Paul van Ewijk is een druk baasje. Hij is op moment van schrijven als regisseur bezig met de regie voor het toneelstuk Waarom mannen sex willen en vrouwen liefde (al in premiere als jullie dit lezen) en voor Er was eens, de voorstelling van Hein Gerrits en Vannessa Timmermans. Letterlijk tussen de repetities door heeft hij de gelegenheid Musicalworld te woord te staan. Want we willen na de algemene presentatie over het festival 50 Jaar Musical in Nederland nog wat meer weten over Broadway in de Polder, de derde voorstelling van het festival. De voorstelling die de jaren tachtig vertegenwoordigt, en een bloemlezing is uit het musicalwerk van Frank Sanders en Jos Brink, en componist Henk Bokkinga.
Tijdens de presentatie over het hele festival heb je al het één en ander verteld over de voorstelling. Toch heb ik er nog niet echt een goed beeld van gekregen
Ik heb toen al verteld dat de voorstellingen van Jos en Frank zich kenmerkten door vrij veel visueel spektakel, zeker voor die tijd. De boodschap in bonbon verpakking was een vaste kreet van Jos. Hij had wel wat te zeggen, maar het werd altijd in veelvuldige lagen pakpapier verpakt. Daardoor ging vaak de inhoud een beetje verloren. Het ambitieuze plan is om de teksten meer naar voren te laten komen, om de verpakking achterwege te laten en je dus focust op de bonbon zelf, en ziet hoe lekker deze is.
Het wordt een concertante vorm; er zit dus niet zoals bij Maria een verhaallijn in. Al met al hebben we zo’n 28 nummers geselecteerd en die gaan we op een smaakvolle manier achter elkaar zetten. Al werkende ga ik kijken of er hier en daar nog stukken tekst tussen moeten; soms is het goed om een nummer iets duidelijker te introduceren en soms kun je een nummer voor zichzelf laten spreken. Er zit genoeg in mijn hoofd waarvan ik denk “als ik dat daar nodig heb, kan ik dat doen”, maar ik wil het eigenlijk zo kaal mogelijk houden. Ik heb niet de intentie om te gaan duiden wat het is, ik heb geen zin college te geven in waar de show over ging.
Ik vind dat Jos hartstikke mooie dingen geschreven heeft, gewoon van taal en ik vind dat die niet altijd de aandacht hebben gekregen die ze verdienen. Deze voorstelling heeft een vorm om dat te laten zien, hoe goed hij kon schrijven. Ik heb ook hartstikke leuke mensen tot mijn beschikking, met een leuke klas van de school (red: Frank Sanders’Akademie) erbij.
Het is jammer dat dat in veertien dagen moet, dat is met een grote groep wel doorpakken om dat goed te krijgen. Althans, de ‘solisten’ heb ik veertien dagen, de klas nog korter, maar die doen niet in alle nummers mee. Ik hoop dat ik erin slaag er een mooi geheel van te maken.
Is al het materiaal al aan de mensen toegewezen
Ja, zeker de solisten hebben al het materiaal al thuis. Ik heb een CD gemaakt met alle nummers erop, althans dat heeft iemand voor me gedaan. En ze hebben ook alle teksten, want als ze dat in veertien dagen moeten leren en er ook nog een meneer voor zit die zegt “Naar links, nee, daar naar rechts” dan worden ze knettergek. Dus Sabine (Beens), Ara (Halici) , Dick (Cohen) en Lucie (de Lange) zijn nu aan het studeren. De klas speelt deze week hun eindvoorstelling en het is wel de bedoeling dat ze vrijdag of zaterdag voor de voorstelling rond de piano zitten en een paar dingetjes alvast doorzingen zodat ze weten hoe het moet klinken.
Maar alles is dus verdeeld, je moet een balans hebben in de voorstelling, en de mensen moeten goed genoeg aan bod komen. En ik geloof dat er één of twee dingen zijn die de klas zelf doet, dat de solisten even rust hebben. Voor de rest worden ze op sleeptouw genomen door de solisten.
Je hebt alleen een piano tot je beschikking. Heb je daar specifiek rekening mee gehouden bij de selectie van de nummers
Ja. Ik had in eerste instantie liever een orkestje gehad. Ik heb een aantal mensen waar ik vast mee werk. Als het zo snel moet heb je liever een zo vertrouwd mogelijke ploeg om je heen, zodat je met één blik kan werken. Mijn vaste muzikaal leider is Franc Pappot, een man die ik door en door ken. Ik hoef maar één wenkbrauw op te tillen en hij weet wat ik bedoel, hij hoeft maar dit te doen en ik snap wat hij bedoelt. Dat werkt retesnel. En we kennen elkaars smaak. Maar Franc was niet beschikbaar en wilde het ook niet in zijn eentje doen.
