SIP heeft al een uitgebreide historie van musicals op basis van Annie M.G. Schmidt verhalen. De Pluk-voorstellingen bijvoorbeeld, maar ook recentelijk Floddertje. Wederom zijn op buitengewoon vaardige manier de bijbehorende plaatjes van Fiep Westendorp vertaald naar het podium. Platte, getekende decors en decorstukken, en kostuums die cartoonesk aandoen, en zo echt op de plaatjes lijken. Bekend, maar zeer effectief.
Otje is een bijzonder meisje; ze kan met de dieren praten. En dat komt goed uit, want haar lieve, maar opvliegende vader Tos werkt zichzelf nogal in de nesten. Hij wordt ontslagen als kok wanneer hij in een kwade reactie zijn baas heeft bekogeld met halve kippen, serviesgoed en de stofzuiger. Als er ineens gasten komen lijkt hij nog even gered; zeker als de lijsterloze lijsterpaté zonder lijsters wordt geserveerd, maar ditmaal brengen de muizen hem in de problemen. Omdat Tos geen papieren heeft, komt hij vaak in de problemen. De papieren zijn kwijtgeraakt in het computergebouw, waar elk jaar een stempel moet worden gehaald. En poging dit kwijtgeraakte stuk papier terug te krijgen mislukt, met een nieuwe uitbarsting tot gevolg en krijgt hij de politie achter zich aan. En zo heeft alleen het noemen woord “papieren” al het effect van een rode lap op een stier. Maar met hulp van de vogels, de muizen en de hond lukt het steeds weer even werk, voedsel of onderdak te vinden. Als de Kaapse raasdonders van vader erg aanslaan bij een admiraal, verliezen Otje en Tos elkaar uit het oog. Vader gaat een maand mee met de boot. Otje mag niet mee; vrouwen aan boord is een ramp, en blijft achter bij twee tantes. De malkander-spiegeltjes zorgen er tijdelijk voor dat ze elkaar kunnen zien, maar niet voor lang….
De dieren in de voorstelling zijn poppen. De belangrijke worden met de hand bediend; soms is er nog een stok met een aantal meer om een groter aantal te verbeelden. In de voorstelling worden ze soms overgegeven, volledig in het zicht, zonder dat dit raar overkomt. Meest bizarre poppen zijn twee dansende diepvrieskippen, die uiteraard niets te zeggen hebben.
De vele karakters worden met snelle verkleedpartijen zonder moeite opgevoerd. Een legio aan accenten komt voorbij, waarbij zowel het Noorden des lands, als onze Zuiderburen niet worden overgeslagen. Zo lijken de karakters totaal niet op elkaar. Uiteraard wordt het al snel hilarisch als er op travestie over wordt gegaan. De admiraal, door een vrouw gespeeld, die geen vrouwen aan boord wil, en de twee tantes die dan weer door heren worden gespeeld worden hierdoor weer heel geestig.
Ook aan de volwassenen is gedacht; als een speler al zit en het decorstuk komt aangereden en dit vervolgens precies op de goede plek stopt is dat voor kinderen gewoon; voor volwassenen grappig. Ook de conversaties van de dokter in het gekkenhuis zijn vooral voor de ouders zeer grappig. Ook de karikaturen van gezagsdragers en de ambtelijke molen werken op de lachspieren. Ook als wordt gezegd dat de muizen op vakantie zijn, naar Londen, naar de musical, naar Cats, zal een kind van vijf daar geen humor in zien.
De cast speelt vol verve hun rollen, en zorgen voor een geolied feestje. Kiki van Deursen is als Otje een overtuigend klein maar kordaat meisje; Rik Hoogendorp is een zeer geestige Tos. De aanloop naar zijn woede-uitbarstingen zijn heerlijk om te zien; en tegelijkertijd zien we ook een liefhebbende vader. Het ensemble bestaande uit Wouter Brouwers, Lieke van den Broek, Leonoor Koster en Thijs Steenkamp leeft zich heerlijk uit in de vele rollen die ze mogen spelen.
Voor jonge kinderen is Otje gewoon een spannend avontuur, vol met vreemde figuren en soms grappige dingen. Voor de ouders is het een feest van herkenning en een zeer grapdichte voorstelling. Zo is Otje genieten voor iedereen.
foto’s: Leo van Velzen