De zitruimte van het Figi theater in Zeist is een aangename plek om over de voorstelling te praten. Van alle gemakken voorzien, inclusief het personeelslid dat nog even komt vragen of alles naar wens is. Even vraag je je af wie toch verzonnen heeft dat het artiestenvak zo zwaar is, maar al snel bedenk je dat zij over een ongeveer een half uur weer vol aan de bak moeten. Wil van der Meer als eerste, vandaar dat de eerste vragen vooral voor hem zijn bedoeld.
Pluk is een productie die je mede hebt geschreven. Is het anders om in zo’n productie mee te spelen dan een productie waar dit niet het geval is?
Wil: Ik ben iemand die zich graag met alles bemoeit. Ik vind het niet zo leuk om in voorstellingen te staan waar je eigenlijk alleen als acteur wordt geengageerd. Nu ben ik natuurlijk nog wat meer betrokken omdat ik het met Bruun Kuijt (red; tevens regisseurheb geschreven, maar ik geloof dat het heel anders is Kim (die vaker met Wil werkte) bevestigt dit op verzoek. Ik ben niet het type acteur dat komt spelen en dan weer naar huis gaat.Of dat je op het toneel in de scene elkaar goedenavond zou moeten wensen omdat ze vijf minuten van tevoren aankomt en elkaar dus nog niet had gezien. Ik ben nog nooit zo ongelukkig geweest dan het jaar dat ik in een productie stond waarin ik alleen moest spelen.
Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld dat ik nooit in een operagezelschap zou kunnen functioneren omdat de hierarchie daar niet toestaat dat ik me met andere dingen bemoei dan zanger zijn. Maar ik ga van de zomer een opera doen bij opera Spanga, en dat is precies zo’n clubje als dit. Ik speel het liefst daar waar de lijnen kort zijn en waar iedereen verantwoordelijkheid heeft en neemt voor het stuk. Dat is het leukst om te doen.
Zijn er al plannen voor een derde Pluk?
Wil: Nee, ik ben voor 2008 wel bezig met een bewerking van Floddertje. Een idee dat wel bovenkwam is, als Floddertje af is, om de eerste Pluk te bewerken en dat we dan, net als het Nationaal Toneel, een marathonvoorstelling gaan doen van Floddertje en de beide Pluk-voorstellingen en dat het publiek vervolgens afgemat het theater uitkomt. Een Annie MG Schmidt-maraton.
Marijn: Lijkt me echt chaos. Dan moeten ze ook hun pyama meenemen. Dan mogen ze blijven slapen. De anderen vallen hem bij
Pluk is een voorstelling zonder pauze. Is dat anders spelen dan een voorstelling met pauze?
Marijn: Ik hoop eigenlijk altijd dat de pauzes niet noodzakelijk zijn. Ik zou ze er eigenlijk het liefste uithalen.
Wil: Ik denk dat alle acteurs dat willen, en alle schouwburgdirecties niet.
Kim: Vooral bij kindervoorstellingen is het belangrijk om geen pauze te hebben, vanwege de spanningsboog.
Marijn: Dus geen pauze hebben is niet erg.
En je speelt de voorstelling nu twee maal op een dag. Hoe is dat in vergelijking met 1 (lange) voorstelling?
Marijn: We hebben één keer één voorstelling op een dag gespeeld, dat was de eerste try-out. Toen merkte ik heel erg dat de voorstelling toen een stuk beter was. Iedereen knalde al zijn energie in dat uur en een kwartier. Je wilt het niet maar je houdt onbewust rekening met de tweede voorstelling. Het is gewoon heel zwaar om er twee achter elkaar te spelen.
Wil: In een voorstelling kan je de lijn die je gebouwd hebt nog wel eens meenemen na de pauze. Twee keer een uur spelen is heel wat anders dan een voorstelling van twee uur spelen. Opnieuw beginnen is echt loodzwaar.
Marijn: En de energieboog die je in zo’n voorstelling hebt moet je weer opnieuw maken.
Kim: Ik merk altijd wel dat de tweede voorstelling altijd sneller lijkt te gaan dan de eerste omdat je gewoon los kunt laten.
Kijkend naar de musicals die jullie gedaan hebben zijn dat vooral jeugdmusicals. Is dat een bewuste keuze, of is dat toevallig zo op jullie pad gekomen
Kim: Al vanaf de toneelschool vond ik het heel erg leuk om te doen en ik denk ook dat mijn kracht er wel in ligt. Maar ik vind het ook fijn om in breder perspectief te denken en ga dus voorstellingen voor volwassenen niet uit de weg. Vandaar dat ik komende zomer weer voor volwassenen speel.