We hebben gelukkig genoeg goede pianisten hier op school, dus ik sprong niet in de gracht van narigheid. Maar ik heb met Joni (van Rossum) nog nooit een voorstelling gemaakt, dus we moeten ook een beetje aan elkaar wennen. Dat is wel een probleem. Maar in de beperking zeigt sich die Meister, zoals onze Deutsche zeggen.
Het is niet slecht om het alleen met piano te doen. Ten eerste is het wel heel erg M-Lab-erig om dat zo te doen. En ten tweede past het ook bij de eenvoud die ik zoek. De bombastische versies van al die nummers bestaan. Bekijk de DVD- of videobanden maar door. Wij zoemen in op het geheel en ik hoop dat dat met een piano lukt.
Dus de begeleiding, daar houd je rekening mee. Maar je houdt ook rekening met het talent van de mensen, waar de mensen zelf in kunnen gloreren. Wat goede nummers zijn. Wat nummers zijn die buiten hun context plat op hun bek gaan, want dat kan natuurlijk ook. Je zit naar heel veel dingen te kijken om te kijken wat geschikt materiaal is en wat niet. Het is heel ingewikkeld om zo’n programma samen te stellen. Je hebt iets van zeven musicals tot je beschikking, dus je zou zeggen: “Ga je gezegende gang maar”, maar uiteindelijk is het best moeilijk om een goede balans te vinden. Op papier denk ik nu dat het klopt, maar ik weet ook dat papier geduldig is. Dus als ik het volgende week sta te doen kan ik wel denken, goh wat een *#%-nummer daar. Dan kan ik de volgorde omgooien of het er gewoon uitflikkeren. Jammer dan, maar het gaat er wel om dat de flow van het programma overeind blijft.
Spelen de beelden die je bij de voorstelling hebt nog mee bij de keuze van de nummers. Of kijk je puur naar de teksten
Dat is een mengeling . Je zit dat op een krankzinnige manier samen te stellen. Want je zoekt nummers die het talent van de fabulous four onderstrepen. Waar kan hij of zij goed mee uitpakken. Je hebt aan heel veel nummers zelf een herinnering, positief of negatief. Maar soms is een nummer wat je zelf niet zo goed vindt wel goed om iemands talent te laten zien. Dus daar zit je wel een beetje in te schuiven.
En je hebt natuurlijk ook heel veel privé herinneringen. Ik heb Maskerade als jongetje van 11 — ik maak me zelf nu veel jonger, 14, 15 jaar - in het Nieuwe Delamar gezien. Toen zat je adorerend te kijken naar al die mensen. Ik weet nog dat ik die plaat kocht en die in mijn jongenskamertje grijs draaide, en al die nummers kende. Nu ga je er zelf mee aan de slag.
Er is een lied uit Amerika, Amerika, De wond die Holland heet, dat twintig keer in de voorstelling is gekomen en er ook weer twintig keer uitgeflikkerd. Het is een heel mooi nummer, zo’n beetje iedereen in de voorstelling heeft het gezongen, in wisselende samenstellingen hebben ze geprobeerd het overeind te houden, en uiteindelijk is het er in de definitieve versie uitgehaald. Ik wil dat nummer er gewoon in hebben, omdat het dan ooit officieel in een programma zit. Het is een lied van iemand in Amerika die gewoon Holland mist. Als je dan een zin schrijft als “Ik mis de vaarten waar ik vroeger met mijn vrienden heb gevist” dat is een alliteratie waarvan ik denk, mooi. Dat nummer heb ik zelf nooit in de voorstelling gezien, maar vroeger had je een radioprogramma, dat heette Tros Coulissen, en daar luisterde ik als jochie naar. En Lucie heeft dat nummer daar live gezongen. En ik zat daar met een cassetterecorder om dat nummer op te nemen. Ik was dus één van de weinigen in Nederland die dat nummer kende en dat nummer kon zingen. Ik ken het ook nog steeds uit mijn hoofd, terwijl het in het archief in de Jammer-map is beland. Mocht dit nummer ook nu weer niet werken, zal ik er heel hard om lachen dat het ook hier weer sneuvelt.