Met een subtitel “een droom van een musical” verwacht je al snel een cliché-concept waarin de varieté-acts als dromen in de voorstelling zijn geplakt en er dus een duidelijke scheiding is tussen spel en dans aan de ene kant, en de kunstjes aan de andere kant. Verrassend genoeg is dit niet het geval. Vrijwel de hele voorstelling wordt spel, zang, acrobatiek en kunstjes hetzij vlot afgewisseld hetzij gewoon tegelijkertijd opgevoerd. Het maakt van La Dia een buitengewoon energiek geheel, dat van het podium spat. De tijd vliegt tijdens deze voorstelling.
Als de voorstelling begint bevinden we ons in het hectische leventje van Isabel. Haar twee telefoons staan geen moment stil, en van de muziek en choreografie krijgen we zelfs in de zaal de zenuwen. Ze is uitgenodigd om haar dertigste verjaardag, een leeftijd waar ze niet echt gelukkig van wordt, te vieren bij haar tante Rosita in Toscane. De relatie met haar vriend Hans staat onder druk en door een incident op deze dag gaat hij niet met haar mee.
Rosita leeft in een hele andere wereld. In een Toscaans dorpje leeft zij van dag tot dag tussen de kunstenaars. Al sinds jaren hebben Rosita en Isabel een briefwisseling met elkaar en juist daaraan heeft Rosita gemerkt dat Isabel veranderd is. Niet alleen door de frequentie, maar ook door de inhoud; Isabel is haar dromen en fantasie kwijt.
Als de twee elkaar eindelijk ontmoeten merkt Rosita dat het ernstig met haar is gesteld, en doet ze alles in het werk om haar te helpen. Onder andere met het verjaarscadeau, een album met alle brieven die Isabel haar heeft geschreven, maar ook door Hans te overtuigen toch naar Toscane te komen. Maar ook Rosita blijkt haar facade te hebben.
De feel-good sfeer die van Toscane op het podium afkomt geeft je continu het gevoel dat het wel allemaal goed moet komen, ondanks dat de crises en onzekerheden goed worden geacteerd. Manon Novak speelt zeer overtuigend de workaholic, de stress die erbij komt kijken als Daphne voor de zoveelste keer belt om iets te vragen, de irritatie over het betweterige gedrag van de van dag tot dag levende tante. De liedjes klinken erg goed. Even staan we doodsangsten uit als we Manon, (die we na het onfortuin met haar voet tijdens Tika is Jarig een beetje als brokkenpiloot zijn gaan zien) in de linten meters boven het podium acrobatische toeren zien uitvoeren, zonder zichtbare zekering. Hoewel de souplesse van een echte acrobate ontbreekt brengt ze het er goed en overtuigend van af, met een zucht van verlichting als ze weer gewoon op het podium staat.
Frédérique Sluyterman van Loo is een actrice met een enorme uitstraling, en ook als tante Rosita steelt ze weer de show. Je gelooft deze vrolijke, goedwillende tante onmiddellijk, en haar nummers zijn een genot om naar te luisteren.
Ramà³n Hopman heeft zijn sterke en zwakke kanten. Als komiek heeft hij een lange ervaring en dat is te merken bij zijn vertolking van Giorgio. Qua spel draagt hij nog iets te veel voor (en zijn conversaties niet echt conversaties) en we prijzen ons gelukkig dat hij niet veel hoeft te zingen in deze voorstelling. Deze is, zeker met de goede vocalisten om hem heen, beneden peil. Toch maakt hij van Giorgio een vertederende goedzak, die nog best wijs blijkt te zijn.
Vriend Hans is een kleine rol, die wordt gespeeld door Dennis Marquez, die net is afgestudeerd van conservatorium Alkmaar. Hij speelt overtuigend, al herkenden we wel wat van Pippin (de Alkmaar eindproductie) terug in deze vertolking.
De momenten waarop La Dia imponeert zijn die momenten dat iedereen op het toneel bezig is. Komische acrobatiek, spel, dans; het wordt één geheel Je weet niet waar je kijken moet om alles te zien, en toch is het een prachtig plaatje. En dat is een verdienste van iedereen die op het podium staat, inclusief de musici, die echt deel uitmaken van het dorp en wat er gebeurt.
En dan is er even die stijlbreuk. Waar we geen moment aan Cirque du Soleil hadden gedacht, krijgen we, als iedereen naar bed is gegaan, een dromerige voorstelling met een harlekijn in een glimmend kostuum die met met water gevulde glazen een dromerige sfeer creëert en acrobaten die voor het visuele deel zorgen. Zeker de mannen maken met hun evenwichts- en spierbeheersing indruk, maar het contrast met de rest van de voorstelling is wel erg groot.
La Dia heeft twee kanten. Een overdadige vrolijkheid en een serieuze ondertoon. Voor de pauze voert de vrolijkheid de boventoon, en is hiermee ook de meest aansprekende helft. De tweede helft is er meer ernst in het stuk, en raakt de vaart die zo opviel in de eerste helft er een beetje uit. Ook de stijlbreuk van de “droom” werkt hier aan mee. Als geheel is La Dia echter een zeer prettige voorstelling om bij te wonen, zelfs als je geen liefhebber bent van acrobatiek, en een buitengewoon geslaagde mix van diverse disciplines.