De vierdejaars spelen de eindvoorstelling in de Stadsschouwburg van Nijmegen. Een grote zaal dus, die tijdens de première, de eerste van drie voorstellingen, is de zaal goed gevuld. In het publiek niet alleen de vrienden en bekenden, mede-studenten en oud medestudenten, maar ook de naamgever van de opleiding, Willem Nijholt zelf. De voorstelling is zelfgeschreven, en maakt gebruik van bestaande bekende en minder bekende nummers, die van Nederlandse teksten zijn voorzien, zoals bijvoorbeeld Bob Marley’s One love en Randy Crawford’s One day I’ll fly away.
Rauw is een stevige voorstelling geworden. Geen vrolijke dansjes, weinig humor, maar vooral heel veel conflicten, en een kijk op de harde kant van de samenleving, in een gevangenis vol frustraties, angsten en vooral je niet laten kennen. Dit geldt niet alleen voor de gevangenen, maar ook voor het personeel.
In Rauw maken we kennis met Lara Prinsen, die achter een inbreker is aangegaan, en deze heeft vermoord. Hoewel ze zichzelf niet schuldig acht aan moord kiest ze uiteindelijk voor de deal: 3 jaar voor doodslag, in plaats van 15 jaar tot levenslang die haar boven het hoofd hangt als ze schuldig wordt bevonden aan moord.
Zo komt ze in de EBI terecht, waar het recht van de sterkste heerst, en machtsspelletjes aan de orde van de dag zijn. We maken kennis met Nesco, leidster van de Jacks-bende, die behoorlijk paranoia is van de coke. Met Skin, die meer dan de anderen onder de tatoeages , zit en haar celgenote Bodie. Met blanke rasta Stuff, die voor de juiste prijs alles voor je kan regelen. We komen erachter dat Lara een vriendin heeft, Anna. Zij moet nu alleen voor hun zoontje Tommie moet zorgen, maar krijgt het financieel niet rond.
De leiding van de gevangenis is in handen van Dixon, een wrede sadistische vrouw die haar hand niet omdraait voor het mishandelen van een gevangene (stevig in beeld gebracht), of het neerschieten ervan. Ze speelt onder één hoedje met Nesco, maar de andere gevangenen lijken hiervan niet op de hoogte.
Als Nesco bewaarder Ruth neersteekt belandt het mes bij Lara. Zij houdt de kaken op elkaar, en verdient zo iets van respect. Een nieuwe bewaarder dient zich aan in de vorm van Robbins. Zij zat ooit in het leger, en is het niet eens met de manier waarop Dixon de boel manipuleert en leidt, maar durft niet echt tegen haar in te gaan.
Als een nieuwe gevangene zich aandient worden de verhoudingen verder op scherp gezet. Zij heeft twee pedofielen en hun hele families vermoordt, en is zwanger. Ze wordt celmaat van Lara, maar wil afstand bewaren. De Jacks zien zo’n baby in de gevangenis niet zitten, en beramen een plan om dit te voorkomen. En plan die meteen een wig drijft tussen de geliefden Bodie en Skin. Het slaagt, waardoor Keller haar laatste reden om te leven ziet verdwijnen. Zes jaar extra gevangenisstraf voor de medeplichtigheid aan de dood van Ruth, en een break-up met Anne zorgt ook bij Lara voor hevige emoties. Het gevolg is een dramatisch slot, waarbij Robbins voor haar grootste dilemma tot dan toe komt te staan.
De rollen worden over het algemeen fraai gespeeld en vocaal is alles dik in orde. De liedjes klinken mooi als ze klein zijn, maar ze weten ook voor power te zorgen waar dat nodig is. Niet iedereen is in spel nog even constant, maar bij de eerste voorstelling voor publiek van deze jonge bijna-professionals kun je dat ook niet helemaal verwachten. Hierdoor komt echter de menselijke kant van de karakters niet helemaal uit de verf, wat begrip voor de handelingen wat moeilijker maakt.
Een fraaie toevoeging is de saxofoon, die we bij sommige van de songs te horen krijgen. De songkeuze zelf is gevarieerd. Hiphop/rap voor de bewegingsnummers, instrumentale bombast uit Tanz der Vampire zorgt voor de dreiging, One love voor de Rasta-regelaar. Ook zijn er een aantal ballads om de kwetsbare kant te tonen, waarvan Painting her portrait van Skin de meeste indruk maakt. Ook Unstillbare Gier uit Tanz der Vampire mag er zijn.
Met Rauw zijn de studentes er wel in geslaagd een “andere” voorstelling te maken, al is de balans in dit geval wel heel erg naar de donkere kant van de samenleving doorgeslagen. Er is wel erg weinig humor (een opmerking als Shampoo voor je klit… ten in je haar is een uitzondering), waarvan helaas ook nog eens het een en ander in onverstaanbaarheid ten onder ging, en de zachte kant van de karakters, hun emoties die ze veelal voor de anderen verborgen houden, is niet altijd even overtuigend. Dit maakt dat je aan de eerste akte, waarin de meest intense scènes zitten, ook een naar gevoel overhoudt. De tweede akte is wat dat betreft een stuk draaglijker. Een einde dat dan toch nog een beetje het vertrouwen in de mensheid herstelt speelt hierin zeker een belangrijke rol. Al met al is Rauw zeker geen gemakkelijke pleaser geworden. De gedurfde keuze voor een harde, stevige aanpak die je niet in de koude kleren gaat zitten verdient echter zeker bewondering.