Een bureau, een deur, een raam een wand, en een schoolmeester die wat aan het overpeinzen is. Hij zit in het licht, we horen ‘In the mood’ en rond de verlichte ruimte danst een meisje. Het blijkt zich in het hoofd van de jonge docent af te spelen. Het is 1955, en het meisje blijkt Maartje te zijn. Zij is vanuit Holland in het Limburgse dorp van Tuur Ramakers (want zo blijkt de meester te heten) komen wonen, bij haar oom en tante. Hij somt een hoop gebeurtenissen op die hij tijdens de oorlog heeft meegemaakt, en zoekt bevestiging.”Jij bent dood he”
En dan komen de herinneringen pas echt. Het schuilen in de schuilkelder, het neergeschoten Engelse vliegtuig, het schieten op een van de Engelsen. De vraag wie er nu wel te vertrouwen was. Niet de burgemeester, of de schoolmeester van toen, dat waren NSB-ers. En ook niet de man die de baan van veecontroleur van Tuur’s vader heeft overgenomen. Zeker was in ieder geval dat je voorzichtig moest zijn met wat je zei. Als je anti-Duits was mocht je vast niet meer in de schuilkelder van Nijskens.
Tuur beleeft de oorlog opnieuw: zijn vriendschap en verkering met Maartje. En het belangrijkste van verkering is dat je elkaar geheimen vertelt. Tuur vertelt over de piloot die zij op zolder hebben, maar het geheim van Maartje blijkt vele malen groter. In een kistje in een geheime kamer op de boerderij bewaart zij een geel stukje textiel. Ze komt dan ook niet uit IJmuiden, maar uit Amsterdam, en heet eigenlijk Tamar Cohen.
Dat zij in de voorstelling een hersenspinsel is verraadt dat dit verhaal niet goed gaat aflopen, en verklaart ook de moeite die meester Ramakers heeft om verhalen over de oorlog te vertellen, als zijn leerlingen daar zo nadrukkelijk om vragen. Want hij heeft ook nog eens een schuldgevoel.
Maarten Ebbers speelt Tuur buitengewoon sterk. Stotterend onder druk, maar vooral een enthousiast kind. Hij is buitengewoon vertederend tijdens de verkering-scene, en mixt avontuurlijkheid mooi met kwetsbaarheid. De kinderlijke gedachten zijn buitengewoon overtuigend, zoals wanneer Maartje na het tonen van de Jodenster vertelt dat ze uit Amsterdam komt: “Heb je wel eens in een tram gezeten.”Ebbers is niet zo’n sterk zanger, maar slaat zich goed door de liedjes.
Ida van Dril speelt mooi met haar rol van Maartje in het heden (1955) een hersenspinsel en in de flashbacks een tomboy-achtig meisje , en de interactie met Ebbers is uitstekend. Knap is ook hoe een roze kussen tot leven komt, en het een varken wordt waarop de kinderen moeten jagen als het is ontsnapt.
Met een minimum aan decor worden diverse locaties neergezet. Een wand is gekanteld een bed, en een deur op z’n kant is een varkenshok. En met twee zaklampen achter een muurtje en het juiste geluidseffect zou je zweren dat er echt een vrachtwagen komt aangereden.
‘Oorlogsgeheimen’ is in vele opzichten de opvolger van ‘Achtste Groepers Huilen Niet’. Een meesterlijke voorstelling, die onlangs de laatste voorstelling had en in 2011 de Musicalworld Kids Award won voor beste jeugd/familievoorstelling. Wederom wordt een verhaal van Jacques Vriens tot theatervoorstelling bewerkt, de regie is wederom in handen van Pepijn Cladder, de muziek is van Arthur Umbgrove, en net als toen is de vrouwelijke rol in handen van Ida van Dril. Ook de vorm, een terugblik in het verleden van twee personen, is hetzelfde, al is in deze voorstelling één van de twee een hersenspinsel van de andere.
Toch zijn er ook grote verschillen. Hoewel in beide voorstellingen het verlies van een dierbare heel belangrijk is, is ‘Oorlogsgeheimen’ een stuk serieuzer van dan zijn voorganger. Daar doen een bijna slapstick-achtige scene met een varken, en een heel ontroerend vertederende als Tuur en Maartje verkering krijgen niets aan af.
Oorlogsgeheimen is geen gezellig uurtje theater. De voorstelling is aangrijpend, en weet in een uur weer verschrikkelijk goed duidelijk te maken hoe afgrijselijk een oorlog is en deze, met de vernietigingskampen in het bijzonder. De hele essentie: geen stereotype beeld van goed en fout, het gevaar van angst voor het onbekende, het wantrouwen, en de onherstelbare schade die het aanricht. Een voorstelling die verplichte kost zou moeten zijn voor iedere leerling in de bovenste klassen van de lagere school. Maar ook een voorstelling waar niet voor niets de adviesleeftijd is verhoogd naar 9 +. En volwassenen? Die zullen waarschijnlijk net zo geraakt worden door dit verhaal als kinderen.