De musical Roodkapje is nog maar net vertrokken, en daar is ze alweer terug. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar het is een jaarlijks terugkerend fenomeen. De theatergroep van Papendrecht en Lansingerland en die van Voorne en Hoeksche Waard spelen dezelfde voorstelling, maar wel met een andere regie en choreografie, en uiteraard een andere cast.
We kunnen met de deur in huis vallen (er hing toch een touwtje uit de brievenbus); ook deze versie van Roodkapje is zeker geslaagd. Een totaalbeleving, die in de hal begint.. en daar ook min of meer eindigt. De introductie van het sprookje wordt gedaan door een heel corps ambtenaren, die ons aan de hand van de wetten en regelgeving uitlegt wat wij als publiek allemaal niet mogen, om uiteindelijk te eindigen met de fameuze beginwoorden van elk sprookje: “Er was eens…”
Als zo’n 10 minuten later iedereen op z’n plek zit, begint de voorstelling met de familie Kapje, die gezellig bij elkaar zit. Vader Kapje, de houthakker, moeder Kapje, Roos Kapje en haar zussen Linda, Jessica en Sandra, en ook oma. ‘Buiten’ zien we een groepje mensen zich verkleden als Sinterklaas en een stel pieten; het blijkt de familie Wolf. In deze vermomming brengen ze een bezoek aan de familie Kapje, en komen we er achter dat de vader wolf getransformeerd is in de jas van Vader Kapje. Het bezoek verloopt ongemakkelijk, waarbij de wolven uiteraard moeite hebben om in hun goedheilige rol te blijven. Als het bezoek weer is vertrokken, en oma even alleen is met Roos, haar lievelingskleindochter, geeft ze haar een speciaal cadeau; een rood kapje. Het omdoen kost de bejaarde vrouw wat moeite, maar eenmaal gelukt blijkt Roos Kapje dus ook RoodKapje.
Als oma op een dag ziek wordt, maakt moeder Kapje een mandje met wijn en verse wafels, en, nadat alle zussen wel een smoes hebben verzonnen om niet te kunnen, gaat Roodkapje er mee op pad. Daar komt ze een wolf tegen, die Sjon blijkt te heten, en die werd aangetrokken door de heerlijke geur van verse wafels.
De gezinssituatie binnen de wolvenfamilie levert moeder Betje wel een probleem op. Niet zozeer de jonge wolfjes, maar zoon Sjon moet haar wat vertellen. Als dat niet zijn geaardheid blijkt te zijn, maar zijn voedingspatroon blijkt te betreffen, kan zij dat niet accepteren. Een vegetarische zoon is ondenkbaar. Dus probeert zij van hem een echte vleesetende wolf te maken.
Het oorspronkelijke verhaal is dus behoorlijk aangepast. Het heeft een eigentijds tintje gekregen door de inbreng van de ambtenaren. Met name “Rademakers” en “De Vink”, met een gevolg van vier meelopers, zorgen met hun ‘goed bedoelde’ regels dat de veiligheid van de mensen behoorlijk in gevaar komt: de jagersvergunning, de beschermde diersoort, de wijzigingen in het bestemmingsplan, en zeker de regels voor oude alleenstaande dames die afgelegen wonen.
Jeugdtheater Hofplein heeft bij elke jeugdmusical twee casts; wij zagen cast B aan het werk. Een cast die goed speelt, zingt en danst. Het meest valt uit te pakken met de rollen van Sjon de Wolf en zijn moeder en deze worden dan ook heel sterk vertolkt. Joost Lagerwerf is als Sjon soms best stoer, en dan weer een enorm watje, en weet zijn ongemakkelijke situatie mooi over het voetlicht te brengen. Het is makkelijk van ‘m te houden Marleen Voogd is een lekker gemene wolf, waarbij we haar motieven wel begrijpen, maar waar we dan weer niet van gaan houden.
Er is op meerdere momenten gekozen voor een vrij vol podium, wat mooi uitpakt. De energie straalt er van af: tijdens het openingslied, waarin iedereen wordt voorgesteld, maar ook de dans tussen de wolf en Roodkapje telt ineens meerdere mens-wolf koppels; een mooi show-tintje
De voorstelling zit vol humor op alle niveaus; veel herhaling van opmerkingen, elementen uit het oorspronkelijke sprookje en bekende liedje, het spraakgebrek van oma, botsende ambtenaren en uiteraard de in het absurde getrokken ambtelijke molen. En wat me persoonlijk altijd wel kan bekoren: als mensen in hun rol blijven ook voor en na de show. Bijvoorbeeld bij de ambtenaren die de kaartjes scheuren en instructies geven (was het expres dat ik de verkeerde kant werd opgestuud?) maar ook oma die ondersteund door een technicus naar haar plek op het podium wordt begeleid, terwijl de zaal nog vrijwel leeg was.
Als je in het achterhoofd houdt dat we hier naar jeugdige amateurs kijken, die natuurlijk hun zwakke kantjes hebben, is het zeker de moeite waard om bij deze Roodkapje, zelfs als je de voorstelling al in de andere versie hebt gezien. Het is leuk om te zien hoe anders een voorstelling met eenzelfde script en decor(stukken) kan zijn; qua podiumbeeld, maar ook qua toegevoegde grappen of uitwerking van karakters.
“En ze leefden nog lang en gelukkig.” Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, en daarop is deze Roodkapje geen uitzondering. Als de voorstelling is afgelopen en de cast zijn verdiende applaus is heeft ontvangen, blijkt er nog een grappig toetje te zijn. Een toetje die er voor zorgt dat pas buiten het theater de voorstelling echt is afgelopen.
De voorstelling is nog te zien in april op:
Theater 222, Rotterdam
Vr 02 19.00 uur cast A
Za 03 19.00 uur cast B
Zo 04 14.00 uur cast A
BREStheater, Brielle
Za 10 19.30 uur cast B
Zo 11 14.00 uur cast A
Theater Twee Hondjes, Hellevoetsluis
Wo 21 15.00 uur cast B
Vr 23 19.00 uur cast B
Za 24 15.00 uur cast A
Za 24 19.00 uur cast A
Zo 25 15.00 uur cast B
Reserveren
Theater 222, Pieter de Hoochweg 222, Rotterdam Reserveren: 010 243 50 50 (di. t/m zo. van 10.00 tot 16.00 uur) of via http://www.jeugdtheaterhofplein.nl
BREStheater, Gooteplein 1, Brielle Reserveren: 0181 413 308 (wo. en do. van 11.00 tot 14.00 uur, vr. van 15.00 tot 18.00 uur) of via http://www.brestheater.nl
Theater Twee Hondjes, Opzoomerlaan 106, Hellevoetsluis Reserveren: 0181 310 473 (do. en vr. van 11.00 tot 18.00 uur) of via http://www.theatertweehondjes.nl