In Londen komt voor elke voorstelling van Oliver een bus met 70 kinderen aan, die na de opening van de show ook weer vertrekt. Zoiets kan natuurlijk niet in Vlaanderen, hoewel…. Het mogen er dan geen 70 zijn, maar met 40 Vlaamse kinderen zit het weeshuis ook behoorlijk vol. De opening met de weeskinderen die uit alle hoeken en gaten (en de orkestbak) naar hun plaats aan tafel gaan is ook hier een indrukwekkend schouwspel. Natuurlijk vraagt Oliver ook nu om wat meer te eten, en begint zijn avontuur.
Oliver Twist is een van Charles Dickens’ klassieke verhalen, en de musical van Lionel Bart een klassieke musical. Vooral de vrolijke songs van de bende straatrovers zijn klassiekers (Pick a pocket or two, Consider yourself), maar het dramatische “As long as he needs me”hoort daar zeker ook bij. De musical kent sowieso een indrukwekkende soundtrack, waaruit door allerhande artiesten veel is geput.
De reis van Oliver mag bekend zijn, al is er voor de musical flink in gesneden en ontbreekt onder andere het harde eind van het boek (al ontbreekt hier ook het happy end uit de musicalfilm). Oliver wordt verkocht aan de begrafenisondernemer. Hij wordt daar zo slecht behandeld dat hij naar Londen vlucht om er fortuin te maken. Daar ontmoet hij (the artful) Dodger, die hem meeneemt naar het onderkomen van Fagin. Deze Fagin leidt een bende zakkenrollertjes, Uit een bezoek van Nancy, een hoer die zeer gecharmeerd is van deze jongen “met manieren”, blijkt dat Fagin ook nog andere handel erop na houdt of hield
Als Oliver mee mag met Dodger om in de praktijk te leren, wordt hij ten onrechte gepakt: Oliver zelf heeft niets gedaan. De gevaarlijke crimineel Bill Sykes, die zaken doet met Fagin, maakt zich zorgen om zijn eigen hachje, want wat gebeurt er als Oliver gaat praten. Als vervolgens Oliver wordt vrijgelaten en meegaat met een onbekende heer wordt Nancy op pad gestuurd hem terug te halen..Het zal het begin zijn van een aantal dramatische ontwikkelingen.
De rol van Fagin wordt vaak gespeeld door comedians. In Nederland zagen we het Arjan Ederveen doen, in Engeland bijvoorbeeld Rowan Atkinson en Russ Abbott. Zij krijgen in de rol de gelegenheid een stukje van henzelf te leggen, en soms vervalt dat in een stukje puur cabaret. Zo pakt ook Peter van den Begin deze gelegenheid met beide handen aan. Bij het inventariseren van zijn persoonlijke schatten zet hij een tiara op en vervalt in zijn rol van Debby. Voor de Nederlanders zal de talkshow Debby en Nancy, waarin hij samen met Stany Cretz een damesduo vormde, niet bekend zijn, maar de Vlamingen pikken het meteen op en gieren het uit. Als tijdens deze première ook nog een kreet van “Nancy” Stany Cretz vanuit de zaal richting podium vliegt kan het helemaal niet meer stuk. Maar ook als dit stuk volledig langs je heen gaat mag het optreden van Peter van den Begin sterk worden genoemd. Iets minder overtuigend is Peter van de Velde als Bill Sykes. Zeker zingend ‘speelt’ hij een enge man, in plaats van echt een griezel te zijn. Hilde Norga is een prachtige Nancy. Vocaal sterk, en zeer overtuigend in haar emoties, vooral die voor de kleine Oliver die een kans op een beter leven verdient dan zij.
Ook door de vele onaangename types worden sterk geacteerd: Mr Bumble (Piet Vansichen)is een arrogante naarling met een geweldig bombastisch stemgeluid en Widow Corney (An Lauwereins) een naar dominant wijf, Charlotte en Noah (Nicoline Hummel en Dieter Verhaegen) zijn echte etters van pubers en het begrafenisondernemerspaar (Door van Boeckel en Wanda Joosten) is heerlijk sinister. Vocaal klinkt het ook allemaal als een klok, zowel solo als in het ensemble.
Maar natuurlijk geen Oliver zonder Oliver zelf, en Dodger. Waar de rol van Oliver (ondanks dat het de titelrol is) in de musical vrij kleurloos is (alles overkomt hem), weet Timon Sohier toch indruk te maken. Dit doet hij het ene komische momentje dat hij echt bijdehand is (in de doodskist), maar vooral als zanger van gevoelige liedjes, die mooi breekbaar worden gezongen. Arno Reyns speelt de uitbundige Dodger met veel uitermate veel flair, en pakt er moeiteloos de zaal mee in.
De voorstelling is een plaatje, met dank aan de fraaie decors van Adrian Vaux en Totie Driver, die hier en daar wel aan de Londense versie doen denken, maar ook een zekere eigenheid hebben gekregen. En natuurlijk ook door de prima regie van Frank van Laecke, die zelfs met een bomvol podium nog prachtige beelden weet te maken.
Voor de vertaling krijgt Daniël Cohen nog steeds krediet, hoewel de hertaling in dit geval wel een stuk verder gaat dan het vervangen van “En toch, hij houdt van mij” door “En toch, hij ziet me graag”. Grote delen van de teksten zijn veranderd, en niet in alle gevallen is het resultaat beter. Zo is ‘soep’ toch duidelijk minder een luxe product dan ‘taart’, als de wezen dromen van een smakelijke maaltijd. Verder valt op dat er soms wel volwassen keuzes zijn gemaakt: bepaalde lusten worden explicieter getoond dan in andere versies van de musical. Iets van deze tijd misschien, maar wel iets om rekening mee te houden als je hele jonge kinderen meeneemt naar het stuk. Er kunnen misschien vragen komen…
We mogen concluderen dat Oliver een plaatje van een voorstelling is geworden. Een voorstelling waarin sterk wordt geacteerd en gezongen. Een aanstekelijke show die de reis naar Gent, of Antwerpen zeker waard is.