Gewoonlijk is de plaats van handeling een normale schouwburg of theater, maar de voorstelling van 18 juni, de laatste voor de zomervakantie van de band, is wat specialer. Op deze buitengewoon aangename, stralende dag wordt de voorstelling gegeven in het Zuiderpark Theater, een openluchttheater in Den Haag. Zo’n aparte locatie heeft zo zijn voor en nadelen. Sommige theatrale effecten gaan verloren, door de grote hoeveelheid daglicht die, zeker bij aanvang van de voorstelling, op het podium valt. Aan de andere kant geeft de frisse lucht (als er voor je niet iemand een sigaret opsteekt) en de harde banken wel weer een heel bijzondere ambiance, en kan het geluid alle kanten op en een tandje harder dan in de beslotenheid van een stadsschouwburg.
Bij aankomst valt op dat een flink aantal van de bezoekers al in Nostradamus-merchandise is gestoken. De shirts zijn nog niet te koop op deze avond; we hebben dus met echte fans te maken die deze aparte voorstelling niet willen missen. Veelal voorzien van camera’s, want daar waar fotograferen in theaters doorgaans streng verboden is, kan hier een slag in de rondte worden gekiekt.
De aanvangstijd is nogal verwarrend. Acht uur vermeldt de site van het theater, ongeveer half negen, vermeldt de Kayak-site vanaf een dag voor de voorstelling, het blijkt uiteindelijk negen uur te worden. Bij de oorspronkelijke planning was geen kennis van de voorstelling
“Kleine Ezel” diezelfde middag, dus het hele voorbereidingstraject voor deze voorstelling kan pas veel later beginnen. Dit, in combinatie met het “open lucht” zijn van het theater biedt de bezoekers de kans ook de soundcheck mee te maken, wat natuurlijk normaal achter gesloten deuren plaatsvindt
Bij binnenkomst blijkt het effect van het zonlicht. De podiumopstelling geven de rekwisieten een allesbehalve magische uitstraling. Ook het lichte beton van de podiumvloer doen je niet meteen weer terugwanen in de tijd van Nostradamus. En toch, na de aankondiging van de voorstelling, stoor je je daar geen moment meer aan.
Je wordt al snel meegevoerd met een monnik in bruine pij die zijn tijd vult met het maken van geschriften en die we de rest van de voorstelling in het wit zullen zien. Vanuit de hemel verschaft hij zijn cynisch commentaar op de gebeurtenissen in het leven van Nostradamus. Dit leven schiet in sneltreinvaart voorbij. De kritiek die zijn professoren hebben op zijn arrogante houding, het sterven van zijn eerste vrouw, de bewondering die de Franse koningin voor hem heeft en de inquisitie die een voor Nostradamus erg ongezonde belangstelling heeft. De eerste helft is werkelijk fenomenaal en vliegt voorbij.
De tweede helft begint goed met de bewonderaars en critici in de song ‘Remarkable talents”. Helaas wordt dit vervolgd met een buitengewoon clichématig liefdesduet (“Settle down”) wat de vaart uit de voorstelling haalt zonder er andere emoties voor terug te geven. Gelukkig zien we het vuur weer oplaaien als de koningin haar hofhouding langs vriend en vijand stuurt om ze in bed uit te horen. De koningin krijgt een alarmerend bericht, waaruit zij de aanstaande dood van haar man afleidt. Nostradamus wordt opgetrommeld, en gaat, ondanks zijn angst. Hij houdt zich echter inhoudelijk op de vlakte. Tijdens een toernooi (een instrumentaal nummer, met in mijn beleving iets te weinig visueel spektakel) ter ere van het huwelijk van zijn dochter sterft de koning; de voorspelling lijkt te zijn uitgekomen.
De koningin is verbitterd en zoekt nog meer dan vroeger haar troost in de macht. Nostradamus merkt dat zijn voorspelling rond het verbreken van zijn lange vriendschap met wetenschapper Scalinger uitkomt; Scalinger jut de mensen tegen Nostradamus op. Nostradamus leeft meer dan ooit in twee werelden. Vanuit de hemel horen we de monnik klagen: iemand misbruikt mijn werk en vertelt waar het allemaal om gaat. Als de monnik zijn woorden declameert zien we Nostradamus dezelde woorden spreken en opschrijven, de eerste twee kwatrijnen van de Centuriën.
Nostradamus ziet zijn dood aankomen, en vertelt zijn (tweede) vrouw en zijn secretaris dat hij niet meer zal wakker worden. De volgende dag ontmoet hij de monnik; de voorspelling is uitgekomen.
In de epiloog wordt de kernvraag gesteld: is het mogelijk dat iemand de toekomst kan voorspellen?
En zo wordt een fenomenale eerste helft dus gevolgd door een wat mindere tweede helft, ondanks dat de effecten door de inmiddels ingevallen duisternis beter overkomen. Het blijft echter een uitstekende voorstelling.
Lees verder >>>