Als het doek opent klinken revueklanken, maar die verstommen snel. In Jon en de Jongens zingt van Eerd liedjes waar hij normaal de gelegenheid niet voor krijgt én natuurlijk hét lied uit La Cage Aux Folles, een rol waarvoor hij zowel de Musicalworld Award als de John Kraaijkamp Award voor kreeg. Tussen de liedjes door vertelt hij enige anekdotes en dolt hij met collega Lone van Roosendaal. Een viermansband, bestaand uit Michiel Ballhaus,Hans Voerman. Jan van Olffen en Wim de Vries zorgt voor de begeleiding en stage-hand Arian Foppen (“onthoud die naam”) zorgt voor een running gag.
Het eerste nummer zet meteen de toon. Een lange carrière, maar wie weet het eigenlijk nog. Van Eerd is realistisch. Hij is blij dat hij de gelegenheid heeft gekregen dit programma te mogen maken, en belooft liedjes van Sonneveld, Shaffy en Aznavour. Verzoekjes vanuit de zaal mogen, al blijkt hij alleen bereid tot het Koningslied als de zaal in de pauze de rap instudeert. Verzoekjes waar we overigens niets meer van horen.
Tussen de nummers door dollen Lone van Roosendaal en Jon van Eerd vooral met elkaar. Natuurlijk blijkt van Roosendaal niet de eerste keus, maar goede vriendinnen Simone Kleinsma en Mariska van Kolck bleken niet beschikbaar, en vallen ze elkaar aan op bijvoorbeeld het uiterlijk “Als jij een TIA krijgt zie je het niet eens.” Het is niet heel hoogstaand, maar gebracht door deze kanjers wel weer vermakelijk. Aan de spelling van Jon’s voornaam (je zegt Dzjon, maar het is zonder H) wordt naast een gesprek ook een lied gewijd. Verder komen twee genante gebeurtenissen uit van Eerd’s carrière voorbij, en zien we de Dartele Piet, een lokale Maastrichtse dans uit de van Eerd-familie.
Ondanks prachtige nummers als Losing my Mind en Good Thing Going is het hoogtepunt uit de eerste helft toch “Ik ben wie ik ben”. Hoewel het in deze context (het willen zijn van artiest) een minder zware lading heeft dan in de musical, blijft het een prachtnummer, en wordt het schitterend uitgevoerd. Ook de opening na de pauze is van Eerd op z’n best. Een Assepoester-parodie in een idioot prinsenkostuum, terwijl van Roosendaal ‘Some day my prince will come’zingt. Komedie (of moeten we het klucht noemen) op z’n best. Ook een looprek-nummer over ouder worden, en een Sonneveld-medley zijn erg geslaagd.
Jon en de Jongens laat het vakmanschap van Jon van Eerd zien, en natuurlijk dat van Lone van Roosendaal. Er is duidelijk nagedacht over een mooie songkeuze, waarin beiden kunnen laten horen wat ze kunnen, en tonen vooral de gevoelige kant. De tussenteksten geven een spontane indruk, en een kijkje achter de persoon Jon van Eerd. De succesvolle idioterie smaakt naar meer en blijkt zijn enorme kracht. Een 25-jarig jubileum dat gelukkig niet het einde betekent. Volgend seizoen is er weer een nieuwe klucht, waar hij misschien ook wel Sonneveld had kunnen spelen in de musical.
Recensie
Jon is wie hij is.
Jon en de jongens is een programma ter gelegenheid van het 25 jarig artiestenjubileum van [b]Jon van Eerd[/b]. Hij wordt begeleid door een live-band en heeft gezelschap van [b]Lone van Roosendaal[/b].
03 May 2013 | |
Reguliere voorstelling | |
Papendrecht | |
Theater De Willem | |
http://www.jonendejongens.nl/ |