Hoe was het ook alweer? In 2001 was Kuifje een groot succes in Antwerpen. Fantastische kritieken. Charleroi volgde, en volgens de geruchtenmolen zouden Parijs en daarna Nederland volgen. Maar op de weg naar Parijs ging het mis, en in Nederland verloren de liefhebbers het geloof dat de show ooit nog zou komen. Het zou het verloop van een sprookje kunnen zijn, maar wel eentje met een goede afloop. Want wel enige jaren later dan gehoopt, nu is Kuifje - De Zonnetempel te zien in Nederland.
Het verhaal draait om de vloek van Rascar Capac, die zeven wetenschappers over zich hebben afgeroepen door zijn graf te schenden en zijn overblijfselen mee te nemen naar Europa. Kuifje raakt bij het verhaal betrokken als hij in een theatervoorstelling een vrouw in hypnose hoort vertellen dat de man van een vrouw in het publiek ziek zal worden door de vloek, wat een paar minuten later ook daadwerkelijk gebeurt. Al snel blijken zes van de zeven getroffen door een ernstige ziekte, waarbij de dokters voor een raadsel staan. Kuifje bezoekt de zes getroffenen in het ziekenhuis, en belooft Fleur, de dochter van één van hen, uit te zoeken wat er aan de hand is en te proberen haar vader te redden. Hij gaat met Haddock en Bobby naar de zevende, professor Bergamot, die in het bezit is van de inca-mummie. Ze slagen er echter niet in hem te beschermen: eerst verdwijnt de mummie door een bolbliksem, en niet veel later raakt Bergamot ziek. Professor Zonnebloem vind bij de zoekactie in de tuin een armband van de mummie en doet deze om. Niet veel later verdwijnt hij spoorloos.
De zoektocht leidt naar Peru, alwaar ze worden geholpen door het inca-jongetje Zorrino om de tempel van de Zonnegod te vinden. Hier, in deze tempel zal dan de ontknoping plaatsvinden.
De musical is gebaseerd op twee strips,“De Zeven Kristallen Bollen” en “De Zonnetempel”, die samen één verhaal vertellen, dat zeker tot de beste Kuifje-verhalen gerekend mag worden. In de show zit de pauze precies tussen de twee boeken in. Het verhaal zit vol spanning en emotie en geeft met het Inca thema prachtige mogelijkheden tot mooie fluitmuziek, maar zit ook vol gebeurtenissen op verschillende locaties die maar moeilijk op een podium te realiseren zijn, en zeker niet allemaal. De voorstelling is een waar kunststukje qua decors en decorwisselingen. Waar deze allemaal zo snel vandaan komen is een prachtig stukje theatermagie.
Maar scenaristen Frank van Laeke en Seth Gaaikema hebben ook keuzes moeten maken. De strips zit boordevol personages die een kleine rol in het verhaal hebben maar toch zeker niet onbelangrijk zijn, en bevat tevens een ongelooflijke hoeveelheid scènes die allemaal hun steentje bijdragen aan de plot; hier moet in geschrapt worden. Het resultaat is verbluffend sterk. Het verhaal dat wordt verteld bevat geen logische fouten, dendert lekker door en is soms tot op het detail getrouw aan het stripverhaal. Alleen de kenners van de strip zullen een aantal elementen wel missen. Waar het podium tekort schiet omdat het al vol staat met alle decorstukken, wordt gebruik gemaakt van een projectiescherm. Zo zijn de sprong uit de rijdende trein en de lawine te zien door stukjes tekenfilm op dit scherm.
Bijzonder knap is de manier waarop een aantal van de karakters tot leven is gewekt. De nogal tweedimensionale, soms wat kleurloze Kuifje is in de voorstelling echt een mens geworden, van vlees en bloed, maar vooral, met menselijke emoties. Hij is bijvoorbeeld echt verscheurd als hij denkt Bobby kwijt te zijn. Ook kapitein Haddock komt tot leven, al blijven de karikaturale eigenschappen gelukkig wel behouden. Jansen en Janssen en Professor Zonnebloem blijven heerlijk karikaturaal. De rol van Bianca Castafiore is in de twee stripboeken beperkt, maar ze is in de musical prominent aanwezig. Ook zij komt echt tot leven: we zien haar als gigantische diva, maar ook als breekbare vrouw.
Maar naast het meeslepende verhaal is er meer te zien. De voorstelling zit namelijk vol grapjes in de kantlijn. Soms heel geslaagd, zoals de nichterige haarverzorger van Castafiore en de val van de Jansens in de orkestbak en de “ruzie” in de haven, en soms wat te, zoals de jolige boel in de Faust-cast