Kuifje in Rotterdam had een prima rolbezetting. Na de verhuizing naar Oostende werden een aantal spelers vervangen. Karel DeRuwe werd Haddock, Dirk Lavrysen werd Jansen. Het bleek een enorme achteruitgang. Dat grappig doen wat anders is dan grappig zijn werd pijnlijk duidelijk.
De voorstelling waren ze er beiden niet bij. Haddock werd vertolkt door Richard Spijkers, Jansen door Frank Lunenburg, de grote Inca door Yann van de Brande. Door van Boeckel heeft Walter Baele vervangen en speelt dus Janssen en presentator. Bianca Castafiore werd gespeeld door Miranda van Kralingen.
Het gesternte in Antwerpen was niet goed. Al tweemaal moest de voorstelling worden afgebroken vanwege problemen met het decor, en ook de voorbereidingtijd van de nieuwe spelers bleek nogal krap. Van al deze ellende bleek echter weinig te merken. Kuifje spetterde ouderwets van het podium.
Het is een waar genoegen om na Henk Poort weer iemand in de rol van Haddock te zien die geweldig kan zingen. Want zingen kan Richard Spijkers. Goed te verstaan, mooie klank. Zijn invulling van Haddock is minder grapdicht dan die van DeRuwe, en ook dat is een verademing. Wie Kuifje eerder zag zal af en toe een goede grap missen (“Catastrofe”), maar ook heel veel slechte grappen niet. Zijn beweging is gevoelsmatig wat minder Haddock, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de mooie momenten. Het prachtige duet met Castafiore levert tranen op, en ook de celscène is erg emotioneel. Geen hond in de zaal die maar dacht aan ritmisch meeklappen bij deze ‘duizend bommen en granaten’-reprise, en zo hoort het.
Vocaal wordt Richard Spijkers wel gemist als grote Inca.Yann van de Brande speelt de rol uitstekend, maar moet de zangpartij deels praten. Wat wel wordt gezongen is zuiver, maar mist wat kracht, zonder dat dit alles een moment stoort. Hij speelt ook zijn gewone rollen van fakir en Nestor en staat dus meer dan normaal in de schijnwerpers.
Door van Boeckel is nieuw als Janssen, en vergezelt hiermee normaliter Dirk Lavrysen. Waar het plaatje van de Jansens tijdens deze nieuwe voorstellingen eigenlijk nooit echt heeft geklopt vanwege lengte- of leeftijdsverschil, is het nu de breedte. Met vervanging Frank Lunenburg is het leeftijd, breedte en tongval. Dat onjuiste plaatje, dat ook in de stemmen te horen is, gaat ten koste van de beleving, maar toch presteert het duo opvallend goed. Ze bewegen meer synchroon dan ervaren voorgangers. De stem van Frank is soms wat te hard-Nederlands, en een gebrek aan speeltijd levert niet altijd een even goede timing van punch-lines op, maar het is zeker wel een goede invalbeurt. De presentator die Door van Boeckel neerzet is een hele eigen interpretatie van de rol. Niet beter, niet slechter, maar gewoon anders.
De rol van Zonnebloem blijft maar groeien. Steve de Schepper duikt nu ook op in de ziekenhuisscène en op een bed. Ook het aantal droogkomische opmerkingen is ten opzichte van vorige voorstellingen weer gestegen. Wederom wordt pijnlijk duidelijk dat de vlaamse musicalprijs naar de verkeerde persoon is gegaan.
En dan alle nieuwe ensembleleden. Inmiddels is hun optreden vergelijkbaar met de vorige. Het kan allemaal nog wel wat meer synchroon, maar echt storend is het niet.
De tijdelijke krachten gingen allemaal wel ergens een beetje de mist in met hun tekst, maar zonder dat het echt stoorde. Alleen de veroordeling van Kuifje en Haddock en het arrest van Zorrino zal bij de bezoekers zonder voorkennis niet zijn aangekomen, daar de brandstapel in de tekst richting Zorrino terecht kwam. Het zijn schoonheidsfoutjes die je liever niet ziet, maar die eenvoudig te vergeven zijn. Want deze Kuifje was weer een ouderwets lekkere voorstelling. Als het doek over een paar dagen voor de laatste keer valt zullen de het duel tussen dirigent en Castafiore, het frisse optreden van Kuifje, de prachtige massascènes, de hilarische bijfiguren, de vertederende Zonnebloem en al die prachtige karakters en momenten zeker gaan missen.