De Rode Prinses is oorspronkelijk een boek van Paul Biegel. Het vertelt het verhaal van de twaalfjarige prinses die tot dan toe slechts op het kasteel heeft gewoond, maar op deze verjaardag aan het volk zal worden getoont. De koets wordt echter door drie rovers gekaapt en de prinses wordt ontvoerd naar een afgelegen hut in het woud.
In de hoofdstad zijn de koning en koningin zo overstuur dat ze niet meer kunnen regeren, en de sluwe koningin-moeder neemt het noodgedwongen tijdelijk over. De rovers eisen losgeld (12 pond zilver en 12 pond goud), maar de koningin-moeder zet een val (met bij het volk ingezameld losgeld) en de rovers worden opgepakt. De prinses blijkt echter verdwenen: ze was weggelopen omdat ze het eten bij de rovers niet lekker vond. Op zoek naar haar thuis ontmoet ze zowel vreemde figuren als de verschrikkelijke Umberto, maar wordt ze vooral zelf vreemd aangekeken. Binnen het volk rijst de gedachte dat de prinses niet bestaat, en dat de ontvoering in scene is gezet om hen het geld af te troggelen. Zij bedenken een plan door een valse rode prinses aan te bieden.
In de voorstelling van Jeugdtheater Hofplein heeft het verhaal een extra dimensie meegekregen. We ontmoeten Bregje en haar vader, die, als volleerd schrijver zijn schrijfsels vooral tot papierproppen omtoverend, aan het werk is. Bregje wil het huis niet meer uit, omdat ze buiten gepest wordt met haar rode haar. Omdat haar rode haar juist heel bijzonder is en zij dus een bijzonder meisje is vertelt de vader het verhaal van de Rode Prinses. Bregje wordt de prinses, maar de 2 rovers uit het verhaal wat hij zelf aan het schrijven is verstoren de boel. Vader sluit zich aan bij de rovers (alle rovers zijn met 3). En zo belandt de vader als rover en schrijver en vader van Bregje in het verhaal van de Rode Prinses. Met hilarische situaties tot gevolg.
Alles speelt zich af in het decor van de gewone kamer, zij het een kamer met een wel heel bijzondere boekenkast. Hangkasten blijken opgangen, en uit diverse kleinere kastjes komen allerlei attributen tevoorschijn. In no-time is de kamer bijvoorbeeld een bierhuis, of met wat blaadjes die door een kastje naar binnen worden geblazen een bos. Er worden, ook met behulp van rook, fraaie effecten gecreeerd, en een minimaal anachronistisch geluidseffectje zorgt letterlijk en figuurlijk voor een komisch noot.
Van de twee gelijkwaardige casts die de voorstelling spelen zagen we de premiere van cast B, die er zichtbaar plezier in had. Met slechts een enkele verspreking hier en daar brengen ze het er zeer goed van af. Een premiere is tenslotte extra spannend. Na de rol van vader van een van de hoofdrollen in Doornroosje, Doornroosje zien we Daan Hannema opnieuw als vader, maar ditmaal is de rol een hoofdrol. Dergelijke rollen zijn vanwege het leeftijdsverschil lastig te spelen, maar hij brengt het er erg goed van af. Hij speelt het spelen van rover goed, en valt goed uit zijn rol als hij weer even Bregje’s vader is. Ook Berneja Voskamp vertolkt de Rode Prinses sterk. Ondanks de soms verwaande karaktertrekjes die ze als prinses heeft, blijven we wel met haar meeleven. Bij de ondersteunende rollen valt vooral die van Koningin Grootmoeder op. Céline van Paucke toont precies de juiste koninklijke arrogantie en dictatoriale trekken. Toch is deze voorstelling vooral een teamprestatie, waar velen dubbele rollen of rolletjes vertolken en iedereen wel zijn momenten heeft. Subtiele humor wordt afgewisseld met van dik hout zaagt men planken, en heeft zo voor iedereen wel wat. De kostuums in één kleur versterken het cartoonekse effect, dat door de extreme bewegingen van de spelers ook nog eens groter wordt. De bos-camouflage wordt absurd.
Grotere dansscenes zijn zeker vroeg in de speelperiode vaak wel de achilleshiel. Bij deze voorstelling zijn de dansen en bewegingen vrij simpel gehouden, en wordt het vaak geregisseerd een puinhoop. Knap gedaan, want erg onoverzichtelijk wordt het hier nooit. Waar zeker wel nog wat groei te behalen valt is bij de conflictjes die op het podium ontstaan door provocaties. Het elkaar meppen kan wel wat meer gedoseerd, zeker daar waar de hoofdactie elders op het podium plaatsvindt.
De Rode Prinses is niet een heel originele voorstelling; veel van de effecten en technieken die worden gebruikt hebben we al wel eens eerder in een Hofplein-productie gezien. Het is echter wel een geweldig leuke voorstelling geworden, die het verdient om gezien te worden. Een musical om lekker over je heen te laten komen en te genieten van de humor en van het enthousiasme. Absurditeiten, zoals de scene waarbij de luitenant ervaart dat de schrijver (die hij als rover heeft opgepakt) zijn teksten opzegt, zijn er legio. En de personen die graag meezingen komen ook ruim aan hun trekken. De voorstelling duurt in totaal wel 2,5 uur, die weliswaar voorbij vliegt, maar die voor ongedurige kinderen wel eens heel lang zou kunnen blijken te zijn.