Recensie

Rits presenteert Into the Woods

Tien jaar musicalgroep Rits; het is een mooi moment om de Sondheim-klassieker 'Into the Woods' op de planken te zetten. Het is een voorstelling die door een minimum aan rekwisieten sterk leunt op de kwaliteit van de spelers. En in deze groep zit zeker kwaliteit.

De zoektocht naar het theater heeft wel iets weg van verdwaald zijn in het bos, een bos van onderwijsgebouwen in dit geval, en mag dus worden beschouwd als een geschikte inleiding tot het verhaal. Het gevoel dat je er bijna bent, maar het toch niet kan zien. Uiteindelijk blijkt het gebouw met de opvallende toegangstrap/brug de juiste keuze.
Het theater heeft geen coulissen, wat voor een musicalvoorstelling natuurlijk lastig is. Het gezelschap heeft dit opgelost door ze zelf te improviseren door middel van stelingen afgedekt met landbouwplastic, wat weer wat is opgesierd met groene slierten. Decorstukken kunnen hier dan op bepaalde plekken worden ingeschoven en zijn zo uit beeld als ze niet gewenst zin. Dat de podiumaankleding geen prioriteit heeft gekregen is duidelijk te zien. Niet erg, want de voorstelling heeft het ook niet nodig, zolang het bos, toch de voornaamste plaats van handeling. maar kan overtuigen.  Zoals in dit geval: als de spelers erin geloven, gelooft het publiek het ook.
Het orkest kan er niet meer bij op het podium, wat tot de vreemde situatie leidt dat er wel live muziek is, maar dat dit wordt gespeeld in een andere ruimte. Het is natuurlijk gewoon het idee, want verder merk je er eigenlijk niets van. De warmte die een live-orkest geeft boven een band is ook hier volledig aanwezig.
Wat bij amateurvoorstellingen vrijwel altijd opvalt is het kwaliteitsverschil tussen de spelers. Hoewel bij iedereen de zweetdruppels figuurlijk, en soms letterlijk, te zien zijn hebben sommigen duidelijk meer uitstraling, vocale kwaliteiten en podiumaanwezigheid dan anderen. Deze `Into the Woods’ is daarop geen uitzondering.

Het gezelschap kent twee spelers die ik eerder zag in voorstellingen van Greg & Baud en beiden hebben mooie rollen in het stuk. Ingrid van Houwelingen als de heks laat wederom een sterke indruk achter. Maarten Kat, die de bakker speelt, zie ik voor het eerst in een echt grote rol en het was een zeer aangename ervaring. Sterke timing, leuk spel en prima zang; meer valt er eigenlijk niet te wensen.
Nog twee andere spelers blinken echt uit. Lilian Farahani als Assepoester is een genot om naar te luisteren. Wat een dijk van een stem heeft dit zestienjarige talent. Kris Gijseman weet als Sjaak juist weer enorm te vertederen en zet zo dus een prachtig personage neer.
Maar Sjaak is niet de enige die vertedert; dat doet ook een koe. Het gezicht van Ingrid Dam is pas te zien tijdens het slotapplaus, maar haar Melkwitje is echt een schattig ‘huis’ dier.

‘Into the Woods’ is een wonderlijke mix van een aantal sprookjes en sprookjesfiguren. Omdat het publiek deze sprookjes doorgaans kent zit de kracht vooral in de combinatie van de sprookjes, de verdraaiingen van de gebeurtenissen en het schijnbare happy end, dat slechts een pauzemoment blijkt te zijn. En in de vertaling van Koen van Dijk werkt het allemaal uitstekend.

De muziek van Sondheim blijft verre van simpel. Het gezelschap heeft op muzikaal gebied in mijn beleving weinig concessies gedaan, en neemt dus behoorlijk wat hooi op zijn vork. Het gaat prima.  Alleen als de techniek hapert en spelers (vooral aan het begin en einde van de voorstelling) door het uit staan van microfoons onverstaanbaar worden heb je het gevoel dat je wat aan het missen bent. Dat is jammer voor iedereen. Toch maakt het ingenieuze opgezette, maar toegankelijke verhaal in combinatie met het voortreffelijke spel en zang van sommige van de spelers en de inzet van allen het de moeite waard een bezoek te brengen. Zeker als je nog nooit een ‘Into the woods’ hebt gezien.

Première
Delft
Cultureel Centrum
Musicalgroep Rits

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen