmatig voor een lach op je gezicht. De oerfoute woordspelingen en beroerde grappen van Armin, of het altijd ‘gebeurt me anders nooit’ van de immer te late Simone bijvoorbeeld. Jan weet te vertederen, ondanks zijn toch wel zorgelijke gedrag, terwijl ik persoonlijk moralistisch genoeg ben om het gedrag van Ineke te verafschuwen. Van de vertolking van Max raak ik zeer onder de indruk: het is dramatisch de meest interessante rol, en deze wordt prachtig vertolkt. Voor wie een carrière in het theater ambieert, zal het meespelen van Ad Knippels een godsgeschenk zijn. Zijn bijdrage als de professor beslaat slechts enkele minuten, maar zet zijn karakter meteen helder en duidelijk neer.
De liedjes in deze voorstelling zijn samengeraapt uit een bont scala van bestaande titels, uiteraard voorzien van een nieuwe tekst. Hofleverancier blijkt Avenue Q, met 3 nummers, maar verder schiet het van Hair to A Band’s Visit, van Little Shop Of Horrors (welke lijkt me gezien de rolbeschrijving duidelijk) tot Parade, van titels waarvan ik dacht dat ik de enige was die ze in Nederland kende (In transit, 35MM bijvoorbeeld) tot musicals waar ik nog nooit van heb gehoord, zoals Whatever I want to Be en The Arcadian Wild. In die gevallen is het fijn een programma te hebben waar de titels in zijn vermeld. Deze laatste blijkt na zoekwerk ook helemaal geen musical te zijn, maar een bandnaam. De uitvoeringen ervan maken indruk, zeker de powersongs van de vrouwen knallen van het podium af. Het begeleidende vierkoppige orkest zorgt voor een uitstekende begeleiding.
Waar de openingsdans, al dan niet bewust, wat chaotisch overkwam, zien we later in de show een aantal strakke en toffe choreografieën.
Deze eindvoorstelling is er dus zeker eentje om trots op te zijn. Wie nieuwsgierig is geraakt kan vanavond nog terecht in de Mary Dresselhuys zaal.