De start van de musical is wat braaf. De cast bezingt het verhaal van het “meisje op het spoor”. Uit een volgende scene, waarin vier leerlingen spreken met de schoolpsycholoog, mevrouw Postma ( Wieneke Remmers), of eigenlijk vooral niet spreken, blijkt het om een tweede zelfmoordgeval binnen de school in een korte periode de gaan. De zus van een van hen, Michael ( Sjors Arts), had zich al eerder verhangen. Daarnaast is er Tess (Anne de Blok), die nog betrekkelijk kort op de school is, en ook nog eens dochter van de psychologe. Britt (Jamie Kaminga is de bitch van de klas, en Luuk (Ridder van Kooten) de populaire jongen, hoewel zijn korte lontje niet zo in de smaak valt. Hij blijkt de ex van het meisje dat op het spoor de dood vond. Hoewel de gesprekken van de psychologe niet echt van een hoge mate van professionaliteit getuigen (de leerlingen reageren zeer vijandig op elkaar als ze maar iets zeggen), komt er toch het een en ander boven. Niet de reden dat Tess denkt dat het geen zelfmoorden zijn; dat onthult ze aan Britt. Ze heeft dreigbrieven gekregen waarop geschreven staat dat zij de volgende is. Britt vindt Tess maar een aandachtstrekker, en als ook zij brieven krijgt, houdt ze Tess verantwoordelijk. Een aantal superspannende scenes volgen, waarvan een groot aantal, zoals het in dit genre gebruikelijk is, loos alarm lijken te zijn. Maar zeker niet allemaal.
Naast het thrillerverhaal ligt er behoorlijk wat aandacht op de relatie tussen Tess en haar moeder. Waar moeder veel met haar eigen problemen is, reageert Tess niet als haar wat gevraagd wordt, terwijl moeder niet thuis geeft als Tess haar wel wat wil vertellen. Ze is natuurlijk puber, en met alle gebeurtenissen is ze een vat van emoties.
De voorstelling is strak geregisseerd (Daniël Cohen, en laat de griezelige momenten mooi afwisselen met momenten van ontspanning en vrolijkheid. Alleen aan het slot valt het tempo een beetje weg: Nadat duidelijk is wat er is gebeurd, moeten er nog wat losse eindjes aan elkaar worden geknoopt. Hier wordt wel wat veel tijd voor uitgetrokken, waardoor de spanning wat wegebt. Om uiteindelijk toch nog weer even terug te keren, zoals het bij een goede spannende film in dit genre gebruikelijk is. De dansen blijken niet erg uit in originaliteit, maar storen evenmin. De songs van Fons Merkies zijn aanstekelijk, en klinken vooral in samenzang goed. Alleen het af en toe terugkomende Exorcist-achtige melodietje zorgt onbedoeld voor een lachje. Als de jongeren solo zingen blijken ze niet tot de beste zangers ter wereld te horen, al zorgt het rafelrandje (vooral bij Ridder van Kooten) wel weer voor een stukje emotionele lading. De ervaren Wieneke Remmers klinkt weer als een klok. Decor is er nauwelijks: het zijn vooral rijdende panelen die voor de enscenering zorgen. Een non-figuratieve collectie strepen in de lucht, die een aantal kleuren kan aannemen zorgt zeer effectief voor de bijbehorende sfeer.
Wie zich echt wil laten verrassen moet niet te actief meespeuren. De manier waarop het verhaal wordt verteld, gaf mij genoeg aanleiding in een bepaalde richting te denken, en zo het overgrote deel van het plot te ontrafelen. Dan zijn de aanwijzingen wel duidelijk: al blijft minstens een dwaalspoor onverklaard.
Schuld is een zeer sterke thriller geworden, en is daarmee een flinke stap voorwaarts ten opzichte van de eerdere voorstellingen op basis van Mel Wallis de Vries boeken. De verwachtingen voor “Wreed” volgend seizoen zijn hiermee alvast hooggespannen. Schuld is nog tot en met 1 maart te zien in de Nederlandse theaters
Scenefoto"s Boy Hazes.