De concentratie van kinderen krijg je niet cadeau. Eigenlijk is het harder werken dan voor volwassenen, maar je krijgt ook meer reactie. Toen ik na de eerste Pluk voor volwassenen speelde had ik het idee “wat zijn die mensen stil”. Kinderen zijn veel heftiger en eerlijker in hun reactie.
Wil: Ik vind het niet zo zeer leuk om in jeugdtheatervoorstellingen te spelen, maar wel in dit segment, waar veel meer appel gedaan wordt op je creativiteit. Op een of andere manierkrijg je in het jeugdcircuit sneller de gelegenheid om eigen dingen te doen dan in het volwassenencircuit. Toen ik op de Kleinkust zat gingen heel veel mensen juist richting kindertheatergroepen omdat je daar meer de gelegenheid kreeg om dingen aan de makerskant te doen dan bij een grote productie.
Marijn: Ik vind de afwisseling heel leuk, maar speel juist graag bij de grote gezelschappen. Ik merk dat ik dit soort voorstellingen niet te vaak moet doen, omdat ik dan toch een stukje inhoudelijkheid mis. Plat gezegd wil ik vooral de volwassenen hun ogen openen. Wil onderbreekt en geeft aan dat het in zijn ogen niet uit zo mogen maken Het is toch een ander niveau; ik heb meer met de zwaardere menselijke drama’s. De keuze voor jeugdvoorstellingen is wel bewust, maar juist wel omdat het niet alleen maar jeugdtheater is.
Kim: Afwisseling is juist heel goed.
Wil: Ik heb wel het gevoel dat er naar me gekeken wordt van jij bent van het kindertheater. Een bepaald negatief ondertoontje aangevend Nu heb ik daar dikke schijt aan. Maar een opmerking als ” Jij kan toch alleen maar met een pruik en een hoedje dingetjes doen.”
Marijn: Maar dat is dus niet de reden waarom ik niet alleen jeugdvoorstellingen doe.
Wil verlaat het interview omdat de plicht weer roept. Tijd dus om lekker even over Wil te praten . Is hij een dictator?
Marijn: Nee man, totaal niet.
Kim: Hij is, wat hij zelf zegt, heel betrokken. Hij zorgt er goed voor dat je alert blijft. Dat je beseft wat je eigenlijk speelt en niet op grapjes gaat zitten.
Tijdens een gesprek bij de musicalawardslunch sprak ik met Kim al over Pluk, en het zomerreces dat in de voorstellingenreeks zat. Kim gaf toen aan dat dat juist wel goed was, omdat je dan bij de herneming een frisse start kunt maken. Is er inderdaad wat veranderd na de zomervakantie?
Marijn: Er zijn inderdaad wel dingen veranderd, en ik vind dat de voorstelling wel beter is geworden nog na de vakantie. Het zijn vaak kleine dingen, maar juist helderheden in het verhaal. Dingen die scherper kunnen. De toon bijvoorbeeld waarop je iets zegt; je wil dan te nadrukkelijk het verhaal vertellen, maar er moet ook een stuk ontspanning in blijven zitten.
Concreet is er wat veranderd in het omdraaien van de bladzijden. En het liedje dat we samen hebben op de brandweerauto.
Kim: Dat was veel te braaf en dat hebben we wat rockeriger gemaakt. (red: het liedje wordt nu vergezeld van air-guitarbewegingen en straalt inderdaad een hoop energie uit
Het is altijd goed om ergens even afstand van te nemen. Ik had dat ook met een andere voorstelling, dan zie je dat de mis-en-scene strakker kan of beter, waardoor deze doorstroomt. Afstand nemen in wat dan ook is denk ik goed, of je nu een boek schrijft of op het podium staat.
De musicalhistorie van het tweetal bestaat voornamelijk uit boeken. Zijn jullie zelf lezers?
Marijn: Als ik in zo’n voorstelling ga spelen lees ik zo’n boek natuurlijk zowiezo. Vroeger was ik nooit zo’n lezer, maar de laatste vier jaar lees ik ontzettend veel en heb ik ook een lijstje gemaakt met klassiekers en hoogtepunten in de literatuur waarvan ik vind dat ik ze gelezen moet hebben. Ik ben dus wel flink aan het inhalen, in de bus en in de zomervakantie.
