Het is in de tijd dat ik de Frank Sanders’ voorstellingen zie volgens mij nog niet voorgekomen dat de vierdejaars groep zo groot was. Drie heren (Jasper Stokman, Bas Bovelander en Jerry Bloem) en zes dames (Patricia van Haastrecht, Annerie van Loenen, Anoek de Pater, Lisa Berendse, Margreet Osinga en Susanne Büchner Presburg) sluiten nu echt de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater af, na dit facultatieve verdiepingsjaar.
Nog voor de cast te zien is valt één ding meteen al op. Op drums zit wel een heel jong talent (Wouter Kuhne) naast bekende gezichten als Hilmar Leujes (die dit keer eens niet in het stuk betrokken wordt, en dus gewoon muzikaal (bege)leider is) en violist Robert Orvalho, die als acteur onder andere te zien was in Hoe overleef ik mijn eerste zoen? En Op reis met de Gouden Boekjes. Carmayne Sijm(gitaar) en Naomi Binnenkamp (bas).
Als O Fortuna wordt ingezet betreedt de cast de zaal, in lange jassen. Het is een bombastisch begin van een voorstelling die Mad-ley heet, en ‘zo gek als een deur’ als subtitel heeft. De woordspeling is toepasselijk; de voorstelling is een medley van van alles en nog wat, en vreemd is de voorstelling zeker geworden.
De voorstelling is derhalve niet eentje die je makkelijk kunt volgen. Er wordt continu van thema gewisseld, waarbij veel ervan later dan weer terugkeren. Alsof iemand naast je steeds een ander kanaal opzoekt met de afstandbediening, al is het in dit geval wel met soepele overgangen. Zo heeft niets echt een kop of staart, maar krijgen veel dingen wel een vervolg.
Allerlei smaken theater flitsen voorbij. Van Shakespeare’s Richard III, op gedragen wijze vertolkt, tot alledaagse ruzies bij het zoeken naar een huis of het doen van de afwas. Van heel normaal tot totale kolder. Van groot naar mini, van bombast naar klein, van kwetsbaar naar bizar. Mooie plaatjes zijn er zeker; met de jassen bijvoorbeeld, maar ook in een paar bizarre choreografieën.
Met al die wisselingen zijn de liedjes de rustpunten in de voorstelling. Een prachtige versie van ‘Stars and the moon’ van Jason Robert Brown is het hoogtepunt, samen met het slot, een onovertroffen versie van ‘Omarm me’. Andere liedjes die te horen zijn zijn onder andere ‘Laat me’ (Ramses Shaffy), ‘Sympathy’ (Steve Rowland) en ‘Meadowlark’ uit The Baker’s wife. Ook Pippin’s Corner of the sky komt in vertaling voorbij.
Deze voorstelling is een try out. Er volgt er vanavond (vrijdag 10 juni) nog éen, om vervolgens in De Kleine Komedie de voorstelling één keer te spelen, de officiele premiere en derniere dus). Twee locaties die in grootte dag en nacht verschillen. Het is de vraag hoe het daar zal overkomen. Sommige onderdelen hadden een leuk “charmant tussen de schuifdeuren-gehalte” terwijl andere dingen nu juist een beetje in het niet vielen. Waarschijnlijk zal het daar juist omgekeerd zijn. Het valt te hopen dat ze deze dag hun kwaliteiten voldoende kunnen laten zien. De constant wisselende stukjes maakt het ze niet makkelijk. Hoe goed deze scheidende studenten zijn weten wij dan ook voornamelijk van de dingen die ze eerder hebben laten zien in eindvoorstellingen, of professionele producties.
Het is jammer dat deze afsluitende voorstelling geen écht stuk is, dat kan worden gezien als de kroon op de opleiding. Deze bizarre mix is een intrigerende voorstelling geworden, maar voegt als stuk weinig toe. Met brokstukken uit het verleden, voor de allerlaatste keer samen, zal het vooral voor de spelers zelf een sentimenteel slot zijn.
Epiloog:
Inmiddels is de premiere gespeeld, en kunnen de studenten terugkijken op een zeer geslaagde afsluiting. Een indrukwekkend optreden, dat zeer goed overkwam, ,mede dankzij de belichting en de versterkte zang, waardoor de balans goed was. Een laaiend enthousiast publiek van ex-studenten, familie en vrienden, en belangstellenden lieten met langdurige ovaties hun waardering voor de optredens blijken. Dit was met name bij Laat me, Sympathy, Stars and the moon, Meadowlark en I love the piano, maar ook andere stukken konden rekenen op hoorbare waardering. Ook de absurditeiten konden op een gulle lach rekenen. De voorstelling bleef een rare mix van van alles en nog wat, maar wel eentje die er fraai uitzag en prima werd vertolkt.