Recensie

Tales uit Canterbury of toch Rotterdam

Studenten van de MBO Theaterschool brengen een drietal verhalen uit The Canterbury Tales bij Hofplein Rotterdam.

Canterbury Tales. Velen zullen er kennis van hebben genomen tijdens de lessen Engelse literatuurgeschiedenis. Geschreven in de 14e eeuw door Geoffrey Chaucer, een bundeling verhalen die als raamvertelling is opgeschreven, en niet af.
Deze Canterbury Tales zijn de basis voor de voorstelling die nu door Hofplein Rotterdam wordt gespeeld. Uiteraard niet alle verhalen, er zijn er drie uitgekozen en vervolgens getransponeerd naar de huidige tijd. Toch is vooral the Miller’s tale nog zeer herkenbaar. Ook menen we The Pardoner’s Tale te herkennen en vermoeden we dat de derde is gebaseerd The wife of Bath’s tale.
Zoals gezegd, de verhalen spelen zich in de huidige tijd af, en lopen door elkaar heen. De boeiendste is het verhaal van de kroegeigenaar, die zijn mooie vrouw laat optreden. Hij is zeer wantrouwend bij alle aandacht die zijn vrouw krijgt. Ook als er een ‘muziekproducent’ in zijn kroeg verschijnt, en lovend is over zijn vrouw. Maar de slinkse man weet hem volledig te manipuleren, onder andere door de aandacht af te leiden richting de muzikant van de kroeg. Het tweede verhaal draait om drie criminelen die een hoop goud vinden, en elkaar ervan verdenken (althans 1 tegen 2) er alleen met de opbrengt vandoor te willen gaan. De derde gaat om een meermaals getrouwde televisie-actrice die een jonge collega verleidt tot het ‘echt’ uitvoeren van een vrijscène op televisie, een scene die ze er bij de producenten van de serie doorheen heeft weten te drukken.
De voorstelling is doorspekt met muziek van met name Ramses Shaffy en Janis Joplin, maar ook ‘Dirty ol’ man’ van the Three Degrees (opgevoerd door een drietal zangeressen in zwarte jurken met gele boa’s) of Het is Over komt bijvoorbeeld voorbij. Fascineren is het terugkerend gebruik van Liesbeth List’s De Klokken van de Hel: “Nee dood, je maakt me toch niet bang”
De voorstelling speelt zich af rond de kroeg van het eerstgenoemde verhaal. De bar, een hoekje voor de instrumentalist Thomas Hengeveld (die dus ook een rol in het verhaal heeft), stalen hekken waarin de spelers hangen en zitten (op plateautjes). Hoewel het wat artistiekerig oogt. zorgt het er wel voor dat de verhalen soepel in elkaar overschakelen, omdat de spelers ook als ze niet in de scene voorkomen, toch dichtbij zijn en dus snel op de voorgrond kunnen treden.
De voorstelling wordt door één cast gespeeld, maar in twee verschillende rolverdelingen. Tijdens de ze première speelde cast A (dus eigenlijk rolbezetting A). In deze bezetting worden de rollen goed vertolkt, met twee uitschieters. Opvallend is de rolcombinatie van Ismail Charfouf. Hij speelt de straatcrimineel Art als het zichzelf nogal slim achtende schoffie met een attitude, maar ook kroegbaas Paul (deze rol in beide bezettingen). Hij beweegt zich voort als een oermens, en straalt daardoor zowel onbenul als kracht uit. De andere opvallende vertolking is die van Erdem Cavlak als de gladde Nicolaas. Hij praat zich uit elke benarde situatie, manipuleert als de beste, en je kan je voorstellen dat hij met zijn valse charmes iedereen om de tuin leidt. Nou ja, bijna iedereen.
Canterbury Tales is een overwegend boeiende eenakter van vijf kwartier. Het derde verhaal rond de soapserie weet niet zo te boeien, maar dat wordt gecompenseerd door de andere twee, die qua rechtvaardigheidsgevoel elkaar ook mooi compenseren. De tijdloze thema’s zorgen ervoor dat, als je niet weet dat deze verhalen al zo’n 7 eeuwen oud zijn, je dat ook niet beseft.

De voorstelling is nog te zien tot en met zaterdag 22 dec 2012 in De Theaterschool aan de Pieter de Hoochweg 222 in Rotterdam.

15 November 2012
Première
Rotterdam
Theater 222 - Shakespeare Zaal
canterbury tales, hofplein rotterdam, recensie, Ismail Charfouf. miller's tale, Erdem Cavlak, thomas hengeveld

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen