Omdat de Eerste Wereldoorlog een eeuw geleden woedde zijn er al een aantal theatervoorstellingen geweest, die zich in deze periode afspeelden. Daar zaten prachtige voorstellingen bij, al was de teneur van de show veelal dezelfde. Een aantal vrienden of streekgenoten vertrekken naar de loopgraven, en daar komen er maar enkelen weer van terug. Daarmee zijn ze trouw aan hoe deze oorlog verliep, met zo’n 5 miljoen doden alleen al aan geallieerde kant. In het verhaal van Niemandsland is de loopgraaf slechts een klein onderdeel van het geheel. Het draait vooral om de situatie waarin het Vlaamse grensdorp Essen terecht kwam. Het werd afgesloten van de rest van België door ‘de Doodendraad’: een afscheiding met 2000 V spanning, om te voorkomen dat er mensen over de grens zouden vluchten. Smokkel is nodig, niet alleen van etenswaar, maar ook om brieven naar bekenden buiten het dorp te sturen.
In het stuk volgen we vooral twee families: een rijke familie, met een Frans accent, en een volkse. Beiden hebben een zoon aan het front, en beiden worden geconfronteerd met Duitse soldaten die bij hen in huis verblijven. (Dit schijnt gebeurt te zijn bij huizen die op de grens met Nederland stonden). Beiden zijn hier uiteraard niet gelukkig mee. In het rijke huis blijkt één van de dochter niet zo kieskeurig: ze valt voor een knappe Duitse officier. Ook blijkt de leugen, dat hun zoon dood is (in plaats van aan het front), onaangename gevolgen te krijgen. Aan de andere kant is een van de dochters bezig een broeder voor zich te winnen (alvorens hij zich tot het celibaat zal wenden). Er is vooral veel smokkel, onder andere door het omkopen van grenswachten. Ook zijn er internaten binnen de grenzen, waarvan de kinderen dus vier jaar afgezonderd zijn van hun ouders. Dat dit tot heimwee leidt zal niet verbazen, zeker niet als je wordt gepest door de medebewoners. De bezettende macht laat meteen zijn tanden zien, als de Duitse vlag aan de grens wordt weggehaald, door te dreigen met opsporing en executie.
Er wordt ruim de tijd genomen om de situatie te schetsen, en nagenoeg de hele eerste akte blijven de gruwelen van de oorlog beperkt. In ieder geval wordt je als bezoeker er niet mee geconfronteerd. Vlak voor de pauze, met een naar incident aan het front, wordt de toon anders. Dan zie je de grootste gruwel die je in deze context zou kunnen verzinnen. Het verhaal lang zeer realistisch, om pas tegen het einde te belanden in een nogal gekunsteld slot. Een wending overigens, die je door de opbouw van het stuk wel deels had kunnen vermoeden.
Er zijn een aantal redenen waarom dit project zeer bijzonder is. Niet alleen is het een locatie voorstelling over de lokale geschiedenis, prachtig gesitueerd naast het voormalige internaat (College van het Eucharistisch hart). Het is een voorstelling met een ongekend grote cast van zo’n 200 personen, en daarnaast nog de nodige extra’s als paarden en voertuigen, die gedoseerd worden gebruikt. Gevolg is dat de huiskamers, de loopgraaf en de ‘doodendraad’ vrij ver van (een deel van) de tribune zijn gesitueerd, wat klein spelen lastig maakt, maar noodzakelijk is om scenes met een grote cast zoals de kerk, het internaat, de straat te kunnen spelen. Desondanks brengen de amateurspelers het er goed van af: de meeste weten hun karakter en motivaties duidelijk te brengen. Ook de zangkwaliteit van de solisten is over het geheel genomen prima in orde. De vier belangrijkste kinderrollen verdienen een aparte vermelding: je sluit hen onmiddellijk in je hart. De massascenes maken grote indruk, en als er sprake is van choreografieën zit dat er goed uit. Zo blijken ook de kleine rollen in een dergelijk grote groep deel uit van het slagen van deze voorstelling.
Met zo’n enorme cast is en de bijbehorende visuele kracht het jammer dat de muziek een ondergeschoven kindje is. Hoewel de composities degelijk zijn en functioneel, klinkt het synthesizergeluid toch wat iel. Helaas geen orkest dus op deze geluidsband, die zo te horen wel ondersteunende koorpartijen bevat. De bastonen overheersen ook wat, wat het totaalgeluid niet zo mooi maakt als het had kunnen zijn. Het script had zeker bondiger gekund, en het is jammer dat niet echt duidelijk is waar in de tijd we zitten. Voor sommige gebeurtenissen, die ik vanwege spoilers niet wil benoemen, had dit een extra dimensie kunnen meegeven.
Essen heeft een spektakelstuk binnen de grenzen, over hun eigen geschiedenis. De imposante cast, en het verhaal, dat of herkenbaar is uit de overlevering, of waarmee je als streekbewoner bekend zou moeten zijn, maken het een bezoekje waard. Zeker ook voor mensen die vlak over de grens in Nederland wonen, want wat mogen onze voorouders zich gelukkig prijzen dat deze oorlog effectief aan ons voorbij is gegaan. Want zelfs in een dorp als Essen, dat eigenlijk geïsoleerd werd van de grootste oorlogsellende, is het leven vier jaar lang op z’n kop gezet.
Tenslotte de praktische zaken voor wie een bezoek brengt. De voorstelling wordt buiten gespeeld, en de tribunes bestaan uit plastic kuipstoelen. Sommigen zijn voorzien van een deken, maar met de temperatuurdaling die in aantocht is, is het meenemen van eigen middelen om je warm te houden zeker geen overbodige luxe. Met de speelduur van een kleine drie uur (wel inclusief een lange pauze) kan een kussentje voor mensen met minder zitvlees evenmin kwaad. Consumpties werken met een muntensysteem (2 euro per munt), waarbij de tarieven voor een evenement schappelijk zijn (1 munt voor een glas/beker drinken) of zelfs goedkoop (schepijsje bestaande uit 2 flinke bollen voor 1 muntje). Een kleine snack vooraf is verder niet aanwezig. De site meldt een kwartier wandelen vanaf de parkeergelegenheid tot de ingang. Om dat voor elkaar te krijgen moet je wel heel slecht ter been zijn. Omdat het ongeplaceerd is verdient het desondanks wel de aanbeveling er tijdig te zijn.