Eerst was er het prentenboek, inmiddels ook een theatervoorstelling waar de auteur zelf aan meewerkt. Een auteur die meespeelt, het klinkt aparter dan het is, want het gaat hier om Mark Haayema, die we hebben kunnen zien in bijvoorbeeld Ja Zuster, Nee Zuster en Sprookjesboom- de musical en in de poppentalentenjacht Popstar, maar die inmiddels ook verantwoordelijk is voor de teksten van een aantal prentenboeken. Wel bijzonder is dat dit specifieke prentenboek gaat over de gebreken die de ouderdom met zich mee kan brengen, en welke dat zijn maakt de titel wel duidelijk.
Fien gaat regelmatig op bezoek bij oma, en natuurlijk neemt ze haar pop mee. De pop heet Pop (want, zegt ze, mijn beer heet ook Beer. Onze hond heet Herman. Dat heeft papa bedacht). Oma Tiny woont alleen, en praat vaak tegen het portret van haar man Piet. In een grote glazen schaal heeft ze een aantal linten van belangrijke gebeurtenissen, zoals geboortes, huwelijken en overlijdens. We zien dat het langzaam minder gaat met oma. De pop van Fien begint ze ineens Janneke te noemen, op een gegeven moment staat ze zelf op tafel en heeft hulp nodig om er weer af te komen, en dan zijn er ineens de kraaien, die uit het niets opduiken en in de schaal met herinneringen beginnen te wroeten, en dan een lint meenemen. Of de kinderen in het publiek de symboliek ervan snappen weet ik niet. Als een kindje roept ‘niet de gouden?’ kan dat zijn om de bijbehorende herinnering, maar ook omdat hij de gouden de mooiste vindt. Maar natuurlijk merken ook zij aan het gedrag van oma dat het niet goed gaat met haar geheugen, zeker als ze de naam van Fien niet meer paraat heeft. Wanneer ze op een gegeven moment niet meer thuiskomt, omdat ze naar haar vorige woning is gegaan, is het tijd om te verhuizen naar een verzorgingstehuis voor ouderen met problemen. Een huis met een aantal excentrieke medebewoners, zoals meneer Brom en mevrouw Pepermuntje. Haar bezoekjes daar levert Fien mooie, vreemde, maar ook een aantal vervelende ervaringen op.
Hoe dichter de gebeurtenissen op het podium bij je staan, hoe heftiger deze voorstelling bij je binnen zal komen. Er is na de voorstelling geen volwassene te zien die niet met waterige ogen en bijbehorende vegen rondloopt, en ikzelf ben bij het schrijven hiervan, twee dagen na de voorstelling, weer in mijn ogen aan het wrijven. De gebeurtenissen, de karakters zijn zo herkenbaar, en de dunne grens tussen tragiek, ontroering en humor is zelden zo mooi bespeeld als in deze ‘Oma, mag ik mijn pop terug?’. Of dit nu gaat over het ‘laten gaan’ in het zwembad of het gekibbel tussen de oudjes, het is grappig en schrijnend tegelijk.
De voorstelling wordt gespeeld door drie acteurs, Mark Haayema, Dennis de Groot en Sanne van Dijk, die regelmatig elkaars poppen, en dus ook de rollen, overnemen. Het gaat vlekkeloos; er is geen moment dat je zo’n wissel bewust meemaakt. Dat hier een brok ervaring op het gebied van poppenspel staat te spelen is overduidelijk. Eigen handen of benen worden de handen of benen van de poppen, en een opgegooid pepermuntje wordt schijnbaar achteloos met de mond opgevangen. De poppen zelf zijn mooi, en hoewel de mogelijkheden beperkt lijken, is op de gezichten toch emotie af te lezen. Extra speciaal zijn de kraaien, die zijn gemaakt van zwarte leren handschoenen. Het decor is zeer sober, en de stellages met rekwisieten staan prominent in beeld. Op dit geïmproviseerde buitenpodium staan ze wel een beetje wankel, maar gelukkig gaat er ook op dit vlak niets mis.
Ik zag de voorstelling dus in de open lucht, op een stralende ochtend, dus volledig onversterkt, en zonder enige vorm van theaterbelichting. Waar normaal met licht de sfeer voor een groot deel wordt bepaald, blijft deze ook zonder fier overeind. Zelden zal een volledige ‘zaal’ van jong en oud zo geboeid naar een voorstelling hebben zitten kijken. Hoe moet dat zijn als dit er wel is.
Achteraf is het boek te koop, en natuurlijk wordt de gelegenheid deze te laten signeren door de auteur en speler ten volle benut. Haayema wordt overladen met loftuitingen, eigen ervaringen en anekdotes. Volledig terecht. De voorstelling ging al meer dan een jaar geleden in première, heeft nog voorstellingen gepland tot in november van dit jaar, maar verdient het om tot in de eeuwigheid te gespeeld te worden.
(Prijswinnende) Foto’s: Erik Franssen