Rondom het Rembrandtplein is een stuk over de revueartiest Frits Schakels. Plaats van handeling: Amsterdam (de titel is specifieker natuurlijk), anno: de jaren voor 1928. Het jaar dat de Olympische Spelen naar Nederland komen. Schakels is homoseksueel, al is hij voor de schijn getrouwd, en heeft hij een dochter. Deze dochter heeft ambities bij het echte toneel. Voor zijn jongere castleden is Schakels keihard: binnen no time blijkt hij iedereen weg te kunnen jagen.
Als de voorstelling begint is het decor een slagveld. Mensen hebben huisgehouden in het interieur. Een gevolg van de voorkeur van Schakels, en vooral dat hij erop betrapt is. Wat volgt zijn fragmenten van een revuegezelschap, dat vecht voor wat het waard is, discussies binnen het gezelschap over de voorstelling, maar ook de onvoorzichtigheid die Schakels op een gegeven moment in zijn contacten betracht. We zien klassiek revuewerk: de dansen, het soort grappen dat er destijds inzat (van schoonmoeder tot woordspeling tot licht pikant) en bijvoorbeeld een goochel act. Het levert een duidelijk tijdsbeeld op, zoals een beschrijving van de liedjesjacht op de artiestenbeurs, waar Louis Davids steevast de beste wegkoopt.
Wie eerdere stukken zag, die door Dick van den Heuvel zijn geschreven, zal vast opgevallen zijn dat hij houdt van tijdsprongen. Ook in Rondom het Rembrandtplein wordt een aantal keren heen en weer gesprongen. In deze setting is dat zonder duidelijke markering, wat het soms niet meteen duidelijk maakt. Wie de inleiding in het programmaboekje las, of dit artikel, weet waarover het stuk gaat, en zal er minder moeite mee hebben.
Rondom het Rembrandtplein is vooral een schets geworden van de persoon Frits Schakels. De artiest met al zijn nukken, en de homoseksueel in een tijd en omgeving dat ze werden opgejaagd. We zien zeker geen ideaalbeeld: zijn bevlogenheid als artiest jaagt zijn medespelers soms in de gordijnen, terwijl zijn liefde voor jongens zijn gezond verstand vertroebelt, ondanks de waarschuwingen van zijn toneelbroer. De voorstelling is leuk in zijn tijdsbeeld van de revue van eind twintiger jaren: de humor, de veelzijdigheid. Aan de andere kant toont het een beeld van Amsterdam dat we niet kennen. Natuurlijk was het in die tijd not done om homo te zijn, maar dat er actief op hen werd gejaagd, met lokjongens aan toe, is verbijsterend.
De cast wordt aangevoerd door twee grote theaternamen. Frank Sanders is al geruime tijd niet meer in shows te zien (al doet hij wel met enige regelmaat een liedjesavond, waarbij hij als zichzelf en als Lady Felice gasten ontvangt). Als ex-revue maker is hij geknipt voor de rol van Frits Schakels. Stralend als ster op het podium, nors en hard achter de schermen, getergd door de anonimiteit bij de intimiteit die hij zoekt. Zijn tegenspeelster is Petra Laseur als zijn vrouw Marie. Stevig aan de drank, maar ook flink ad-rem. Opvallend is Christian Seijkens als zijn toneelbroer (en dus niet echt familie) Eddy. Als goochelaar blijkt hij behoorlijk vingervlug, als hij wat trucs laat zien. Kleinere rollen zijn weggelegd voor Robin van den Heuvel als dochter Tosca, April van Amelsvoort, Jochem Smit en Martijn Noort. Deze laatste speelt naast de nare politieman ook de pianist van het gezelschap, waardoor hij dus ook voor de uitstekende pianobegeleiding van de liedjes zorgt. Een enkele keer, als Noort de agent speelt, neemt Smit de honneurs waar.
Rondom het Rembrandtplein is een fraaie situatieschets, met zowel mooie nummers, als revueliedjes die gevoelsmatig goed in het tijdsbeeld passen. Sympathie zal Schakels waarschijnlijk niet opwekken, maar je voelt wel wat de man in die tijd moest meemaken. Dan blijkt deze tijd, waarin het met acceptatie van homo’s eerder achteruit dan vooruit lijkt te gaan, zo slecht nog niet.
Rondom het Rembrandtplein is van 7 tot en met 24 juni te zien in het Betty Asfalt Complex in Amsterdam.