Nederlandse en Vlaamse musicalspelers zijn steeds vaker over de grens te vinden. Vooral in Duitsland vindt menig acteur emplooi. Zo vinden we ook in Liebe Stirbt Nie, in Hamburg, twee Nederlandssprekenden op het podium terug, Stef van Gelder en Pieter Casteleyn. Stef was in Nederland al te zien in de laatste nieuwe M-lab productie Dogfight en in Ordinary Days, op dit moment toevallig in reprise (zonder Stef). Pieter Casteleyn is nog maar pas afgestudeerd van het conservatorium in Brussel en was eerder te zien in 14-18.
Liebe Stirbt Nie is natuurlijk de Duitse versie van Love Never Dies, het vervolg op Andrew Lloyd Webber’s megasucces The Phantom of the Opera. Deze Duitse versie is gebaseerd op de Australische remake van de voorstelling, die ook op DVD is verschenen.
Musicalworld sprak met Stef en Pieter, en dat leverde genoeg stof op voor een interview in twee delen: het eerste deel over de weg naar Hamburg en de repetitieperiode, inclusief het bezoek van Andrew Lloyd Webber, het tweede deel over Liebe Stirbt nie, en The Phantom.
Hoe zijn jullie hier beland?
Pieter: Ik zat vorig jaar in mijn laatste jaar op het conservatorium van Brussel. En ik was heel simpel gezegd op zoek naar werk. En daar er in België niet zoveel audities waren en in Nederland eigenlijk ook niet ben ik in Duitsland gaan zoeken. Ik had een casting call gezien, en ik dacht “Ik ga dat doen”. Van het één kwam het ander. Het is eigenlijk mijn eerste auditie in Duitsland, mijn enige ook, en uiteindelijk wel vrij succesvol.
Stef: Voor mij geldt eigenlijk hetzelfde. We hebben alle twee in hetzelfde afstudeerjaar gezeten, wel op een andere school; ik zat op Fontys, in Tilburg. Ook voor mij was het de eerste auditie in Duitsland. Daarna heb ik nog auditie gedaan voor Das Phantom der Oper. De uitslag van die auditie heb ik echter nooit gekregen. “We willen nog even wachten met de uitslag, tot er wat meer duidelijk is over je positie bij Liebe Stirbt Nie.” Toen dacht ik wel: het zal toch niet dat ik zo twee dingen misloop. Maar het goede nieuws liet gelukkig niet lang op zich wachten.
En dan kom je bij de start van de repetities aan in Hamburg, op het station, of luchthaven misschien, en dan?
Stef: Vanaf het moment dat je weet dat je het gaat doen, ga je een woning zoeken. En dan is verhuizen vanuit Nederland wel in 1 x rijden te doen. Ik ben met een volle auto hierheen gereden, daarna met het vliegtuig weer terug naar Nederland gegaan om ‘afscheid’ van iedereen te nemen en vervolgens weer teruggevlogen naar Hamburg. Qua afstand is het allemaal prima te doen.
Pieter: Voor mij geldt eigenlijk hetzelfde. Ik had nog een maand en een half voordat het contract begon, en het vinden van een woning is uiteindelijk wel in orde gekomen. De verhuizing is vlot gegaan.
Stef: Je komt via via wel aan woonruimte. Het is vaak wat lastig om via een app-je of website aan een woning te komen, want veel verhuurders verwachten dat je naar een kijkmiddag komt. Dat is vaak iets te veel gedoe als je in het buitenland woont.
Pieter: Inderdaad, ik had eerst iets geschikts gevonden, maar heel last minute heeft die man het toen afgezegd. Toen heb ik een beetje in paniek een bericht naar de mensen van het theater gestuurd. Zij waren heel toevallig onlangs iemand tegengekomen, met wie ze een jaar of 20 geleden nog hebben samengewerkt, tijdens Cats. Alle katten uit Cats woonden toen in zijn gebouw, hier achter het theater. Die man had er toen een fijn gevoel bij dat die acteurs daar allemaal in zaten, en vond het niet erg er ééntje terug bij te nemen. Ik ben er heel gelukkig.
Woont er nog steeds een Cat?
Pieter: Nee, het waren ook allemaal internationale mensen toen, dus die zijn al lang verhuisd. Jammer.
Zijn er dingen in deze productie die je speciaal hier hebt geleerd?
Pieter: Op een driewieler rijden, dat had ik nog nooit gedaan. Niet dat het een speciale vaardigheid is. Hetgeen ik hier persoonlijk het meest heb bijgeleerd is: bij alles wat je tijdens je opleiding of stage doet; je kent altijd iedereen. Hier heb ik geleerd met heel veel onbekende mensen, echt verschillende mensen qua karakter, toch overeen te komen, samen te werken en ‘vriendjes’ te worden. En dat was wel een beetje een opgave in het begin. Voor de rest: ik ben understudy voor Gangle, één van de drie rollen die samen een trio van verschillende bodytypes vormen: ik ben dan de magere. Eigenlijk moet die ook heel groot zijn, dat ben ik niet zo. En dan is er nog, hoe zeg je dat: een klein persoon, iemand met dwerggroei, en een brede stevige. Ze doen samen heel veel lifts, en die zitten best ingewikkeld in elkaar. En in mijn opleiding heb ik nagenoeg geen liftwerk gedaan.
Stef: Waar ik in eerste instantie het meest gespannen voor was, maar wel het meeste van heb geleerd, is het werken met zo’n groot en belangrijk creatief team van mensen die je niet kent. Mensen die niet gebonden zijn aan je opleiding, waarmee je gewoon in een ruimte wordt gezet en die alles voor jou gaan bepalen. Zij hebben jou gecast en nu moet jij het maar waar gaan maken. In het begin ken je de show nog niet door en door, je weet niet precies wat jouw track inhoudt en wat voor dingen er op je pad gaan komen, dus dat was spannend.
Ik ben er na een maand in het repetitieproces wel tegenaan gelopen. Ik moest iets dansants doen, dat ik nooit op school getraind had. Iets dat ik niet eerder in de auditie had hoeven doen. Ik heb er dan ook voor gekozen om het lekker op mijn eigen manier te doen en er een eigen sausje overheen te gooien. Omdat je de show acht keer per week doet, maak je binnen al die maanden stiekem een behoorlijke ontwikkeling door. Mijn moeder is naar de première komen kijken en die is vorige week weer geweest zegt ook: Je doet zo veel meer en zo veel andere dingen dan je de eerste keer deed. Niet dat je daar zelf heel bewust van bent, maar toch grappig om te horen.
Pieter: Tegen de tijd dat we onze laatste voorstelling gaan spelen gaan we geëvolueerd zijn!
>>>Lees verder op de volgende pagina