Interview
Liebe Stirbt Nie - In gesprek met Stef en Pieter (2)
In Liebe Stirbt Nie in Hamburg vinden we een aantal taalgenoten. Musicalworld sprak met Stef van Gelder en Pieter Casteleyn. Deel 2 van het interview.
Is ‘Liebe Stierbt Nie’ echt zo speciaal in de musicalwereld waar vrijwel alles voor de hele familie is?
Pieter: Ik vind van wel ja. In november of december zag ik de voorstelling effectief voor het eerst live tijdens een show watch, en toen was ik echt wel overdonderd. Het ziet er voor mij echt prachtig uit, zeker in tijden van heel veel tour sets, die moeten inboeten in pracht en praal. De kostuums zijn geweldig, de muziek vind ik heel mooi. En er zit ook wel een volwassen verhaal in. Ik vond het echt overweldigend, dat er een klein ooh-kreetje aan mij ontsnapte. Dat hoor je soms ook wel vanuit de zaal, zeker tijdens Coney Island, het openingsnummer na de proloog. Al onmiddellijk is het vrij bombastisch, en dat maakte bij mij wel indruk.
Stef: Als je dit vergelijkt met menig Nederlandse productie: het is net om de hoek, maar behoorlijk anders. The Phantom in Oberhausen, of deze in Hamburg, een paar uurtjes reizen en je hebt een productie van een heel ander kaliber dan momenteel in Nederland te zien is. Alles maakt een enorme indruk, bij het publiek, maar ook bij ons. Als je voor de eerste keer in het theater tussen alle decorstukken staat of als je de eerste keer al je kostuums doorpast. Je bent een wereldgrote Andrew Lloyd Webber aan het doen. Maar het is natuurlijk ook een wisselwerking. In Nederland zijn de kaartjes wat goedkoper. Hier betaal je op een zaterdagavond voor een golden seat of eersterangs plaats 180 euro. Daar mag je ook behoorlijk wat voor terug verwachten, vind ik.
Pieter: Ik denk dat als ze dat in Nederland of België zouden doen er bijna niemand op af zou komen.
Pieter heeft één understudy track naast zijn vaste. En jij?
Stef: Ik heb één ensembletrack. Tijdens m’n volgende job ga ik swingen. Daar heb ik heel veel zin in. Een swing is alleen niet altijd op. Nu kan ik me dat nog moeilijk voorstellen, maar misschien is het ook wel aangenaam. Het fijne aan een first cast positie is dat je, omdat je elke avond op bent, de mogelijkheid hebt om je rol lekker uit te bouwen. Dat heb je als swing dan weer minder. Dat wordt een jaar oppassen dat ik niet tegen medespelers aanloop.
Pieter: Ik denk dat elke positie in een productie zowel z’n voor- als zijn nadelen heeft.
Stef: Ja, behalve als je de Phantom speelt.
Zou je de Phantom willen spelen?
Stef: Zeker, maar met mijn stemtype moet ik gewoon nog even wachten totdat alles wat meer gaat zakken en groter wordt. Dat klinkt apart.. Ik bedoel; voor rollen als Phantom, Javert of Sweeney, die ik heel graag zou spelen, heb ik de leeftijd nog niet. Dus ik ben superblij dat ik wat movers-kwaliteiten heb die me in tussentijd helpen een productie als dit te kunnen doen. Maar over 20 jaar doe ik the Phantom.
Pieter: Ik denk dat iedereen wel eens een grote rol zou willen spelen. Voor mij zou dat absoluut geen Phantom zijn, daar ben ik wel van overtuigd, omdat me dat fysiek en vocaal wat minder zou liggen. Maar ik zou zeker geen nee zeggen tegen grotere musical- of theater rollen.
Stef: Welke?
Pieter: Moet ik dat echt zeggen,welke? Allez, bijvoorbeeld Alfred in Tanz der Vampire.
Stef: Dat kan binnenkort gewoon. Hoef je niet lang meer op te wachten.
Pieter: Er zijn ook nog wel een paar andere dingen, bijvoorbeeld Rent, Mark daarin. Maar ik denk dat het over het algemeen zo is dat veel mensen die jong afstuderen eerst een paar jaren ensemble zijn, waar niets mee mis is. Ik vind dat dat vaak wat onderschat wordt. Het is echt een ambacht.
Stef: Je hebt er een aantal, een handjevol, die afstuderen en meteen in een grote rol terecht komen. Dat zijn natuurlijk de verhalen die bekend worden, maar helaas wordt dat door sommige studenten een beetje gezien als de standaard, terwijl dat onzin is. Het is nu eenmaal musical: soms ben je niet het type voor een hoofdrol en krijg je deze niet. En dan is het toch heel fijn als je een andere rol in diezelfde productie weet te scoren. Dan is je carrière niet meteen minder of mislukt. Je hebt nog een hele carrière voor de boeg, dan pak je het een andere keer.
Pieter: Er zijn ook mensen die heel graag ensemble zijn. Ik zat vroeger met iemand in de klas, die is naar een andere school gegaan. Ze zei: ik wil geen rollen spelen, ik wil gewoon heel mijn leven in een ensemble staan. Ik zou daar ook heel blij mee zijn, moest ik daardoor mijn hele leven werk hebben, wat een totale utopie zou zijn. Al kan ik me voorstellen dat het na een tijdje zo een beetje begint te knagen, van eigenlijk wil ik toch ook wel een keer iets anders. Maar ja, je hebt wel heel je leven gewoon mooi werk. Super. Dat zei dus degene die voorlopig nog niets heeft voor volgend jaar.
