Met welk aantal letters L en D je het ook schrijft, het verhaal van Aladdin is een dankbaar onderwerp voor een theatervoorstelling. In Engeland bijvoorbeeld is het één van de vaste titels bij de pantomimes, een aparte theatervorm die elke kerstvakantie in elke buurt of gemeente wordt opgevoerd. Ook als musical kennen we deze natuurlijk: vooral de Disney-versie, op basis van de eigen tekenfilm, of misschien de Vlaamse of Nederlandse versie van rond de eeuwwisseling, die een tijdje een echte olifant op het podium had (totdat deze erdoorheen zakte). Maar zodra Theater Terra een titel oppakt, weet bijna zeker dat er een geheel eigen versie uitrolt. Ten eerste dankzij de schaal: doorgaans bestaat de cast uit vier spelers, en ten tweede dankzij het creatieve gebruik van poppen en andere effecten. Op deze laatste punten is ook de voorstelling ook ditmaal weer in orde: een vierkoppige cast speelt alle rollen en straalt mede dankzij een paar fraaie poppen; het uitgangspunt blijkt minder uit te komen. De Disney-invloed op de voorstelling is aanzienlijk. Het Aladdin-kostuum bijvoorbeeld is in grote lijnen dat uit de tekenfilm, net als het beeld van de straatjongen op de daken. De grote lijn en aantal accenten uit de tekenfilm keren ook hier terug, vaak wel met een twist, en het nummer bij het verschijnen van de geest lijkt geschreven met het idee: doe maar iets als ‘Friend like me’. Het verschil zit in de details: zo heet de prinses Amira, heeft de grootvizier geen naam, is Aladdin bevriend met een rat en is het aantal geest-wensen niet begrensd. Uiteraard kun je het oorspronkelijke verhaal niet in een uur vertellen, en al helemaal niet voor een publiek van 6 jaar en ouder, maar nog wat meer eigen inbreng dan nu het geval is had het verhaal goed gedaan.
De korte speelduur leidt ertoe dat er al snel naar de bekende situatie wordt toegewerkt. Na een schets van de armoede van Aladdin, die een brood steelt, maken hij en Amira al snel oogcontact, en slaat er een vonk over. De grootvizier kiest Aladdin voor zijn taak, vanwege zijn gap-kunsten. Dat het niet zo slim is zo’n gast een lelijke lamp te laten halen uit een grot vol prachtige schatten, waar hij niet aan mag komen, laat zich raden. Een geestige twist is er, als Aladdin hoegenaamd niet huilt, en dus condens van de lamp probeert te wrijven. Hij zorgt voor de ontsnapping, en voor een gemakkelijk happy end te kunnen zorgen. Maar dan is buiten de grootvizier gerekend.
De cast kent een groot aantal nieuwe gezichten. Bram van Stiphout speelt de straatjongen vol overtuiging, heeft een erg aangenaam stemgeluid en is een prettige verschijning. Alisa Opari Luzi is naast Amira ook de belangrijkste rat-speelster. Dit doet ze leuk, met aandacht voor detail. Waar er in het algemeen te veel Disney in deze vertelling zit, zou de grootvizier juist wel wat Jafar-pit kunnen gebruiken. Jessin Oulad el Hadj’s spel blijft in deze rol weinig expressief. De bakkers-rol in de openingsscene, en de samenwerking als geest is daarentegen prima, evenals het zangwerk. Wie vroeger het Huis Anubis keek, zal Juliann Ubbergen vooral daarmee associëren. De tijd heeft, zo lijkt het, nog geen vat op hem gekregen. Als geest is hij, net als toen, lekker expressief, en steelt hij de show. In de rol van sultan is hij dan weer een oase van rust.
Het decor oogt mooi, is praktisch, maar kent geen verrassingen. Het zijn vooral weer de poppen waar Kathelijne Monnens de show mee steelt. De schattige rat, maar vooral de indrukwekkende geest zijn pareltjes Muzikaal begint Aladdin waar Ali Baba en de 40 rovers vijf jaar geleden ophield. Met eigentijds oriëntaalse klanken, die goed in het gehoor liggen. De hele soundtrack van Fons Merkies en Laurens Goedhart mag er zijn, en het valt te hopen dat deze de weg van Kikker naar streaming muziekdiensten en I-tunes zal volgen.
Aladdin haalt qua originaliteit niet de standaard die we van Theater Terra gewend zijn, vooral dankzij te veel Disney-invloed. Natuurlijk lenen ze van meesters in entertainment, en dat maakt dat deze Aladdin weldegelijk een leuke voorstelling is om te zien. Er zijn tevens genoeg originele grappen, het poppenwerk is weer uitstekend, en de vertelling loopt als een trein. De liedjes zijn klasse in zowel compositie als uitvoering. Voor de hele familie (6 jaar en ouder) valt er genoeg te genieten.