In Londen zag ik recentelijk nog een opera die vermomd was als musical with an operatic twist, waarschijnlijk in de hoop er meer publiek mee te trekken. Piratenkoningin strijdt met open vizier, als familieopera, precies wat het is.
Het is een voorstelling die wat merkwaardig begint, in een weeshuis, die wordt geleid door een krab (met een enorme schaar). In dit weeshuis leven Oona en Toby, die een sterke broederlijke band hebben (al zijn ze niet echt familie). Pleegouders gaan aan hen voorbij, dus het blijft bij dromen over de toekomst. Dan verschijnt piraat Grace O’Malley aan Oona, die haar overleden oma blijkt te zijn. Zij daagt haar uit, maar Oona blijkt geen ster in het roven van parels, en wordt opgesloten. Ondertussen verandert het schilderij, dat Toby verafgoodt, in de daadwerkelijke Queen die erop is afgebeeld. Zij neemt hem mee naar haar paleis, waar Toby een rol als knuffelkonijntje wacht. Aan Oona de taak hem terug te vinden. Als blijkt dat de koningin per schip zijn vertrokken, is dat alleen mogelijk als Oona piratenkapitein wordt.
Het verhaal lijkt dus wel wat op de sneeuwkoningin in piratensferen, al heeft het wel allerlei leuke twists. Een gelijkenis die mede gestalte krijgt door de ijzige vertolking van de Queen door Aylin Seezer. Grote troef is Francis van Broekhuizen als oma O’Malley, een ware zeebonk met een Rotterdamse tongval, die met leuke oneliners strooit en Kuifje’s kapitein Haddock qua originele kreten naar de kroon steekt. Een opmerking als “Hé, wat sta je nou nog te zingen. Kom.” is natuurlijk ook goud. Carlos Refos is een enge krab, waarbij zijn fraaie zijwaartse bewegingen indruk maken. Lilian Farahani is ontwapenend als Oona, die haar coming-of-age fraai speelt.
Maar ondanks de sterke vertolkingen is het vooral het geheel wat indruk maakt. Een klein ensemble dat bijrollen goed vertolkt Het orkest dat in het stuk als weeskinderen, maar ook als zeelieden opduikt. Het groepje kinderen dat naast weeskinderen ook de fluffybunnies van de Queen speelt, en zeker ook het decor, dat begint als weeshuis (met wat trekjes van een schip), maar vervolgens ook blijkt te kunnen draaien, De operamuziek, waarin motieven van zeemansliedjes terug te vinden zijn, knalt van het podium, en klinkt fantastisch. (Al ben ik op dit gebied geen kenner).
Het verhaal is misschien wat eenvoudig, en de plot wel erg gemakkelijk, maar een bezoek aan deze Piratenkoningin is zeker een feestje. Voor wie weinig tot niet met opera in aanraking is gekomen is het een mooie instapvoorstelling. Al was het alleen maar omdat het lekker in het Nederlands is gezongen.
Scenefoto’s: Sanne Peper