Musicalreport

Mission succeeded

Met 'How to succeed in business without really trying' spelen de tweedejaars van de Fontys Dansacademie een voortreffelijke en buitengewoon amusante voorstelling.

Zouden de tweedejaars van de Fontys Dansacademie hetzelfde stuk ook gespeeld hebben als er op dit moment geen revival te zien was geweest. Daar speelt ‘Harry Potter’ Daniël Radcliffe op dit moment de hoofdrol, nadat eerder al ‘Karate Kid’ Ralph Macchio en “Ferris Bueller’ Matthew Broderick dat deden. Misschien niet, maar waar de ‘stuntcasting’ misschien anders doet vermoeden, ‘How to succeed in business without really trying’ is een buitengewoon geslaagd stuk, en wordt onder regie van Daniël Cohen uitstekend uitgevoerd.
‘How to succeed in business without really trying” is een halve eeuw oud. De musical is gebaseerd op het gelijknamige boek van Shepherd Mead uit 1953. De muziek is van Frank Loesser.
De musical gaat over de glazenwasser Pierrepont Finch, die op basis van instructies uit een boek snel carrière gaat maken. Hij belandt bij een groot schoffelbedrijf. Als hij wil gaan solliciteren, knalt hij op tegen de directeur, JB Biggley, die hem weinig vriendelijk richting de personeelsmanager, mr Bratt stuurt, maar al aangeeft dat er geen werk is voor hem. Eenmaal aangekomen bij Bratt suggereert Finch de directeur te kennen, waarmee hij een baantje op de postkamer weet te bemachtigen. Het is de eerste truc in een lange rij, ingegeven door de instructies uit het boek.
In de postkamer werkt het neefje van de baas, Bud Frump. Hij is ambitieus in gedachten, maar handelt daar niet naar. Dat is te zeggen; hij probeert regelmatig via zijn moeder (en daarna via haar zus, de vrouw van Biggley naar Biggley zelf) iets voor elkaar te krijgen. Als de baas van de postkamer promotie krijgt is Finch dankzij zijn geslijm dé kandidaat om hem op te volgen. Finch draagt echter Bud voor, die al had geprobeerd de voordracht van Finch te saboteren. Dit gebaar maakt weer indruk op de hoofd personeel Bratt, wat hem een baantje oplevert bij de afdeling Plans en Systems.
Als Hedy LaRue, de scharrel van directeur Biggley, een secretaressebaantje krijgt gaan erbij Finch alarmbellen af. Niet aankomen. Als zijn directe baas minder gereserveerd blijkt te zijn en dit uitkomt, wordt deze overgeplaatst naar de andere kant van de wereld en krijgt Finch wederom promotie.
Ondertussen weet hij ook bij zijn baas in het gevlei te komen. Hij pretendeert bij dezelfde roeiclub te hebben gezeten, Triton. En als hij hoort dat de baas op zaterdag in het kantoor zijn golfclubs komt halen, speelt hij dat hij de vorige nacht heeft doorgewerkt. Biggley trapt er met open ogen in.
Met al deze trucs en vlijerijen maakt Finch uiteraard ook de nodige vijanden, en willen steeds meer mensen hem pootje-haken, met Bud voorop. Als hij in precies die positie belandt (assistent hoofd PR) die het boek als eentje die je niet moet hebben lijkt het niet anders dan helemaal mis te kunnen gaan. Ook de romance tussen hem en Rosemary, die in de loop van de tijd is ontstaan lijkt er niet tegen bestand.
Dankzij de choreografie van Florian Boutonnier zijn de ensembledansen plaatjes om te zien. Slechts bij de meest ingewikkelde stukken ziet het er wat minder gelikt uit; het wordt dan wel goed uitgevoerd, maar mist dan wat souplesse. Daniël Cohen is één van de, zo niet dé beste vertaler van ons land, en laat dat ook nu weer blijken. Het script en de liedteksten zijn zeer spitsvondig vertaald. Mooist om te zien qua vondst is de roeiwedstrijd, waarbij de boten met de lichamen worden gevormd. Ook zit de voorstelling boordevol visuele grappen in de kantlijn, vooral met de nerderige secretaresse, die een pesterig briefje op haar rug geplakt heeft.
Veel mensen die op kantoor werken zullen wel één of meerdere collega’s hebben die op Finch lijken. Personen waarbij je twijfelt over hun capaciteiten, maar die toch steeds weer hogerop raken. Doorgaans niet de favoriete collega, dus het is niet evident dat je sympathie voor deze Finch krijgt. Gijs Stallinga is geen bekende filmster als Radcliffe of Macchio, maar krijgt het toch voor elkaar. Zijn flair werkt kennelijk ook op het publiek. De frustratie van Bud straalt van Bjorn Nabbe af. Hij is vals, en weet het ook. Hedy LaRue is dom en sletterig; de uitvoering van Sylvia Boone is zeer overtuigend. Het meest over de top is Joris Gootjes als Biggley, en speelt hier op het randje. Meestal zeer goed, soms er iets overheen, waardoor het net niet meer grappig is.
‘How to succeed’ is een stuk op leeftijd, maar de inhoud blijft herkenbaar. Met leuke en mooie songs en een sterk komisch verhaal vol verwachte en onverwachte wendingen. Het blijkt een prima basis voor de aankomende musicalacteurs om te stralen. Jammer dat de speelduur tot vier voorstellingen, reeds allen afgelopen, beperkt is geweest.

02 July 2011
Reguliere voorstelling
Tilburg
Academietheater FHK
http://www.fontys.nl/kunsten/
fontys dansacademie, how to succeed, daniel cohen, Florian Boutonnier, eindvoorstelling, recensie, derdejaars

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen