Hoe belangrijk een goede casting is voor een musical blijkt maar weer eens bij de productie Kruimeltje, die gisteren in Theater de Efteling in première is gegaan. Waar er op creatief vlak een aantal zaken niet helemaal lekker lopen wordt de productie gered door een aantal geweldige spelers.
De straatjongens doen het goed in de Nederlandse literatuur. Kruimeltje is één van hen. In een soort proloog zien we dat Kruimeltje als baby door zijn moeder afgestaan aan een vrouw, omdat ze denkt dat zij beter voor het kind kan zorgen. Ze geeft haar ook een medaillon. Gezien de reactie en kleding van deze mevrouw Koster een vreemde gedachte, maar de wanhoop heeft haar kennelijk hiervoor blind gemaakt.
Dan zien we Kruimeltje en Kees vanaf een helling (een brug op het toneel) naar beneden sleeën, om vervolgens tegen de kraam van Wilkes te belanden. De kinderen vluchten. Als Kruimeltje over de botsing ondervraagt wordt wast hij zijn handen in onschuld. Mevrouw Koster blijkt inderdaad niet zo aardig, al wordt ook zij weer geterroriseerd door haar man Gijs. Als Kruimeltje op een nacht op straat moet slapen ontmoet hij niet alleen hond Moor, maar ontstaat ook het begin van de vriendschap met Wilkes, die hem slapend op zijn stoep aantreft.
Dan valt mevrouw Koster van de trap en sterft aan haar verwondingen, waar Kruimeltje bij is. Ondanks de slechte behandeling die hij van haar kreeg is hij toch vriendelijk en lief. Dan geeft Koster hem ook het medallion, waarin Kruimeltje de portretten van zijn moeder en vader ontdekt. Als Wilkes de foto ziet herkent hij in hem een oude jeugdvriend Harrie Volker, met wie hij naar Amerika is gegaan. Harry kon destijds niet met zijn geliefde trouwen omdat hij te arm was. Als het onheil bij Wilkes toeslaat en zijn zaak in de fik vliegt besluit hij van het geld van de verzekering naar Amerika te gaan om Kruimeltje’s vader te zoeken. Kruimeltje vindt onderdak in het gesticht geleid door de valse Vader Keijzer. De grote vraag is natuurlijk of alles nog goed komt.
Kruimeltje is een oprechte jongen, maar ook een ongeleid projectiel. Tijdens de première werd deze rol gespeeld door Joes Brauers, winnaar van de televisie-zoektocht voor de rol. Hij speelt de jongen voortreffelijk. Hij heeft een enorme uitstraling, en zijn handelingen zijn zeer natuurlijk. Zijn oprechtheid bij de dood van de nare vrouw Koster zorgt bijvoorbeeld voor een traan, terwijl zijn montere houding ook regelmatig een lach op je gezicht tovert. Een joch om van te houden. Ook de mensen die hem goed zijn gezind worden mooi gespeeld. Wilkes (Jeroen Phaff) is af en toe lastig te verstaan, maar overtuigt als de vriendelijke kruidenier. Juffrouw Jacobs (Jennifer van Brenk) is een oprechte schat, en ook bij de commissaris, (Sjoerd Pleijsier) waarvan het misschien wat vreemd is dat hij te pas en te onpas in de buurt van Kruimeltje rondloopt, geloven we zijn goede bedoelingen onmiddellijk. Marcel Jonker is geniaal als de naar de buitenwereld vriendelijk acterende, maar binnen zijn gesticht tirannieke en valse ‘vader’ Keijzer. Bij de kinderen vallen de wat grotere rollen van Myrthe Busch als Keessie en Soy Kroon als Spijker in positieve zin op. Tenslotte is Carmen Danen prachtig als de moeder van Kruimeltje; met name haar rol in het slot van de voorstelling is buitengewoon ontroerend.
Maar waar er op het podium topprestaties worden geleverd leveren de creatives een stukken mindere prestatie. Jeroen Sleijfer componeerde voor Kruistocht in Spijkerbroek een geweldige soundtrack, maar weet bij deze Kruimeltje geen potten te breken. Koning Kruimeltje 1, Rust, reinheid en regelmaat, en het lied van Wilkes en Moeder zijn sterk en behoren tot de hoogtepunten, de single We hebben niet dit, we hebben niet dat is niet onaardig, maar veel andere songs zijn niet memorabel of ronduit vreemd. Een slaaplied-arrangement maakt een slaapverwekkend lied nog saaier, en de tekst (Sjoerd Kuyper) van het Rekenlied is te veel Pippi Langkous en slaat de plank mis Zowel de vormgeving als het bijbehorende songmateriaal bij de dromen van Kruimeltje komen knullig en weinig aansprekend over. De uitschuif-woning decors hebben voor- en nadelen. Spelscènes in deze decors zijn fraai vormgegeven. Maar het decor roept ook een vraag op. De indruk wordt gewekt dat Koster naast Wilkes woont; de huizen staan in ruste tegen elkaar, maar als 1 van de twee is uitgeschoven natuurlijk niet meer. Het in- en uitschuiven kost soms wat veel tijd. Ook wordt op de voorste rijen aan de zijkant het zicht op het interieur aan de andere zijkant grotendeels ontnomen.
Ook is de balans in de voorstelling wat ongelukkig. De brand in de winkel van Wilkes bijvoorbeeld is zo voorbij, terwijl minder belangrijke momenten enorm worden uitgesponnen. De cowboy-dans mag dan één van de weinige echt energieke dansmomenten van de show zijn, het duurt veel te lang voor de boodschap die wordt afgegeven en echt indrukwekkend wordt het line-dansen met een beperkte cast als deze ook al niet. Ook het lied dat Wilkes naar de hemel zingt, en waarop een koor op het onzichtbare tweede balkon reageert (of zal het toch een engelenkoor uit de hemel zijn) is in zijn kitscherigheid duidelijk een misser. En zo zijn er meer momenten in de show die de vaart eruit halen.. En dan is er het belangrijkste moment in akte twee die je mist als je als je even met je ogen knippert, Daar staan ook mooie momenten tegenover, zoals de afdaling van Kruimeltje op de slee, en de afsluiting van de musical na het eerder genoemde ogenknip-moment. Die behoren dan weer tot de musical-hoogtepunten van dit jaar. Zo laat de voorstelling al met al een gemengde indruk achter; een aardige voorstelling die beter had gekund en waar hier en daar misschien nog wel wat geschaafd kan worden..
Met een voorstelling die zo duidelijk rust op de jonge speler van de titelrol rust valt te hopen dat al die andere Kruimeltjes dezelfde kwaliteit hebben als Joes Brauers. Het positieve gevoel waarvoor deze voorstelling zorgt is toch vooral aan de acteurs te danken, met als hoogtepunt deze geweldige Kruimeltje-vertolking.