Filmmaker Woody Allen heeft een schare trouwe fans, die al zijn films verslinden. Af en toe scoort hij ook bij een groter publiek, zoals met “Hannah and her Sisters.”Deze film en Woody Allen in het algemeen zijn de inspiratiebron voor de voorstelling “Who’s afraid of Woody Allen?”
De voorstelling is voortgekomen uit de M-lab Pitch van ongeveer een half jaar geleden. Toen was nogal vaag wat er nu bij de voorstelling hoorde, en wat op de pitch was gericht. Bij de opening zijn de acteurs namelijk nog acteurs, die denken met een repetitie bezig te zijn en geconfronteerd worden met betalend publiek. Nu blijkt alles gewoon bij de voorstelling te horen.
Het uit de rol stappen komt nog een aantal keren terug. Het meest extreme geval is als de mannelijke acteur twee actrices op tafel gooit en ze bespringt, om te kijken of er wel goed gecast is. (Het blijkt van wel.) Rein Hofman vertolkt Woody Allen en geeft zelf aan dit niet zo goed te doen. Het is een soort onzekerheid die ook weer bij de uitstraling van de acteur hoort, die in het verhaal een onvruchtbare hypochonder speelt. Zijn rol is kleiner dan je zou vermoeden bij een titel als deze. Het is toch vooral het verhaal van de drie zussen (Jolanda van den Berg, Janna Fassaert en Sytske van der Ster). De oudste is getrouwd met de man, waarmee de jongste een verhouding krijgt (Ad Knippels). En de middelste, die is vooral een onzekere coke-snuifster met dure toekomstplannen. Een gastrol is weggelegd voor Theo Nijland als de eerste minnaar van de jongste dochter, een erudiete en kunstzinnige man. Gastrol omdat hij bij het eindapplaus er niet meer is: hij had nog een schnabbel in het Bim-huis.
Er is geen duidelijk doorlopend verhaal. Er zijn situatischetsen, en hier en daar een flash-back. Dit, en het feit dat hier duidelijk acteurs rollen aan het spelen zijn, maakt dat je je niet kan vereenzelvigen met de karakters. Meeleven doe je niet, enkel aanschouwen.
De liedjes in het stuk zijn vooral bestaande jazz-liedjes (nachtclubstijl), die in het Engels worden gezongen, met thema’s die wel in de voorstelling passen. Toch heeft de voorstelling geen Amerikaanse setting gekregen; we zijn echt in Nederland. Zo komt er bijvoorbeeld een zanger voorbij die 51e is geworden bij The Voice, en in het Nederlands wil zingen.
Mijn kennis van Woody Allen is onvoldoende om te beoordelen of deze voorstelling nu typisch Woody Allen is. Natuurlijk, hij komt er in voor, en het verhaal is duidelijk gebaseerd op zijn werk, maar de bizarre absurditeiten en het van de hak op de tak springen, de soms vrij bizarre uitstapjes uit het verhaal.
Dit is duidelijk niet een voorstelling voor het grote publiek. Je moet het regelmatig uit het script stappen en het fragmentarisch vertellen met flashbacks kunnen waarderen, net als de vreemde overacting-stijl die de spelers gebruiken. Geestig is het op sommige momenten zeker. En apart is het in ieder geval. Omdat door deze stijl er eigenlijk niet echt een verhaal wordt verteld, blijft het ook wel een beetje wringen. Het is een soort tussendoortje waarvan je je afvraagt, is de smaak de calorieën wel waard. En dat oordeel is voor iedereen anders.