Kim: Toen ik klein was ben ik veel voorgelezen en heb ik ook veel zelf gelezen. Pluk kende ik wel, dus toen ik daarvoor (eerste Plukvoorstelling) auditie deed dacht ik ook: dat is wel heerlijk jeugdsentiment om te spelen.
Tegenwoordig lukt het wel als ik de rust heb. Ik wil het wel, maar dan leid ik mezelf weer af. Ik heb van de zomer ook eindelijk weer eens 2 boeken gelezen.
Spijtebijt is een jongetje. Hoe kom je eigenlijk op een jongensrol terecht?
Ik zat in Pluk en ik hoorde toen dat ze Pluk 2 gingen doen. Toen heb ik dat boek gekocht en dacht ik dan moet ik Spijtebijt maar doen. Ik ben van mezelf natuurlijk wel een beetje jongensachtig. Bruun had er wel het vertrouwen erin, en met een dit korset (red: er volgt een demonstratie) zie je er ook bijna niets van.
Hoe zitten de kostuums eigenlijk. Er zitten toch opvullingen op vreemde plaatsen
Marijn: Het zijn vullingen die op boxershorts zijn genaaid.
Kim: Je merkt het eigenlijk niet.
Marijn: Het zweet wat meer.
Kim: Het lijkt zo meer op de figuurtjes van de tekeningen. Ik vind dat zeker ook goed gelukt. Het is bij deze voorstelling heel anders aangepakt dan bij de eerste Pluk; een hele andere vormgeving.
Hoe zit het met de drukte in de zaal? Is dat nog seizoensgebonden.
Marijn: Nee, maar je merkt het wel in verschillende steden. In sommige steden worden de kinderen echt niet opgevoed. We zaten laatst in 1 grote chipszak (uitdrukking geleend van de geluidsman. Dat was gewoon niet normaal, als of mensen televisie zitten te kijken.
De laatste keer heeft Wil van der Meer zelfs gevraagd aan de zaal: Jongens, kunnen jullie alsjeblieft de chipszakjes even opzij leggen. Dat is natuurlijk wel heel erg als dat gebeurt en heel jammer. Verder kun je er weinig mee. Je kunt harder gaan praten en hopen dat je er overheen komt of zachter gaan praten en hopen dat ze daardoor gaan luisteren en stoppen met geluid maken, of schrikken bij een stemverheffing.
Kim: De tweede voorstelling daar was wel een stuk beter; het ligt er maar net aan wat voor zaal je hebt. In het begin denk je het Noorden is leuker dan het Zuiden, even later is het omgedraaid en uiteindelijk blijkt het toch niet uit te maken. Het ligt er maar net aan wat voor types er komen. Het ligt niet echt aan de zaal.
Jij gaat straks de Graaf van Monte Christo doen. Iets totaal anders dus
Marijn: Ja, in tegenstelling tot Wil vind ik het heel leuk om te doen. Dat ik dan echt een personage-analyse moet doen en heel erg moet gaan bepalen hoe iemand in elkaar zit.
Pluk is toch wat oppervlakkiger, het zijn duidelijkere emoties en helderdere kleuren. Bijvoorbeeld cynisme bestaat eigenlijk niet voor kinderen.
Kim: En toch verschilt het niet zo veel met deze. Hier moet je ook je personage maken en daar praat je er ook met je regisseur over.
Marijn: Je staat daar iets meer in een concept omdat de regisseurs wat bepalender zijn, hoewel dat ook weer niet altijd opgaat misschien.
Is het ingewikkelder om met een breder palet aan emoties te spelen?
Marijn: Of het echt ingewikkelder is weet ik niet. Het is wel genuanceerder en ik hou juist van die nuance. Het heen en weer springen. In drie zinnen kun je drie verschillende emoties leggen. Bij Pluk is het meer 1 kleur pakken en die helder neerzetten. Ik heb het gevoel dat het bij de gesubsideerde gezelschappen allemaal iets technischer is. Hoewel technischer niet echt het goede woord is; het gaat echt om die verschillende emoties.
En wat zijn de toekomstige plannen van Kim
Ik ga vanaf half april bij theaterhuis Alba inDen Haag een voorstelling doen Ik ga een voorstelling voor Oerol maken en die gaan we daarna ook in een aantal zalen spelen. En daarna ga ik bij Bos Productie de Gouden Boekjes doen, met Leopold Witte. Dat wordt een muziektheatervoorstelling, dus een iets ander circuit dan nu.