Voordat het echter zover was vertelde regisseur Jasper Verheugd het een en ander over het concept van de voorstelling, het decor en stelde de spelers voor. De voorstelling die nu in Nederland gaat toeren is qua concept en decor dezelfde als die ruim een jaar geleden in België stond. De vorm is gebaseerd op de Italiaanse Commedia dell’Arte.
De basis is zwart en wit, goed en slecht, de reden van de zoektocht van Pinokkio. Dat is terug te vinden in de vloer, en in het kostuum van het geweten van Pinokkio, de ballerina Nina. Andere figuren hebben ook een eigen kleur. De blauwe fee heeft haar eigen kleur, de circusdirecteur heeft rood, geel voor Fox, en groen voor de slechte Grimaldini.
Het decor is dan ook een theater, waarin elementen van de voorstelling zijn verwerkt. Uitvergrotingen van houtbewerkingsgereedschap bijvoorbeeld. Andere onderdelen zijn meer praktisch van aard. Zo is er een zon en een maan, voor het aangeven van dag en nacht, en zijn er weerselementen in het decor verwerkt. Door middel van luikjes, waarachter zich ogen bevinden die weer kunnen bewegen, wordt het decor een enorme walvis.
Het concept van de Comedia dell’Arte wordt ook fysiek doorgevoerd. Ensemble, en hoofdrolspelers zullen ook betrokken zijn bij de changementen, zichtbaar en niet zichtbaar.
Vervolgens wordt een stukje Pinokkio vertoond. We zien Gepetto ervaren dat zijn droom is uitgekomen als hij voor het eerst zijn pop Pinokkio ziet. Cees Heyne zingt in eerste instantie als zijn Vlaamse voorganger, maar zal op het tweede deel nog goed moeten oefenen. Anne Deliën is een overtuigde jongetjespop. Ook de groep kinderen die bij deze presentatie aanwezig is mag wat laten zien in het circusnummer. Daar blijkt al goed mee geoefend, want het vertoonde ziet er goed uit, inclusief acrobatiek. Alles bij elkaar een smakelijk voorproefje.
Na deze presentatie spraken we met een aantal spelers uit de voorstelling.
Simon Zwiers is de circusdirecteur. Wederom een uitbundige rol.
- Ja dat is toch wel het leukst om te doen.
Wat stop je er van jezelf in.
- Het is een kindervriend, en dat ben ik zelf ook. Ik heb ook al veel met ze gerepeteerd aan de circusscene. Dat is de grootste scene met de kinderen, en aangezien zij alleen in het weekend komen, kost dat veel tijd. Daar is ook heel veel aan gewerkt, en het nummer Attentie.
Kunnen we jouw invulling van de rol vergelijken met zijn vlaamse voorganger.
-Ik ben natuurlijk een heel ander type. Hij (Dirk Lavrysen) was lang en slank, en dat zijn twee dingen die ik niet ben. Hij zet hem vooral op de lollige kant, ik wil er ook nog iets warms bij hebben. De circusdirecteur hield natuurlijk echt heel veel om zijn kinderen, ook al scheldt hij ze soms verrot en laat hij ze alles doen voor “geen geld”.
Je werkt met verschillende groepen kinderen. Is de circusact in alle groepen identiek?
- De act is voornamelijk hetzelde. In een enkel geval kan bijvoorbeeld een radslag die moeite kost worden vervangen door iets anders, maar de verschillen zijn miniem. Alle kinderen hebben wel stunt-dingetjes geleerd, zoals op elkaars schouder staan (red: een kleine demonstratie was al in de presentatie te vinden). Ze maken ook een menselijke pyramide. Dus het nummer wordt wel een showstopper.
Dus weer eventjes geen Theater Terra.
- De volgende zit er al weer aan te komen. Sjako, dat zal gaan spelen bij NEMO in Amsterdam, en daarna gaat touren. Dat begint zelfs al als we hier nog mee bezig zijn.
