Het zal je maar gebeuren als conciërge; 26 jaar in dienst en dan wordt je door de directrice ontslagen omdat je niet met de huidige informatie-generatie mee kan komen. Het overkomt Don, die bij veel leerlingen erg populair is vanwege het vertellen van mooie verhalen maar in haar ogen een fossiel. “Verhalen, gadverdamme.”. Maar hij is niet het enige probleem voor schoolhoofd Beatrijs van Hogerhand, er volgen nog meer slechtnieuws gesprekken. Op de school loopt ook nog een docent Frans die zijn leerlingen stiekem niet Frans maar Spaans leert, Sander Buik, en een lerares Nederlands rond met enorme ordeproblemen, Lidewij ter Plaatse. Don heeft een oogje op Lidewij, maar die merkt daar door al haar frustraties door de ordeproblemen niets van. “Niemand kan luisteren zoals jij Don.”
De trouwste fans van de verhalen van Don zijn leerlingen Peter, Andrea, Josje, Conny en Juul. Als ze er achter komen dat Don hen gaat verlaten weten ze hem zo ver te krijgen dat hij zich van een vrij schuchtere jongen transformeert tot ridder, met een harnas gemaakt van een vuilnisbak Ze gaan zelfs met hem naar het gemeentehuis om hem daar tot ridder te laten slaan. En dan gelooft Don ook volledig in zichzelf.
De eerste stappen op het ridderpad gaan moeizaam; Don brengt een bejaarde naar de overkant van een drukke straat (maar zij stond gewoon voor een rood stoplicht te wachten) en redt een meisje van een aanvaller in het zwart (maar hij was beveiliging en zij had net een kledingwinkel beroofd). Als blijkt dat ter Plaatse naar La Mancha vertrekt om terug naar haar ouders te gaan en die vervelende kinderen te vergeten, gaat Don met de kinderen haar achterna. Ook Sander Buik zit in het vliegtuig naar zijn favoriete land Spanje. Ook in het vliegtuig weet Don de situatie verkeerd in te schatten, en neemt het vliegtuig over. En zo belanden ze allen in La Mancha, waar Don daadwerkelijk Don Quichot wordt, en Sander uit nood de taak van Sancho Panza op zich neemt. Zal Don zijn Dulcinea veroveren, of blijft hij vechten tegen windmolens.
De voorstelling werd gespeeld door cast A, die een sterke indruk achterlaat en de voorstelling helemaal in de vingers heeft. Matthijs Geuze is een mooie Don Quichot. Hij combineert een aangenaam stemgeluid met mooi integer spel als de tamme Don, maar is eveneers sterk als maffe maar zelfverzekerde ridder Quichot. Zo hysterisch als Lidewij ter Plaatse hebben we een docente in het echt nog niet gezien, maar ondanks dat maakt Ester de Ruiter van haar toch een geloofwaardig karakter. Lowik Pieters is een oude bekende. Hij was al Zorrino in Kuifje, was een van de sterren in Beestenbende, de productie van een jaar eerder, en is nu weer uitstekend op dreef als de leraar Frans, of eigenlijk Spaans. De vijf jonge Don-fans zijn karakters met ieder een eigen willetje. Meest opvallend is Andrea Vlawinkel, die praat voordat ze denkt, en maar doorratelt en doorratelt. ‘Ze zeggen wel vaker dat ze hoofdpijn van me krijgen.’ In het normale leven zou je dat vast van haar krijgen, maar Lies van Duin maakt van deze spontane kletstante een schattig personage.
Don Quichot begint bijna filmisch, of moeten we zeggen tv-serisch. Het decor van de school bestaat uit een grauwe wand, die weer een aantal onzichtbare deuren, en andere verrassingen bevat. Als er een deur opent wordt er de naam van het personage met pijl geprojecteerd, en zo weet het publiek wie wie is. De wand wordt tijdens de voorstelling meermaals van getekende projecties voorzien om te laten zien waar de mensen zich bevinden. Er is een Spaans kwintet gitaarspelers,, die een en ander aan elkaar zingen en zo de olie in de voorstelling zijn.
We herkennen in de flinke snorren van de muzikanten, ook de vrouwelijke, een stukje typische Hofplein-humor, kwinkslagen naar de actualiteit, een knipoog richting publiek (schapen) en visuele absurditeiten (hoogtepunt wederom schapen). En zoals meestal heeft iedere speler wen een momentje, dus ook het ensemble dat veel verschillende rollen speelt. Het plezier straalt er vanaf, en dat is niet zo gek, de voorstelling is erg leuk.
Het zwakke onderdeel van de voorstelling is de muziek, die niet uit liedjes, maar uit een soort underscore bestaat waarop wordt gezongen. Soms werkt het aardig, zoals de typisch Spaanse muziek van de zingende gitaristen, maar zwalkt op andere momenten maar een beetje. Het is niet zo storend als bij zijn vorige score (Beestenboel), maar de muziek van Keimpe de Jong helpt de voorstelling niet echt vooruit. De zaal raakt ook meteen enthousiast als ineens lekkere klassiekers als Viva Espana, Bamboleo en Que si que no voorbijkomen.
Er zitten ook twee vrij alternatieve dansscènes in. De ene, het fouilleren van Don op de luchthaven is origineel en effectief, maar als op een later moment continu mensen voor en achteruit heen en weer lopen is de boodschap een raadsel.
Al met al is Don Quichot een heerlijke voorstelling geworden en daarmee meteen een mooie revanche voor het creatief zwakkere en op meerdere gedachten balancerende Beestenbende van voorjaar vorig jaar. Het sterke en enthousiaste spel wat we bij elke voorstelling zien is ditmaal weer gecombineerd met een sterk script met humor voor jong en oud (we zullen iedereen die weet wie de Village People waren voor het gemak maar oud noemen). Je hoeft niets van het oorspronkelijke verhaal van Don Quichot te weten om de voorstelling te waarderen, maar wie het kent zal de verhaallijn wat meer zien aankomen. Een fraaie ode aan het vertellen van verhalen.
Foto’s: Maarten Laupman