Als je een aantal musicalnummers bijeenraapt en er een voorstelling van maakt is het grootste gevaar dat ze door een gemis aan context deels of geheel hun kracht verliezen. Eveneens kan het leiden tot een ratjetoe aan stijlen, en een onduidelijk geheel. Door de keuze voor thema-blokken is bij Musical to the Max het tweede niet gebeurd, maar het eerste op sommige plekken zeker wel.
De openening met een selectie welkomsliedjes is mooi, maar wordt wel erg statisch gebracht. De daaropvolgende zaalinstructie over hoe het publiek zich moet gedragen is geestig en lijkt ook de spelers wat los te maken, maar snoert de toeschouwer waarschijnlijk onbewust wat in, zodat daar waar op zaalparticipatie wordt gerekend, hier wat gereserveerd op wordt gereageerd.
Bij de nummers die door een gebrek aan context door de mand vallen zijn vooral de nummers uit Cabaret, die veel te braaf worden gebracht, met een afbeelding van de KitKat-club op de achtergrond. De ranzige sfeer ontbreekt en de uitvoering geeft je heimwee naar het origineel. Dat het geen bezwaar hoeft te zijn blijkt bij ‘Stijl’, waarbij de link naar Chicago volledig is verdwenen, en dat voortreffelijk door twee mijmerende dames wordt gezongen.
Meest bijzonder zijn de musical mash-up’s. Tony en Joke die ‘Waarom’ (Miss Saigon) en ‘Denk aan mij’ (The Phantom of the Opera) tot 1 nummer verwerken en daar een (op een klein stukje na) prachtig geheel van maken. Met ‘Hopelessly devoted to you’ (Grease) en ‘I feel pretty’ (West Side Story) lukt dat minder, maar de bijbehorende presentatie is wel weer heel geestig.De keuze voor Annie MG Schmidt-liedjes als pauzefinale kun je voorspelbaar noemen, maar is zeker effectief. Herkenbaar voor iedereen, en zeker voor het grotendeels wat oudere publiek in de zaal, dat hierbij echt loskwam.
De tweede helft biedt grotendeels eenzelfde ervaring van bergen en dalen, hoogte- en dieptepunten. Een saaie, schijnbaar eindeloze vertolking van Trouble in Tahiti wordt gevolgd door een prachtig ‘Vroeger of later’ (Kiss of the Spiderwoman). Vocale hoogstandjes worden afgewisseld met minder indrukwekkende zang, met als dieptepunt de Elephant love medley uit het Moulin Rouge blokje, dat echt te vaak vals klonk.
Het grotendeels geslaagde comedy-blok rond kinder-musicalliedjes, voorafgegaan door “Je redt het niet op Broadway” oogst in de tweede helft het meeste succes. Tony Neef’s Bartje, die op ‘Ik voel me zo verdomd alleen’ klaagt dat zijn leven toch ook wel een musical waard is, is hilarisch. Even vergeten we het prachtige Papa van Joke de Kruijf van een paar minuten eerder. Door de persoonlijke inleiding, en de prachtige en emotionele uitvoering is het een waar kippenvelmoment.
Joke is de ster van de avond. Wat beschikt zij over een fantastische stem en uitstraling. Tony Neef heeft nog steeds de power in zijn stem, al zit hij er af en toe wel naast. De komische noot is bij hem weer goed verzorgd en hiermee slaat hij zelden de plank mis.
Brigitte Nijman kan zowel een traan als een lach op je gezicht toveren. In deze show doet ze vooral het eerste. Ook Maaike Widdershoven doet het goed.
In het gezelschap is het met name Frans die op nogal over-overacte wijze de aandacht op zich probeert te vestigen en daarmee slechts bij een klein gedeelte van het publiek daarin slaagt. Het lijkt erop of hij slechts of vrij vlak of juist super-overdreven manier kan acteren. De middenrange met subtiliteiten wordt overgeslagen, met als dieptepunt zijn Oliver-vertolking.
Complimenten aan Petra van der Eerden voor de goede aanvullende vertalingen, en dan met name voor die van “You won’t succeed on Broadway” uit Spamalot. Een mooie sprong van de onmisbare Jews van Broadway naar de homo’s van onze musicalpodia. De nieuwe tekst van de twee nummers uit The Wild Party maakt je nieuwsgierig naar het origineel.
Het decor is sober, met 5 langwerpige doeken waar meestal de zangers op zijn geprojecteerd, en waarvan het middelste bij omdraaing een klein podiumpje bevat. Het voegt weinig toe, behalve een bevestiging van het gevoel dat je naar een musicalconcert aan het kijken bent. Of de vlekken, die aan de onderkant van deze doeken te zien zijn (zit er nu al het weer in?) bij een artistiek concept hoort is me niet duidelijk, maar het is allesbehalve fraai.
De voorstelling kan wat meer toelichting, wat meer olie gebruiken om het meer leven te geven. Op te veel momenten is de voorstelling nog los zand. Niet voor niets is juist daar waar het wel gebeurt, zoals bij Joke de Kruijf’s Papa, één van de hoogtepunten van de show. Speelervaring zal de wat zwakkere uitvoeringen waarschijnlijk wel verbeteren. Iets meer pit in de opening, iets meer sex-appeal bij de nummers in Cabaret; het is nodig om van “the Max” te mogen spreken.