Met behulp van een routebeschrijving is het theater snel gevonden. Aan de buitenzijde valt het nauwelijks op; al is de stoomtrein ervoor wel een leuke binnenkomer. Zodra je het theater binnenkomt valt deze teaser echter volledig in het niet. Je waant je in een heus (oud) stationsgebouw. De theaterzaal zelf is eveneens op een speciale manier ingedeeld, en heeft meer weg van een sportarena dan van een standaard-theaterzaal. De “zaalruimte” is grotendeels podium, al bevat het ook drie vakken waar publiek kan zitten. Daaromheen een ring die aan een wielerbaan doet denken, al is deze wat minder helllend. Daarachter een aantal rijen zitplaatsen, daaromheen weer een ring en dan nog een aantal rijen stoelen. Het podium en de ringen zijn zo van strepen voorzien dat het net een (speelgoed) spoorbaan lijkt. Bij binnenkomst zie je hangend in de lucht ook speelgoedlocomotiefjes op een spoorbaan rijden.
Van een indrukwekkend verhaal moet deze musical het zeker niet hebben. Kort samengevat gaat het om een wedstrijd tussen verschillende (speelgoed)treinen. Bij deze wedstrijd gaat het er, net als in het mensenleven, hard aan toe, maar uiteindelijk wint de goede, waarschijnlijk dankzij de hulp van “Starlight Express”, die een soort God van de treintjes lijkt te zijn.
Ook van de muziek val je niet steil achterover. Deze is veelal aardig maar zelden indrukwekkend en soms komt ze ook erg gedateerd over. De rapnummers hebben een tachtiger-jaren-gevoel en het gebruik van een “computerstem” in “AC/DC” is ook niet meer echt van deze tijd. De muziek tijdens de race mag zeker wel spannend worden genoemd. Muzikaal hoogtepunt naast het “Starligt Express"thema is het afsluitende “There’s a light at the end of the tunnel”, wat in het duits “ein Licht ganz am Ende der Tunnel” is geworden. Het is de finale van deze flitsende voorstelling.
Want “Starlight Express” is een bijzondere ervaring, met name door het overdonderdende spektakel wat er voor je, maar in vele gevallen ook rond en achter je, afspeelt. De ensemble-optredens zijn overweldigend, en daar waar er een gaatje dreigt te vallen worden deze opgevuld door speciale stuntskaters die halsbrekende toeren vertonen en wiens outfit een beetje testdummy-achtig overkomt.
Maar ook het speciale decor draagt zijn steentje bij. Als “Starlight Express” ten tonele wordt gevoerd zien we behalve een sterrenhemel ook sterren verschijnen in de eerste ring. Tijdens de races wordt de track zo verlicht dat het echt spoorrails lijkt. Lasers zorgen voor speciale effecten, en de enorme brug die zich boven het achterpodium kan in zo veel standen worden neergezet dat het steeds weer een verrassing is hoe de treinen nu weer zullen opkomen. Regelmatig draait ze ook alleen maar ter ondersteuning van de song, zonder brug-functioneel bezig te zijn. Een tweede brug die minder aanwezig is zorgt er samen met de grote voor dat de races over beide ringen worden uitgevochten.
De starts van de races in de voorstelling zijn ook bijzonder. Na de sirene komen aan de binnenkant van de ringen beschermhekken naar boven. Bittere noodzaak want het gaat er schijnbaar hard aan toe in de confrontaties waarin alles lijkt geoorloofd en de treinen dus ook regelmatig tegen deze balustrades worden geslingerd. Je komt dan ogen te kort.
De kostuums zijn bizar en opvallend. Het heeft wel een beetje een retro-feel over zich, maar tegelijkertijd past het weer volledig bij deze speelgoedtreinenwereld. Als tijdens de races de helmen op gaan die de vorm hebben van de voorkant van een locomotief voel je je weer heel even een kind, spelend met je elektrische spoorbaan.
In de voorstelling die we zagen werden een groot aantal van de rollen vervuld door alternates. Dat dit niet automatisch betekent dat de voorstelling er inferieur door wordt, wordt wederom aangetoond. Twee van de drie sterren van deze avond behoren tot deze alternates.
Carl Abraham Ellis speelt Papa Stoomtrein. Zijn stem staat als een huis; Papa’s blues en “Ein Licht ganz am Ende des Tunnels” klinken als een klok.
Rusty de jonge stoomtrein is de trein waar het eigenlijk allemaal om draait, en de alternate die we deze avond zagen was Richard Woodford. Aan hem de zware taak om het publiek te laten meeleven met een trein, een stoomtrein in dit geval. Hij slaagt er in met vlag en wimpel. Uiteraard ondersteund door de invulling van de rol en de relatief menselijke schmink zet hij een vertederende stoomlocomotief neer. Zijn stem is breekbaar waar die breekbaar moet zijn, en bezorgt op een positieve manier kippevel.
Clarissa Grace is wel de eerste keus voor Pearl. en met haar gave stemgeluid weet ze op te vallen. Zuiver en verstaanbaar, en ondanks dat ze een behoorlijke snol speelt ben je blij als ze toch weer terugkomt bij haar oude liefje. Rusty.
Het meest opvallend blijft echter de samenstelling van de cast als geheel. Deze bevat namelijk geen enkele Duitser; alle hoofd- en bijrollen worden vervuld door mensen met een andere nationaliteit. Dit valt bij de spelers die een solo hebben wel op; veelal wordt er met een vrij sterk accent gezongen. Slechts in een enkel geval wordt het echt onverstaanbaar, maar vormt wel een schril contrast met de engelse woorden in het stuk, die dan vaak wel accentloos worden uitgesproken. De show gaat dus zeker niet aan buitenlanders ten onder, maar verbazingwekkend blijft het evengoed.