Wat is er leuker dan in de kerstperiode een voorstelling bezoeken met een kerstthema. En aan de andere kant: is er een kerst mogelijk zonder één of andere versie van A Christmas Carol, op televisie bijvoorbeeld. Beide musts vallen te combineren, uiteraard in Londen, waar nu twee voorstellingen rond dit verhaal te zien zijn, maar ook in Antwerpen en begin volgend jaar in Gent, waar een nieuwe versie van de musical is gemaakt: Scrooge. Het gaat dus om de gelijknamige musical met muziek van Leslie Bricusse; de musical van nu heeft muziek van Dirk Brossé.
Er is een moment in je leven dat dit verhaal nieuw was, en je benieuwd was hoe dit zou aflopen. Daarna is het gegeven bekend, en is de manier van het verhaal vertellen belangrijker dan de inhoud van het verhaal. De start van de musical is sterk: na een onverstaanbare conversatie tussen een vrouw en een stel zingende kinderen wordt je in één klap wakkergeschud. We maken kennis met Scrooge, een mopperaar met een aantal keiharde opmerkingen, sterk vertolkt door Warre Borgmans. Scrooge is duidelijk geen sympathieke man, maar desondanks vervreemt hij het publiek niet van zich; er zit een sympathiek laagje onder al die narigheid. Het verhaal begint zoals het boek, bij het overlijden van Scrooge’s compagnon Marley. Hier blijkt meteen al zijn antipathie voor kindergezang: het minikoortje bij het graf kost geld en moet zwijgen, als hij langs een zangkoortje loopt wil hij geld uit het bakje nemen, en als (Tiny) Tim aan zijn deur zingt, wordt ook hij weggestuurd. Een bezoek van de geest van Marley kondigt de bekende drie geesten van verleden, heden en toekomst aan. Deze geesten blijken echte geestesgestalten uit zijn leven. Zijn ooit geliefde Emily laat hem het verleden zien: het buitenbeentje op school, gewaardeerd op zijn werk bij Fezziwig, de grootste liefhebber van Kerst en zijn geaccepteerde aanzoek aan Emily. Aan Fezziwig is het vervolgens om Scrooge langs de huidige kerstvieringen te leiden van zijn bekenden, waaronder uiteraard die van zijn bediende Bob Cratchit en zijn zieke zoontje Tim.
De rollen in het stuk worden sterk vertolkt. Warre Borgmans, bekend als acteur en goed op dreef, weet zijn zangnummers ook goed te vertolken. Frank Hoelen is aanstekelijk enthousiast als Fezziwig. Jeroen Logghe is als Fred een fijne optimist, en Manu Jacobs is als Cratchit sympathiek en een ijkpunt voor het publiek. Zijn vrouw Victoria is een pittige vrouw, en Charline Catrysse weet in haar spaarzame momenten de humor van deze rol ten volle te benutten. Opvallend mooi is de zang van Emily, gespeeld door Anouk Rietveld, maar ook die van Tiny Tim, ditmaal gespeeld door Jayden van Herk.
Sterke punten in de voorstelling zijn de acteurs, de muziek van Dirk Brossé die ditmaal wat dichter bij zijn werk voor Kuifje - De Zonnetempel ligt, en het verhaal zelf, inclusief de aanpassingen ten opzichte van het oorspronkelijke verhaal. In de regie zijn we soms fraaie effecten: met name wat er met Tim gebeurt tijdens het bezoek met de geest van het heden, of de omslag van de derde geest terug naar het nu zien er prachtig uit. Tegelijkertijd zitten ook hier zwakheden: Scrooge is een aantal keren niet meer ter plaatse als er dingen gebeuren of worden gezegd die weldegelijk van belang zijn voor zijn karakterverandering. Het decoridee met uitklapbare projectieschermen vanuit een ronddraaiende kubus is prachtig, maar de uitvoering schiet tekort.. De afbeeldingen zijn soms ronduit lelijk, vormen geen homogeen geheel en zijn vaak niet scherp genoeg. Daarnaast is het niet handig om hier beweging op af te beelden als je aandacht bij de spelers zouden moeten zijn: een schoolbord waarop langzaam een aantal sommen verschijnen bijvoorbeeld. Bij het slotbeeld wordt alles wat minder fraai was in de voorstelling overtroffen en nu eens niet met een projectie, maar met plastic kerstsfeer uit de lokale budgetsupermarkt.
Ook de danschoreografie oogt wat rommelig. Deels komt dat door de wijde dameskostuums, dat natuurlijk de neiging heeft na te wapperen, deels door de op het oog beperkte ruimte waarop het moet plaatsvinden. Waar de groepsdansen wel in het tijdsbeeld passen, zien we ook regelmatig bewegingen die hier wel wat mee contrasteren en weinig zinvol lijken te zijn.
Scrooge is dus een musical met twee gezichten: het achtergrondplaatje is niet altijd even fraai, wat ervoor en ertussen gebeurt mag er zeker zijn. Het fijne verhaal wordt sterk gespeeld en de songs zijn aangenaam. Laten we, volgens de kerstgedachte, vooral de nadruk leggen op het laatste en zelf een oordeel gaan vellen over deze versie van het tijdloze verhaal van Charles Dickens.
Scenefoto’s: Luk Monsaert