De naam Prikkebeen, en die van zuster Ursula zijn in het collectieve geheugen blijven hangen. Beiden hebben dit waarschijnlijk te danken aan de teksten van Lennaert Nijgh: Meester Prikkebeen gezongen door Boudewijn de Groot, en Zuster Ursula die door Rob de Nijs de Nederlandse pop-historie ingezongen is. Het verhaal is oorspronkelijk geschreven (of moeten we zeggen vertaald) door J.J.A. Goeverneur in 1858 en wordt beschouwd als het eerste Nederlandse stripverhaal. Met deze voorstelling wordt mijnheer Prikkebeen nieuw leven ingeblazen.
Mijnheer Prikkebeen is een vlindervanger, maar voelt zich zelf gevangen door zijn zus, zuster Ursula, die hem de wet voorschrijft. Hij wil weg, naar Amerika, om de vrijheid te vinden. Hoewel zijn zus het hem verbiedt ontvlucht hij zijn thuis en scheept hij toch in op een schip richting Amerika. Daar ontmoet hij meester Dik, die vlucht voor de wet, een boerenvader en zijn dochter Pieternel, de twee bemanningsleden en tot zijn schrik ook weer zijn zuster. Hij besluit over boord te springen en beleeft zo een aantal avonturen. Om uiteindelijk tot een schokkende conclusie te komen…
Het verhaal van Prikkebeen wordt verteld door de vlinders, die conform het oorspronkelijke boek op rijm verhalen. Alle karakters zijn, op een kleine uitzondering na, net als Prikkebeen levensechte mensfiguren. Alleen de vlinders zijn handpoppen en geven een vertrouwd Terra gevoel.
Mijnheer Prikkebeen wordt vertolkt door de Vlaamse cabaretier Begijn le Blue. Het is even wennen aan zijn tongval; daarna is het makkelijk meeleven met deze vreemde snuiter die zo geïnteresseerd is in vlinders en er alles van weet. Zijn zuster Ursula straalt strengheid uit in alles, zeker en profil. Mareille Labohm vertolkt deze Prikkebeen-nachtmerrie vol vuur. De kleurrijke bijfiguren worden voornamelijk gespeeld door Boy Ooteman (kapitein en meester Dik), Babbe Groenhagen (huwbare boerendochter) en Theun Plantinga (boerenvader en zeeman). Daarnaast komen we ook nog etterige Arabische scholieren, Grenadiers die op water kunnen lopen en Eskimo’s die de aangespoelde Prikkebeen en meester Dik aan het spit rijgen tegen. Allen kunnen op een vette lach rekenen.
Anders dan bij de meeste voorstelling van Theater Terra is Prikkebeen voor 7 jaar en ouder. Gezien de soms wel lastige bewoordingen en het feit dat niet ieder personage het slot haalt een verstandige keuze. Het taalgebruik is dan weer heel klassiek (voornamelijk als de vlinders al rijmend aan het woord zijn) dan weer heel eigentijds werelds (als de zeeman het over een mokkel heeft). Sommige humor zal boven het petje van de jonge bezoeker gaan: “deze walvis kan wel een klysma gebruiken” en ook de hilarische conversatie tussen twee Eskimo’s (poppenkastpoppen) die door een vlinder wordt vertaald lijkt bij volwassenen meer te scoren dan bij de kinderen.
Muzikaal is de voorstelling weer een streling voor het oor. Fons Merkies heeft de voorstelling voorzien van een aantal fraaie liedjes, waarvan Blindeman weer een van de lekkerste is. Maar zowel muziek als de humor is ondergeschikt aan de fraaie en bijzondere vormgeving van de show. De finale is de ultieme climax, waarbij alle elementen samensmelten. Een passend slot van een verbluffend mooie show.
De voorstelling die wij zagen was een eerste try-out, en kende kleine euveltjes die gewoon zijn bij een show die zijn draai nog niet helemaal heeft gevonden. Zeker waar techniek en spelers zo van elkaar afhankelijk zijn gaat er wel eens iets niet helemaal goed. Tegelijkertijd gaf het een mooi beeld van een fraaie show met een veelbelovende toekomst. Theater Terra is een synoniem voor kwaliteit. Zo is ook “De wonderlijke reis van mijnheer Prikkebeen” genieten voor (niet te) jong en vooral ook oud.
Na afloop spraken we met Boy Ooteman en Babbe Groenhagen:
Scenefotos: Boy Hazes