Wieneke Remmers speelt de blauwe fee.
Je staat in een echte familievoorstelling.
- Ja leuk. Dat is weer eventjes geleden na onder andere Rembrandt. En weer een fee in een Studio 100 productie na de rol van Karamella, één van de drie feeën in Doornroosje.
Komt de fee vaak terug in de voorstelling
- Er is maar een beperkt aantal momenten dat ze er is, maar is natuurlijk belangrijk aan het begin en einde. Maar het is niet zo als in Rembrandt dat ik een lange periude stil kan zitten. Als ik geen fee ben doe ik andere rolletjes.
Wordt daar dan nog de draai aan gegeven dat de fee incognito toekijkt?
- Nee, het is gewoon net als tijdens de presentatie van zojuist. Daar speelde ik een appelvrouwtje. Maar binnen de voorstelling en de groep is het ook de gewoonte. Op een gegeven moment moet Bill van Dijk ook gewoon een gordijn opentrekken. Dus je blijft wel bezig.
Anne Deliën speelt de rol van Pinokkio.
Een jonge vrouw die een jongetjespop speelt. Is dat lastig?
- Het spelen van een jongetje is niet zo heel moeilijk. Qua stem hoef ik bijvoorbeeld niet aan te passen, omdat jongetjes ook wel een hoge stem hebben. En ik vind het heel leuk om brutaal te zijn, en dat mag ik de hele tijd. Het lastigste was om er als een jongetje uit te zien. Ik heb cup C en dat zie je nu niet meer. Het is dus helemaal ingebonden en ingetaped en dat was zeker lastig in het begin. De eerste keer duurde het zo’n twee uur om aan te krijgen. Nu gaat dat een stuk sneller, en went het spelen erin wel.
Ook voor het pop zijn hoef ik niet veel extra’s te doen. Het kostuum zelf is zodanig dat je er vanzelf houterig in beweegt. Bukken is al lastig.
Je hebt nog niet zo lang geleden je opleiding afgerond. Heb je al eerder een kindermusical gespeeld?
- Op de opleiding hebben we ooit zelf een kindervoorstelling moeten maken. Dat was heel leuk, maar ook wel apart. Kinderen reageren op alles, en dat verwacht je niet. Dat was wel heel spannend om te doen.
Van ensemble Beauty & the Beast Antwerpen nu naar een hoofdrol in Pinokkio. Voel je nu een bepaalde druk?
-Studio 100 is een heel warm bedrijf om te werken. Als het even slecht gaat in de repetities mag dat ook, en als het goed gaat is het top. De regisseur is erg prettig om mee te werken. Ik had me wel heel goed voorbereid voordat de repetities begonnen. Zo zeer dat de reactie was: ” Owh, je kent het al, wat leuk.”
Ik ben ook van 10 uur ‘s ochtends tot 9 uur ‘s avonds. ‘s Morgens neem ik dan de dingen van de vorige dag door; ik hoef er eigenlijk pas om 1 uur te zijn. Ik zit in alle scenes, dus wil het goed doen. Ik neem dan met Kristel wat scenes door, of doe mee met het ensemble of studeer tekst en muziek in mijn eentje.
Heb je een cultuurverschil ervaren tussen Beauty & the Beast en Pinokkio?
- Daar was ik ensemble, dus had met andere mensen in de productie te maken. Hier heb je veel één op één repetities, en daar natuurlijk niet. Maar bij Beauty & the beast waren Amerikanen, en die zijn wel heel anders. Zij geven veel commando’s als “Go there”, en hier is het “An”. Studio 100 is iets gemoedelijker; het geeft een soort van familie. Het is lekker repeteren in plaats van hard werken, hoewel je natuurlijk wel gewoon hard aan het werk bent.
Tot zover de gesprekken met de cast.Op het gesprek met Bill van Dijk komen we op een later moment in een apart artikel terug.