Tijdloos. Dat wordt van het werk van Annie M.G. Schmidt vaak gezegd. Helemaal waar is dat natuurlijk niet, als je bijvoorbeeld kijkt naar de rollenpatronen van de ouders in Jip & Janneke. Aan de andere kant zijn er liedjes, die dat zeker wel zijn. Soms omdat tijden niet zo snel veranderen als we willen, maar vaak ook door de kracht van de nummers zelf.
Dat blijkt weer uit de songcyclus die nu in het Fakkeltheater te zien is. Sam Verhoeven, Maike Boerdam en Lucas van den Eynde. Met een driekoppig orkest vol multi-instrumentalisten, onder leiding van Pol van Fleteren komt een bloemlezing uit haar werk voorbij. Alle soorten komen aan bod, van simpelweg komisch tot bloedernstig. Uit haar musicals, haar televisiewerk en uit het materiaal dat ze schreef voor onder andere Conny Stuart en Wim Sonneveld: van overbekend tot vrij onbekend, met de nadruk op de eerste categorie. De opening is daar een voorbeeld van: een medley van liedjes uit ‘Ja Zuster Nee Zuster’ bevat het titellied en bijvoorbeeld mijn Opa, maar ook het minder gangbare Bello. Met name de komischere nummers zijn licht geënsceneerd en soms voorzien van een kleine verkleedpartij. Soms is er een kleine toelichting: een feitje, zoals hoe ‘Op een mooie pinksterdag’ is ontstaan of in de context van een recente gebeurtenis, en helaas gaat dan nog steeds om eentje bij “Sorry dat ik besta (Romeo en Julius)”.
De arrangementen van de liedjes blijven soms dicht bij het origineel, waarbij ook het geslacht bij de zangpartij hetzelfde is. Op andere momenten klinkt het bijvoorbeeld meer jazz-achtig, of is de zangeres een zanger geworden. Zo zingt Sam nummers die we kennen van Conny Stuart: bij “Wat voor weer zou het zijn in Den Haag” zonder er een woord aan te wijden, maar bij “Herr Heinzelmann”, wat duidelijk een ondeugender context heeft, doet hij het wel. Het decor oogt klassiek, met veloursdoek op de achtergrond en een chique bank, en verder gevuld met lampen met (soms) felle gloeidraden. Het effect wat hiermee wordt bereikt is ronduit betoverend.
Lucas van den Eynde is natuurlijk vooral bekend als acteur, maar vooral sinds zijn prachtige vertolking van Daens in de gelijknamige musical weten we dat hij ook een prima zangstem heeft, zeker voor vertellende songs. Dat krijgen we ook nu weer te zien en te horen. Hij is ook de ondeugd zelve, als hij de voorstelling ondermijnt door een nummer te zingen dat niet van Annie MG is. Goedgepraat met, de muziek is wel van Harry Bannink, haar creatieve partner bij het grootste deel van haar werk” zien we hem als Nikkelen Nelis de straatzanger, een iconisch figuur uit het repertoire van Wim Sonneveld. Sam Verhoeven is als eigenaar van het theater en instigator van de voorstelling de spil in het gezelschap. Hij is sterk in het zingen van mooie liedjes als een soort jazz-crooner, maar weet ook goed op de lach te spelen in gezamenlijke nummers als Popocatepetl ende mix van Stroei Voei met Wosjni Nowgarad. Zonder de heren te kort te willen doen zijn het vooral de momenten van Maike Boerdam, die het meeste indruk maken. Ze brengt je in tranen bij “het is over”, aan het lachen bij haar Rotterdamse-vrouw-stormt-theater-binnen-act als Ali Cyaankali, om later bijvoorbeeld ook een bekakte dame te spelen in “De bij”.
Merkwaardig is dat je als Nederlander pas beseft hoe veel Nederlandse plaatsnamen en bijbehorende context in de liedjes zitten, als je in een Vlaams theater zit (of moeten we als Ali Belgisch zeggen).Hen lijkt dit niet te deren. Als introductie naar “Wil joe hef a kup of tie?” gaat het over het Vlaams, en of wij Nederlanders (met Maike als vertegenwoordigster) het wel begrijpen. Daarvoor is al uitgelegd wat het voor Vlamingen onbekende Nederlandse woord “Persianer pad” inhoudt. Verder is het in de voorstelling geen issue.
“Liedjes van Annie’ is ontstaan om een gat in de programmering op te vullen. Het resultaat voelt niet als zodanig, maar is een leuke avondvullende voorstelling, waarvan de liefhebber van het werk zeker zal genieten. Met de uitvoering en presentatie ervan is in ieder geval niets mis. De mensen op het podium hebben er overduidelijk zin, en lol in. De zaal, ontroerd bij de mooie momenten en uitbundig bij de komische, heeft het, getuige het daverende slotapplaus, overduidelijk ook.