Vorig seizoen ging de voorstelling in reprise, maar ook dit seizoen is Jaak en de Bonenstaak nog in diverse Vlaamse theaters te bewonderen. Het bekende verhaal van de jongen die zijn koe ruilt voor wat bonen, en zo in een gigantische bonenstaak naar boven klimt, om daar een reus tegen te komen, heeft een extra randverhaal gekregen, wat de vertelling dus voor iedereen deels nieuw maakt.
Jaak is namelijk niet zomaar een arme sloeber die in het bos woont; Jaak is een prins, die samen met zijn moeder moest vluchten. Jaak zelf gelooft niets van het verhaal, maar het publiek weet dat het allemaal begon toen een koning en koningin, die al 11 zoons hadden, er nog een twaalfde bij kregen. Er werden prachtige cadeaus bezorgd, maar het feest was over, toen ook een reus verscheen. De koning deed nog zijn best hem te verslaan, maar verder dan een oog uitsteken kwam hij niet. Hij werd met huid en haar opgegeten. De 11 zoons werden zover weggesmeten dat ze overleden, en de koningin vluchtte met haar baby, spoorloos. Ook de reus verdween, met het mooiste cadeau, een kip die gouden eieren kan leggen.
Als Jaak 16 wordt is er weinig te vieren, al doet zijn moeder flink haar best. Een worteltaart, nu ja een wortel met een brandend takje, en wat povere versierselen. Tot overmaat van ramp is de situatie nu zo slecht, dat Jaak de koe moet gaan verkopen. Deze ‘Biefstuk’ is zijn beste vriend. Dan verschijnt zijn persoonlijke bescherm fee ten tonele, die hem zegt dat hij moet luisteren naar de volgende mens. Dus als dat een oversized kabouter is, die vijf bonen biedt voor de koe, gaat hij daar, met pijn in zijn hart op in. En zo komen we bij het bekende verhaal, dat hier ook nog wel enige twists krijgt.
Het decor van de voorstelling bestaat uit een enorm bed, wat grote blokken met letters erop, en wat speelgoed. Het verhaal wordt door een verteller verteld, die buiten beeld blijft (een opname). Op het podium staan drie acteurs, die alle rollen voor hun rekening nemen. Deels doen ze dit door ze zelf te acteren, en voor een ander deel wordt gebruik gemaakt van poppen. Voor het podiumbeeld is deels gebruik gemaakt van bekend speelgoed. Zo zijn de 11 broers trolletjes, en zijn de koning en Jaak grote Playmobil-poppen. Inclusief de rare randen in het haar, waarop in dit geval de kroon ook mooi past. Laurenz Hoorelbeke speelt de mensgrote Jaak, een groot kind. Daisy Thijs is onder meer de moeder, en de fee. Terwijl Jeroen Maes onder andere de koe, de kabouter en de reus speelt. Zo veel rollen, dan weer als zichzelf, dan weer met poppen, het leidt tot een wilde verkleedpartij met veel humor. Het mag soms een beetje low budget ogen, door lol van de voorstelling stoort dat geen moment.
De humor zit ook hier weer vooral in de bijfiguren. Vooral de koe, die alleen maar loeit en herkauwt, maar toch reageert op wat er gezegd wordt is buitengewoon geestig, maar ook vreemde types als de kabouter die maar één zinnetje lijkt te kunnen zeggen, en de fee die het kaas niet van haar brood laat eten werken stevig op de lachspieren. En zo biedt deze voorstelling lol voor iedereen, en voor de jongere bezoekers ook nog eens een spannend verhaal, terwijl de ouderen zich kunnen amuseren over de enorme creativiteit waarmee de voorstelling is gemaakt.
Sam Verhoeven heeft gezorgd voor een gevarieerde score in uiteenlopende stijlen. Van blues naar country, van gospel naar ballad. Soms worden die stijlen geaccentueerd in woord (blues in de tekst) en daad (de typische gospelbewegingen die we de pop van de fee zien maken). De cast zorgt voor uitstekende vertolkingen.
Jaak en de Bonenstaak biedt vijf kwartier vermaak voor groot en klein, voor jong (niet te jong) en oud.
Scènefoto’s: Uitgezonderd!