Zesentwintig jaar Purper. Het klinkt als het jubileum voorbij, maar voor deze eigenzinnige groep is het juist een reden voor een terugblik. Zoals waarschijnlijk bekend is Frans Mulder in deze groep in al die tijd de enige vaste factor geweest. Verder heeft de groep een steeds wisselende bezetting gehad, waarbij moet worden aangetekend dat ook Erik Breij lange tijd van Purper deel uitmaakte.
Waar misschien mocht worden verwacht dat bij deze terugkijk ook anderen hun rentree zouden maken is niets minder waar. Jos Brink en Tony Neef zijn zeker geen jonge broekies, maar voor Purper is het weldegelijk nieuw bloed in hun gelederen. Het viertal wordt aangevuld met pianist Marco Braam, die ook in enkele sketches een rol heeft en soms juist weer aan de vleugel wordt vervangen door Erik Breij.
Tevens kent Purper 100 een wisselartieste. Dat zou (ex-Purper) Angela Groothuizen kunnen zijn, maar ook, zoals bij deze première Corry Brokken.
In deze retrospectieve voorstelling staat de ouderdom centraal. Voor vrijwel iedereen op het podium is een rollator beschikbaar. Met songfestivalveteraan Corry Brokken in de gelederen een toepasselijke keuze. De scène dat Tony totaal geen benul heeft van haar repertoire is weliswaar erg ongeloofwaardig, maar zeker vermakelijk. Het is 1 van de momenten dat hij kan laten zien over een uitstekend komisch talent en gevoel voor timing beschikt. De kwaaltjes waar de inmiddels “oude” mannen aan lijden worden uitgebreid onder de aandacht gebracht, en de onderlinge (schijn)conflicten breed uitgemolken. Dit levert een leuk stuk comedy op, hoewel er soms, zeker als het gaat om het wel of niet kunnen koken van een eitje, iets te lang op wordt doorgeborduurd.
De show kent vele extremen: van het poëtische Requiem tot de behoorlijk grove conference over de erven Hazes, van platvloersheid tot subtiele mimiek. Purper is niet voor 1 gat te vangen. Als pauzefinale wordt de draaiorgelimitatie `Aan de Amsterdamse grachten` gebruikt, waarschijnlijk het Purper-nummer wat de meeste airplay heeft gekregen en voor de aanwezigen een feest van herkenning.
Wie alleen maar hoogtepunten verwacht komt wel wat bedrogen uit: zodra ze allen samen zingen klinkt het fantastisch, maar de Kastjes-act, waarbij veel moet worden geplaybackt zit er nog niet bij iedereen even goed in, waardoor een gedeelte van de humor verloren gaat. Ook is het jammer dat het meest actuele stuk over Hazes gaat, en ze daarbij wel in platgetreden gebied belanden. Als dan het andere nummer waarbij mensen op de hak worden genomen wederom over Amsterdammers gaat, is het extra betreurenswaardig dat ze geen ander doel hebben gevonden om pijlen op te schieten.
foto Vincent Steinmetz
Uiteraard blijft er veel te lachen over, en weten ze tevens te ontroeren. Het mooiste voorbeeld is de toegift: als de klanken van Jacques Brel’s Ne me quitte pas weerklinken en blijkt dat ze de zuidafrikaanse vertaling “Moe nie weggaan nie” als uitsmijter gebruiken verschijnt het kippenvel.
Kijkend in de zaal zien we vooral publiek dat met Purper is meegegroeid. Weinig jeugd, veel ouderen. Bij het maken van de show hebben de makers dat goed ingeschat. Met deze show zal waarschijnlijk ook geen nieuw publiek worden gewonnen. De trouwe bezoekers hebben een bijzonder vermakelijke avond; de tent werd bijna afgebroken. Voor de niet-Purper- kenners die houden van muzikaliteit en die wel tegen een (aan)stootje kunnen moeten zeker eens gaan kijken. De hoogtepunten uit deze show zijn namelijk zeker de moeite waard.