Pieter: Ik vind van wel ja. In november of december zag ik de voorstelling effectief voor het eerst live tijdens een show watch, en toen was ik echt wel overdonderd. Het ziet er voor mij echt prachtig uit, zeker in tijden van heel veel tour sets, die moeten inboeten in pracht en praal. De kostuums zijn geweldig, de muziek vind ik heel mooi. En er zit ook wel een volwassen verhaal in. Ik vond het echt overweldigend, dat er een klein ooh-kreetje aan mij ontsnapte. Dat hoor je soms ook wel vanuit de zaal, zeker tijdens Coney Island, het openingsnummer na de proloog. Al onmiddellijk is het vrij bombastisch, en dat maakte bij mij wel indruk.
Stef: Als je dit vergelijkt met menig Nederlandse productie: het is net om de hoek, maar behoorlijk anders. The Phantom in Oberhausen, of deze in Hamburg, een paar uurtjes reizen en je hebt een productie van een heel ander kaliber dan momenteel in Nederland te zien is. Alles maakt een enorme indruk, bij het publiek, maar ook bij ons. Als je voor de eerste keer in het theater tussen alle decorstukken staat of als je de eerste keer al je kostuums doorpast. Je bent een wereldgrote Andrew Lloyd Webber aan het doen. Maar het is natuurlijk ook een wisselwerking. In Nederland zijn de kaartjes wat goedkoper. Hier betaal je op een zaterdagavond voor een golden seat of eersterangs plaats 180 euro. Daar mag je ook behoorlijk wat voor terug verwachten, vind ik.
Pieter: Ik denk dat als ze dat in Nederland of België zouden doen er bijna niemand op af zou komen.
Pieter heeft één understudy track naast zijn vaste. En jij?
Stef: Ik heb één ensembletrack. Tijdens m’n volgende job ga ik swingen. Daar heb ik heel veel zin in. Een swing is alleen niet altijd op. Nu kan ik me dat nog moeilijk voorstellen, maar misschien is het ook wel aangenaam. Het fijne aan een first cast positie is dat je, omdat je elke avond op bent, de mogelijkheid hebt om je rol lekker uit te bouwen. Dat heb je als swing dan weer minder. Dat wordt een jaar oppassen dat ik niet tegen medespelers aanloop.
Pieter: Ik denk dat elke positie in een productie zowel z’n voor- als zijn nadelen heeft.
Stef: Ja, behalve als je de Phantom speelt.
Zou je de Phantom willen spelen?
Stef: Zeker, maar met mijn stemtype moet ik gewoon nog even wachten totdat alles wat meer gaat zakken en groter wordt. Dat klinkt apart.. Ik bedoel; voor rollen als Phantom, Javert of Sweeney, die ik heel graag zou spelen, heb ik de leeftijd nog niet. Dus ik ben superblij dat ik wat movers-kwaliteiten heb die me in tussentijd helpen een productie als dit te kunnen doen. Maar over 20 jaar doe ik the Phantom.
Pieter: Ik denk dat iedereen wel eens een grote rol zou willen spelen. Voor mij zou dat absoluut geen Phantom zijn, daar ben ik wel van overtuigd, omdat me dat fysiek en vocaal wat minder zou liggen. Maar ik zou zeker geen nee zeggen tegen grotere musical- of theater rollen.
Stef: Welke?
Pieter: Moet ik dat echt zeggen,welke? Allez, bijvoorbeeld Alfred in Tanz der Vampire.
Stef: Dat kan binnenkort gewoon. Hoef je niet lang meer op te wachten.
Pieter: Er zijn ook nog wel een paar andere dingen, bijvoorbeeld Rent, Mark daarin. Maar ik denk dat het over het algemeen zo is dat veel mensen die jong afstuderen eerst een paar jaren ensemble zijn, waar niets mee mis is. Ik vind dat dat vaak wat onderschat wordt. Het is echt een ambacht.
Stef: Je hebt er een aantal, een handjevol, die afstuderen en meteen in een grote rol terecht komen. Dat zijn natuurlijk de verhalen die bekend worden, maar helaas wordt dat door sommige studenten een beetje gezien als de standaard, terwijl dat onzin is. Het is nu eenmaal musical: soms ben je niet het type voor een hoofdrol en krijg je deze niet. En dan is het toch heel fijn als je een andere rol in diezelfde productie weet te scoren. Dan is je carrière niet meteen minder of mislukt. Je hebt nog een hele carrière voor de boeg, dan pak je het een andere keer.
Pieter: Er zijn ook mensen die heel graag ensemble zijn. Ik zat vroeger met iemand in de klas, die is naar een andere school gegaan. Ze zei: ik wil geen rollen spelen, ik wil gewoon heel mijn leven in een ensemble staan. Ik zou daar ook heel blij mee zijn, moest ik daardoor mijn hele leven werk hebben, wat een totale utopie zou zijn. Al kan ik me voorstellen dat het na een tijdje zo een beetje begint te knagen, van eigenlijk wil ik toch ook wel een keer iets anders. Maar ja, je hebt wel heel je leven gewoon mooi werk. Super. Dat zei dus degene die voorlopig nog niets heeft voor volgend jaar.
N.v.t. | |
Hamburg | |
Operettenhaus | |
liebe stirbt nie, andrew lloyd webber, stef van gelder, pieter casteleyn, hamburg, interview |