Meiskes en Jongens begon als toneelstuk van Arne Sierens in 2005 en is nu bewerkt tot muziektheater, door er liedjes uit het oeuvre van Raymond van het Groenewoud aan toe te voegen. Het stuk gaat over een rijke familie, waarvan de leden allemaal hun eigen sores hebben. Als tijdens een feestje van de zoons twee vriendinnen langs komen, waarvan één vervolgens de minnaar van de pater familias blijkt te zijn, ontstaat een explosieve mix van gevoelens en gedrag. De andere vriendin blijkt vooral destructieve gevoelens te hebben bij het zien van de rijkdom van de familie. De moeder is totaal van het padje, en drinkt. De oudste zoon heeft conflicten met beide ouders: met vader botst het over zijn mentaliteit, zijn moeder weet niet eens hoe hij heet. De jongere zoon is nogal simpel. De vriend van de zoons lijkt een minderwaardigheidscomplex te hebben, en de onkel die langs komt, blijkt een gluurder, wat zijn obsessie om de stoorzender weg te sturen een dubbel geeft.
Dat je zo weinig voelt voor de personages ligt vooral aan de vertelling. Timo Tembuyser vliegt er als Gregory, de oudste zoon, vol in, en Korneel Defranq is als jongere zoon kwetsbaar genoeg. Barbara de Winter is al Daniëlle een onvolgbare duivelin, waar Jolijn Anthonissen al revolutionaire haar frustraties overtuigend uit. De oorzaak van hun gedrag blijft in nevelen gehuld. Karlijn Sileghem loopt vooral verdwaasd over het podium als Tilly, terwijl Koen van Impe vooral de bullebak-kant van zijn rol overtuigend speelt. Stany Crets is met zijn vreemde stemmetje vooral de gekke oom, die je niet serieus kan nemen, maar evenmin enige sympathie oproept.
Helaas blijkt het doel van het stuk niet duidelijk, waardoor de avond neerkomt op anderhalf uur poppetjes kijken, waarna je net zo onverschillig het theater verlaat als je was toen je binnenkwam. Geen der personages wekt echt sympathie op, dus medeleven ontstaat er niet. Emotionele uitbarstingen of inzinkingen ogen wel oprecht, en af en toe voel je iets van begrip bij enkele van de geslaagdere scenes, maar echte betrokkenheid blijft uit. Als schouwspel is het evenmin echt overtuigend: wat waarschijnlijk schokkend bedoeld is op seksueel vlak, oogt eerst en vooral kneuterig. Een geweldsuitbarsting van vader richting zoon oogt wel heel ongemakkelijk, en scoort dus wel een puntje in het shockeer-klassement. Het rommel maken op het podium lijkt vooral een kunstje, in plaats van een echt onderdeel van de voorstelling. Tevens blijken de liedjes van Raymond van het Groenewoud maar op enkele plekken echt te passen.
Meiskes en jongens is muziektheater, maar dan vooral in de ‘we doen artistiek dus laten we het vooral geen musical noemen’ zin van het woord. De regels van een jukebox-musical worden dan ook niet gevolgd. De bekendste nummers zitten er nauwelijks in. Vlaanderen Boven wordt als ‘jongens, meezingen’ richting zijn medespelers gebracht door Gregory op gitaar, waardoor het bij wat verbasterde refreinen blijft. Meisjes krijgt wel de ruimte, en daarnaast zijn het zeker voor Nederlanders wat onbekendere nummers als ‘Het meisje van je droom’,’Gelukkig zijn’, ‘Mijn lieve schatje’, ‘Niets heeft nog zin (zonder jou)‘, ’Dit is mijn verhaal’, ‘Liefde is een wortel’, ‘Aan de meet’ en ‘Wat een fijne dag’. Er is achteraf ook geen megamix waar de vergeten klassiekers alsnog kunnen worden gezongen, dus liefhebbers van hits als ‘Je veux de l’amour’ of ‘Cha Cha Cha’ moeten het doen met een tekstuele verwijzing in het stuk zelf.
Meiskes en jongens is als eindresultaat vlees nog vis. Als je ingrediënten die niet bij elkaar passen wilt mengen, heb je een katalysator nodig. Waar Daniëlle die rol in het stuk heeft, blijkt die voor de voorstelling te ontbreken. Wat rest zijn een aantal niet onaardige scenes, en enige aangename vertolkingen van liedjes van Raymond van het Groenewoud. Voor een geslaagd avondje uit is meer nodig. Helaas, want de durf om eigen producties te maken verdient alle lof. Mogelijk weet dit stuk toch een publiek van liefhebbers te vinden. Mocht dat niet zo zijn, laten we hopen dat het dan bij een volgende poging beter uitpakt.